Plan: | Oude Uitbreiding West (deelgebied A) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0610.bp15OUWdeelA-3001 |
Beoogde ontwikkeling
Het doel van een verkennend bodemonderzoek is om na te gaan of de grond verontreinigd is en hierdoor een belemmering vormt voor de nieuwbouw. Uitgangspunt is dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie.
Conclusie
Uit het verkennend bodemonderzoek5 blijkt dat er lichte tot sterke verontreinigingen met zware metalen in de bovengrond en lichte verontreinigingen in het grondwater zijn gevonden. De onderzoeksresultaten geven aanleiding tot het uitvoeren van nader bodemonderzoek, omdat in de bovengrond het gehalte aan zink en lood de betreffende tussen- en interventiewaarde overschrijdt. Uit het aanvullend verkennend en nader bodemonderzoek6 blijkt dat er ter plaatse van alle zeven onderzochte woonblokken in de bovengrond gevallen van ernstige bodemverontreiniging zijn vastgesteld. De aangetoonde verontreiniging heeft een immobiel karakter. De 'gevallen van ernstige bodemverontreiniging' betreffen waarschijnlijk historische verontreinigingen (ontstaan voor 1987). De verontreinigingen zijn horizontaal en verticaal voldoende inzichtelijk gemaakt binnen de grenzen van de woonblokken.
Op basis van een risicobeoordeling met Sanscrit is vastgesteld dat de gevallen van ernstige bodemverontreiniging ter plaatse van blokken 1, 3, 4, 6 en 7 niet met spoed behoeven te worden gesaneerd. Op basis van een risicobeoordeling met Sanscrit dient de bovengrond van de tuinen ter plaatse van blokken 2 en 5 met spoed gesaneerd te worden als gevolg van onaanvaardbare risico's voor de mens en ecologie. De bodemverontreinigingen worden in de fase van de sloopwerkzaamheden per deelgebied gesaneerd.