direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer - 3
Plan: Vrijenban
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0603.bpvrijenban-OH01

Artikel 10 Verkeer - 3

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. erftoegangswegen;
  • b. verblijfsgebieden;
  • c. langzaam-verkeervoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. ambulante detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'Detailhandel';
  • e. garages, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • f. overige parkeervoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. het behoud van cultuurhistorische waarden, ter plaatse van de aanduiding 'Cultuurhistorische waarden';

met de daarbij behorende:

  • l. gebouwen;
  • m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 10.1 bedoelde gronden gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garages worden gebouwd, waarvan de oppervlakte per garage niet meer mag bedragen dan 25 m²;
  • b. in aanvulling op het bepaalde in sub a zijn gebouwen en overkappingen toegestaan tot een oppervlakte van 10 m² per object, met dien verstande dat de oppervlakte van gebouwen en overkappingen ten behoeve van ambulante detailhandel maximaal 30 m² per vestiging mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag maximaal 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 7 meter voor kunstobjecten, licht- en vlaggenmasten;
    • 2. 6 meter voor geluidwerende voorzieningen;
    • 3. 4 meter voor speel- en ontmoetingsvoorzieningen;
    • 4. 2 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
10.3 Nadere eisen
10.3.1 Externe veiligheid - vluchtmogelijkheden

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het aspect externe veiligheid, ter beheersing van de uitpandige vluchtroutes, en de bereikbaarheid voor de brandweer, voor zover dit niet elders in dit plan is vastgelegd, nadere eisen stellen aan:

  • a. vluchtmogelijkheden en de situering van bouwwerken;
  • b. vluchtmogelijkheden en de inrichting van terreinen/openbare ruimte;
  • c. vluchtmogelijkheden en het bebouwd oppervlak van gebouwen;
  • d. vluchtmogelijkheden en het vloeroppervlak van gebouwen.
10.3.2 Externe veiligheid - afsluitbaarheid mechanische ventilatie

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het aspect externe veiligheid, ter bescherming van de blootstelling aan toxische gassen, nadere eisen stellen aan de afsluitbaarheid van mechanische ventilatie.