direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Het Plaatje
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp13hetplaatje-3002

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': tevens een scheepsbouw- en scheepsreparatiebedrijf uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' (SBI-code 351.4);
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2': tevens een scheepsbouw- en scheepsreparatiebedrijf uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' (SBI-code 351.3);
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm': een aaneengesloten geluidscherm over de volledige breedte van achterliggende gebouwen;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'minimumhoogteligging vlak (m)': een minimale maaiveldligging van NAP +3,5 m;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1': tevens een kennis- en innovatief centrum en een vergadercentrum;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 2': tevens een looproute en activiteiten ten behoeve van het baggermuseum;
  • k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, wegen, nutsvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximumbebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • e. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder e mag ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' op de perceelsgrens worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' zijn kranen ten behoeve van de scheepsbouw en -reparatie met een bouwhoogte van ten hoogste 50 m toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' bedraagt de bouwhoogte ten minste 15 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste:
1.   erfafscheidingen en vrijstaande reclamezuilen   3 m  
2.   lichtmasten   15 m  
3.   van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   20 m  

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 3.2.2 onder b en toestaan dat geen geluidswerende voorziening wordt gerealiseerd of een geluidswerende voorziening met een lagere bouwhoogte wordt gerealiseerd, indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat ter plaatse van geluidsgevoelige objecten in de omgeving voldaan kan worden aan vastgestelde hogere waarden of de voorkeursgrenswaarde uit de Wet geluidhinder.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. activiteiten van Wgh-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overig - gezoneerd industrieterrein';
  • c. bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'overig - gezoneerd industrieterrein' zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij niet meer geluid produceren dan aan hen is toegekend op basis van het geluidverdeelplan dat onderdeel is van het zonebeheerplan d.d. februari 2012;
  • d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • e. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • f. lichtmasten die verblindend zijn voor het scheepvaartverkeer zijn niet toegestaan;
  • g. op onbebouwde gronden is opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 12 m niet toegestaan;
  • h. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan;
  • i. kantoorvloeroppervlakte van meer dan 1.000 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • j. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijven' bedraagt het aantal bedrijven ten hoogste het aangegeven aantal.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein'

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 3.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd.

3.5.2 Afwijken voor bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'overig - gezoneerd industrieterrein'

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 onder c en bedrijven toestaan indien zij niet meer geluid produceren dan aan hen is toegekend op basis van een geactualiseerde versie van het geluidverdeelplan dat onderdeel is van het zonebeheerplan.

3.5.3 Afwijken voor groter aantal bedrijven

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 3.4 onder k om een groter aantal bedrijven toe te staan, mits is aangetoond dat:

  • a. een goede verkeersafwikkeling blijft gewaarborgd;
  • b. hierdoor geen onevenredige geluidshinder vanwege wegverkeerslawaai ontstaat ter plaatse van de woningen aan de Baanhoek en Deltalaan.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Wijzigingsbevoegdheid planmer-plichtige activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Bedrijf' zodanig wijzigen dat activiteiten, zoals bedoeld in lid 3.4 onder e, zijn toegestaan, mits vooraf een milieueffectrapportage wordt opgesteld volgens de eisen op grond van de Wet milieubeheer.