direct naar inhoud van Artikel 13 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp03buitengebied-3002

Artikel 13 Leiding - Hoogspanningsverbinding

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een bovengrondse 150 kV en 380 kV hoogspanningsverbinding en de bij deze dubbelbestemming behorende voorzieningen.

13.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in 13.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. ten behoeve van de hoogspanningsverbinding mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht met een bouwhoogte van maximaal 150 m;
  • b. ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende regels, uitsluitend worden gebouwd ter vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken waarbij de bestaande oppervlakte en bouwhoogte van de bouwwerken niet wordt vergroot en de situering van de bouwwerken niet veranderd.
13.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.2 onder b, indien de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en de bij de betrokken bestemming horende bouwregels in acht worden genomen. Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van de omgevingsvergunning schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
13.4.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren te doen uitvoeren of te laten uitvoeren:

  • a. het aanbrengen van beplantingen en bomen;
  • b. het aanleggen watergangen en -partijen;
  • c. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van kabels en leidingen;
  • e. het wijzigen van het maaiveldniveau.
13.4.2 Uitzondering

Het bepaalde in 13.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  • a. die verband houden met normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor bij omgevingsvergunning afwijking is verleend als bedoeld in 13.3;
  • c. die reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan.
13.4.3 Verlening

De in lid 13.4.1 genoemde vergunning kan worden verleend indien de belangen en de veiligheid van de hoogspanningsverbinding niet (kunnen) worden geschaad door de voorgenomen werken en werkzaamheden. Het bevoegd gezag wint ten behoeve van een vergunningaanvraag schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder.