direct naar inhoud van 4.2 Bodem
Plan: West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0606.BP0002-0002

4.2 Bodem

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient een bodemanalyse te worden verricht met het oog op de beoordeling van de realiseerbaarheid van bepaalde bestemmingen. In het kader van dit bestemmingsplan is door de gemeente Schiedam een mileu-hygiƫnisch bodemadvies opgesteld.

4.2.1 Opbouw van de bodem

De bodem van het bestemmingsplan West bestaat, verticaal vanaf het oorspronkelijke maaiveld gezien, tot ca. NAP -12 meter (de zogenaamde deklaag) uit klei en veen. Deze laag is gevoelig voor zettingen en biedt weinig draagkracht. Boven deze deklaag is grond opgebracht tijdens en ten behoeve van het bouwrijp maken. Onder deze deklaag bevindt zich het zandige eerste watervoerende pakket. De grondwaterspiegel bevindt zich op een diepte van ongeveer 1 tot 2 meter beneden maaiveld.

4.2.2 Bodemkwaliteit

Door de grote mate van verstedelijking is in de gemeente Schiedam weinig terug te vinden van de oorspronkelijke bodemopbouw. Het bestemmingsplangebied 'West' is in de jaren '20 en '30 aangelegd in de voormalige polder West Frankenland en is ten behoeve van bouwrijp maken opgespoten met zandig materiaal. De dikte van de ophooglaag reikt plaatselijk tot een diepte van 3 meter beneden het maaiveld. Uit diverse bodemonderzoeken in de wijk blijkt dat in deze zandige ophooglaag regelmatig sprake is van bijmengingen met (bouw)puin, verbrandingsresten of ander huishoudelijk afval. Mede hierdoor is de bodem in de wijk gemiddeld licht verontreinigd met koper, lood, zink, PAK en minerale olie, al is wel sprake van heterogeniteit, wat betekent dat plaatselijk hogere waarden van deze stoffen worden aangetroffen. Deze licht verhoogde gehaltes in de grond overschrijden de landelijke (achtergrond)waarde voor wonen (dat wil zeggen waarbij de bodem geschikt is voor een woonfunctie) maar voldoen aan de achtergrondwaarde voor industrieel gebruik. Op grond hiervan wordt afgeraden om gronden in de wijk 'West' te gebruiken voor consumptieve doeleinden. In dit geval is geen sprake van humane risico's.

4.2.3 Bodemsaneringen

Behoudens als gevolg van een voormalige chemische wasserij aan de Stadhouderskade, hebben er binnen het plangebied geen grootschalige saneringen plaatsgevonden als gevolg van voormalige bodembedreigende activiteiten. Ter plaats van een aantal nieuwbouwplannen hebben bodemsaneringen plaatsgevonden als gevolg van eerder genoemde bijmengingen in de bodem met (bouw)puin, verbrandingsresten of ander huishoudelijk afval.

4.2.4 Bestaande bodemverontreinigingen

Met betrekking tot (punt)bronnen of activiteiten binnen het plangebied, die mogelijk hebben geleid tot bodemverontreiniging, moet vooral gedacht worden een groot aantal kleinschalige bedrijfsactiviteiten zoals smederijen, timmerwerkplaatsen, houtbe- of verwerkingsbedrijven, textielreinigingsbedrijven en brandstof-installaties. Kleinschalige verontreinigingen met minerale olie, oplosmiddelen of zware metalen zijn hierbij niet ondenkbaar.

De kans blijft aanwezig dat bij deze locaties sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Op basis van landelijke ervaringscijfers (uniforme bronindexering) en de kleinschaligheid van genoemde bedrijfsactiviteiten binnen het bestemmingsplan 'West' valt niet te verwachten dat daarbij sprake is van zodanige risico's (humaan, verspreiding en ecologisch) dat een spoedige sanering noodzakelijk is.

Voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning (bouwen), voor een afwijking van een bestemmingsplan, bij herinrichting waarbij sprake is van een functiewijziging, bij uitgifte of bij aan- en verkoop van percelen door de gemeente en bij andere vormen van grondverzet is bodemonderzoek noodzakelijk. Bodemonderzoeken worden uitgevoerd conform de NEN5725 en 5740, aangevuld met onderzoek naar asbest (vanwege de historie) en arseen (vanwege de van nature aanwezige zeeklei waaraan arseen is gebonden). Indien interventiewaarden worden overschreden kunnen bij bouwplannen en bestemmingswijzigingen sanerende maatregelen worden afgedwongen (bij een geval van ernstige bodemverontreiniging is dit wettelijk verplicht).

4.2.5 Bodembeleid

Voor het bestemmingsplan 'West' wordt gebiedsspecifiek bodembeleid gehanteerd. Dit betekent dat voor bepaalde stoffen (hogere) lokale maximale waarden zijn gedefinieerd die beter aansluiten bij een optimaal (her)gebruik (toepassingsbeleid voor grond) alsmede bij het saneringsbeleid in de vorm van een te hanteren terugsaneerwaarden. In plaats van de landelijk gewenste kwaliteit van de grond voor woongebieden (beneden de achtergrondwaarde voor een woonfunctie) geldt een bodemkwaliteit die beter aansluit bij de bestaande achtergrondwaarde in de wijk 'West' zonder dat daarbij sprake is van (humane) risico's. Toe te passen grond dient zintuiglijk vrij te zijn van bodemvreemde materialen en asbest. Tevens mag geen asbest aanwezig zijn in gehaltes boven de interventiewaarde.

4.2.6 Nieuwe ontwikkelingen

Rembrandtlaan / De Genestetstraat

In het kader van de in 2008 verleende bouwvergunning en vrijstelling van het bestemmingsplan heeft voor deze locatie een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden (Ingenieursbureau Oranjewoud, proj.nr. 161311, d.d. 17 mei 2006). Geconcludeerd is dat de grond ter plaatse van dit plan niet tot licht verontreinigd is. De geconstateerde verontreiniging levert geen gevaar op voor de volksgezondheid of het milieu, waardoor de kwaliteit van de bodem geen belemmering voor de uitvoering van het plan oplevert.

Westerkade 26-30

Door Milieuadviesbureau Adverbo is een oriƫnterend bodemonderzoek (rapportnr. 10.10.2900-34.2111, d.d. 7 december 2010) en een nader bodemonderzoek (rapportnr. 11.10.3132.2111, d.d. 8 maart 2011) uitgevoerd voor deze locatie. Geconcludeerd wordt dat de ondergrond (plaatselijk) sterk verontreinigd is met zware metalen en dat het grondwater, in een beperkte omvang, sterk verontreinigd is met minerale olie. Gelet op deze verontreinigingen dienen sanerende werkzaamheden te worden uitgevoerd alvorens kan worden overgaan tot herinrichting van deze locatie.

Westfrankelandsestraat 23-25

Een verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd door DS Milieu-consult B.V. (kenmerk 11.09.094, d.d. 4 oktober 2011). Geconcludeerd wordt dat sprake is van ernstige bodemverontreiniging gelet op de sterke heterogene verontreiniging van de bovengrond en de uit puin en sintels bestaande ondergrond. Alvorens de bouwplannen kunnen worden uitgevoerd is een nader bodemonderzoek vereist om de kwaliteit en de mate van verontreiniging van de ondergrond in kaart te brengen. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek zal worden bepaald of een saneringsplan moet worden opgesteld of een BUS-melding moet worden gedaan.