direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Oude Uitbreiding West (deelgebied B en C)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp15OUWdeelBC-3001

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;
  • c. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens parkeergarages;
  • e. bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op ieder perceel mag worden gebouwd, met dien verstande dat:

4.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. het aantal woningen per bestemmingsvlak bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
  • e. gestapelde woningen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' zijn uitspringende geveldelen toegestaan tot een goothoogte van 12 m;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder a mogen tot hoofdgebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt.

4.2.2 Parkeergarages

De bouwhoogte van parkeergarages bedraagt ten hoogste 2 m, met uitzondering van in- en uitritten.

4.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1 m achter de lijn in het verlengde van de voorgevel gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste 100 m², met dien verstande dat de gronden gelegen op het achter- en zijerf voor 50% onbebouwd dienen te blijven;
  • c. de bouwhoogte van aanbouwen bedraagt ten hoogste de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw waaraan gebouwd wordt, vermeerderd met 0,3 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c bedraagt de bouwhoogte van aanbouwen op een zijerf ten hoogste 5 m;
  • e. de goothoogte van aanbouwen op een zijerf bedraagt ten hoogste 3 m;
  • f. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • g. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • h. de diepte van aanbouwen aan de achterzijde van een hoofdgebouw, gemeten vanaf de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ten hoogste 4 m;
  • i. de afstand tussen aanbouwen op het achtererf en bijgebouwen bedraagt ten minste 2 m.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen binnen het bouwvlak bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste:
    • 1. voor (het verlengde van) de voorgevel 1 m;
    • 2. achter (het verlengde van) de voorgevel 2 m;
    • 3. de bouwhoogte van palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van aanbouwen aan de achterzijde van een hoofdgebouw, teneinde te waarborgen dat geen onnodige nadelige verandering teweeg wordt gebracht in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven en de licht- en luchttoetreding van de aangrenzende woning, met dien verstande dat:

  • a. daardoor de gebruikswaarde van het te behouden erf niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. geen inbreuk wordt gemaakt op het toelaatbare bebouwingsoppervlak.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 40 m²;
  • b. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.