direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Oude Uitbreiding West (deelgebied A)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp15OUWdeelA-3001

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. tuinen en erven;
  • c. aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens parkeergarages;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied': tevens verblijfsgebied;
  • f. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals nutsvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op ieder perceel mag worden gebouwd, met dien verstande dat:

5.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. het aantal woningen per bestemmingsvlak bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
  • e. gestapelde woningen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • f. in afwijking van het bepaalde onder a mogen tot hoofdgebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt.

5.2.2 Parkeergarages

De bouwhoogte van parkeergarages bedraagt ten hoogste 2 m, met uitzondering van in- en uitritten.

5.2.3 Aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden ten minste 1 m achter de lijn in het verlengde van de voorgevel gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak bedraagt per bouwperceel ten hoogste 100 m², met dien verstande dat de gronden gelegen op het achtererf voor 50% onbebouwd dienen te blijven;
  • c. de bouwhoogte van aanbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw waaraan gebouwd wordt, vermeerderd met 0,3 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c bedraagt de bouwhoogte van aanbouwen op een zijerf ten hoogste 5 m;
  • e. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • f. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • g. de diepte van aanbouwen aan de achterzijde van een hoofdgebouw, gemeten vanaf de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ten hoogste 4 m;
  • h. de afstand tussen aanbouwen op het achtererf van hoofdgebouwen en bijgebouwen bedraagt ten minste 2 m.

5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van aanbouwen aan de achterzijde van een hoofdgebouw, teneinde te waarborgen dat geen onnodige nadelige verandering teweeg wordt gebracht in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven en de licht- en luchttoetreding van de aangrenzende woning, met dien verstande dat:

  • a. daardoor de gebruikswaarde van het te behouden erf niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. geen inbreuk wordt gemaakt op het toelaatbare bebouwingsoppervlak.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 50 m²;
  • b. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.