direct naar inhoud van Artikel 18 Leiding - Hoogspanning
Plan: Sion - ’t Haantje
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0603.bpsionthaantje-VA02

Artikel 18 Leiding - Hoogspanning

18.1 Bestemmingsomschrijving
18.1.1

De voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse leiding hoogspanning en de daarbij behorende voorzieningen.

18.1.2

De belangen van de in lid 18.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.

18.2 Bouwregels
18.2.1

Ten aanzien van de in lid 18.1 bedoelde dubbelbestemming gelden de volgende bouwregels:

  • a. er mag uitsluitend ten behoeve van de leiding hoogspanning worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 100 m2;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 3 m.
18.2.2

Ten aanzien van de in lid 18.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemmingen geldt, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van die andere bestemmingen, dat er niet mag worden gebouwd.

18.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemming van deze gronden, onder de volgende voorwaarden:

  • a. door het bouwen wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding;
  • b. vooraf dient advies te worden ingewonnen van de leidingbeheerder.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4.1

Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 18.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders:

  • a. het aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen;
  • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • c. het verlagen van de bodem en afgraven, ophogen of egaliseren van de gronden;
  • d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • e. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen.
18.4.2

Het bepaalde in lid 18.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
18.4.3

Een vergunning als bedoeld in lid 18.4.1 wordt uitsluitend verleend indien door de uitvoering daarvan, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen:

  • a. geen blijvende onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding;
  • b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.