Plan: | Boulevard I |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP2050Boulevard1-OH01 |
Waterbeheer en watertoets
De watertoets is wettelijk van toepassing. Hierbij dient de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over waterhuishoudkundige aspecten van het planvoornemen. De watertoets heeft als doel het voorkomen dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden die negatieve effecten hebben op het watersysteem. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het waterschap Hollandse Delta. De rioleringstaak binnen het plangebied valt onder de verantwoordelijkheid van de deelgemeente Rozenburg. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. Hierna zijn de opmerkingen van de waterbeheerder verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Nationaal beleid
Het rijksbeleid op het gebied van water is vastgelegd in de Nota Ruimte (2004). De doelstellingen voor het ruimtelijk beleid die hieruit voortkomen omvatten: borging van veiligheid tegen overstromingen, voorkoming van wateroverlast en watertekorten en verbetering van water- en bodemkwaliteit. Daarnaast hecht het Rijk bij de uitvoering van het ruimtelijk beleid grote betekenis aan de borging en ontwikkeling van natuurwaarden, de ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit en van bijzondere, ook internationaal erkende, landschappelijke cultuurhistorische waarden.
In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) van 2 juli 2003 zijn de taken en verantwoordelijkheden van gemeenten, waterschappen, zowel qua inhoud als qua financiering, beschreven en is een werknorm voor de kans dat het oppervlaktewater het niveau van het maaiveld overschrijdt (onder andere in bebouwd gebied) vastgelegd.
Daarnaast is sinds 1 november 2003 de watertoets wettelijk verplicht voor streekplannen, streekplanuitwerkingen, regionale en gemeentelijke structuurplannen, bestemmingsplannen en projectbesluiten. De wijziging op het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) per 1 november 2003 regelt vooral een verplichte waterparagraaf in de toelichting bij de genoemde ruimtelijke plannen en een uitbreiding van het wettelijk vooroverleg.
Sinds eind 2000 is ook de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht. Die richtlijn moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater in Europa in 2015 op orde is
Provinciaal beleid
Het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010-2015 (11 november 2009 vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland) bevat de hoofdlijnen van het provinciaal waterbeleid voor deze periode. Het plan komt in plaats van het waterbeleid zoals is vastgelegd in het beleidsplan Groen, Water en Milieu (2006). Het provinciaal waterplan vervangt tevens het Grondwaterplan 2007-2013 en beschrijft dus ook het strategische grondwaterbeleid voor Zuid-Holland. De provinciale rol in het waterveld spitst zich toe op kaderstelling en toezicht.
Regionaal beleid
De gemeenteraad van Rotterdam heeft op 18 september 2007 het Waterplan 2 Rotterdam vastgesteld. Het Waterplan 2 is een gezamenlijk en integraal product van alle waterbeheerders in de regio. In het Waterplan 2 staat in hoofdlijnen beschreven hoe de gemeente Rotterdam en de waterschappen de komende tijd willen omgaan met het water in de stad. Hierbij wordt met name gekeken naar drie cruciale ontwikkelingen:
Een onderdeel van het Waterplan 2 Rotterdam is het uitvoeringsprogramma 2007-2012. Hierin staat welke projecten in de komende 5 jaar worden uitgevoerd en welke projecten worden voorbereid voor uitvoering na 2012. Het Waterplan 2 biedt tevens een perspectief voor Rotterdam als waterstad in 2030.
Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2009) staat hoe het waterschap Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.
Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagd de hydraulische belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor hemelwater een lozingsvergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Als er sprake is van toename aan verhard oppervlak, dan moet in principe 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding plaatsvindt.
Gemeentelijk beleid
De deelgemeente heeft samen met het waterschap Hollandse Delta het Waterplan Rozenburg opgesteld. Binnen het waterplan hebben de deelgemeente Rozenburg en waterschap Hollandse Delta met behulp van de inwoners van Rozenburg concrete beleidsafspraken over ambities, maatregelen en kosten gemaakt. Het plan geldt tot 2015, waarna de wensen, knelpunten en oplossingen weer opnieuw worden bekeken. Inmiddels is de prioriteit per maatregel bekend. Per maatregel bepaalt de projectgroep wanneer deze in uitvoering gaat en het geheel is vastgelegd in een maatregelenprogramma.
Huidige situatie
Het plangebied ligt in het noorden van Rozenburg, langs de hoek Boulevard - Koninginnelaan. Het plangebied is binnen de groen zoom van Rozenburg gelegen en heeft hierdoor een groene uitstraling. Er is op dit moment geen sprake van verharding. De maaiveldhoogte varieert. Het plangebied ligt in peilvak 20-02 van het bemalingsgebied Rozenburg. In dit peilvak wordt een vast peil van NAP -0,20 m gehandhaafd. Binnen of direct langs het plangebied bevindt zich beperkt oppervlaktewater. Langs de Nieuwe waterweg ligt een primaire waterkering, het plangebied ligt voor een belangrijk deel binnen de beschermingszone hiervan.
Toekomstige situatie
Watercompensatie
Op de locatie hoek Boulevard – Koninginnelaan worden twee woontorens gerealiseerd. Hierin zullen 64 appartementen komen. Het verhard oppervlak neemt toe met 3.961 m² (zie tabel 4.2). Dit komt overeen met een compensatieplicht van 396 m². In overleg met het waterschap is besloten om de bestaande hoofdwatergang in peilvak 20-03 ten zuidwesten van het plangebied te verbreden. Deze locatie is ook als uitbreidingslocatie benoemd in het stedelijk waterplan. Met het waterschap worden nog afspraken gemaakt inzake eigendom, beheer en onderhoud van de verbreding van de watergang.
Tabel 4.2: Toename verhard oppervlakte
Omschrijving |
Toren Links | Toren rechts | parkeerdek | Toegangsweg eigen terrein | Toegangsweg kavel gemeente |
Oppervlakte in m² | 519 | 519 | 1567 | 1205 | 151 |
Bouwen in de Keurzone van de primaire waterkering
Ten aanzien van het bouwen in de Keurzone van de primaire waterkering heeft op basis van de bouwplannen overleg plaatsgevonden met het waterschap. Het waterschap heeft hierbij de bouwplannen getoetst aan de Keur. Op basis hiervan is geconcludeerd dat de gebouwen vergund kunnen worden (Keurvergunning). Uitgaande hiervan zijn stabiliteitsberekeningen voor de dijk niet noodzakelijk. Indien echter ten behoeve van de bouw aanvullingen of afgravingen tegen de dijk plaatsvinden dient deze berekening uitgevoerd te worden. In de regels en op de plankaart is geregeld dat niet gebouwd mag worden in de keurzone van de waterkering. Alvorens dit plaats kan vinden dient het college van burgemeester en wethouders de afwijkingsprocedure te doorlopen waarbij op basis van het definitieve bouwplan schriftelijk advies ingewonnen dient te worden bij het waterschap. Daarnaast heeft de ontwikkelaar de verplichting op grond van de Waterwet om alvorens te starten met de werkzaamheden een vergunning aan te vragen bij het waterschap. Op deze wijze zijn voldoende toetsmomenten vastgelegd waardoor de belangen van de dijkbeheerder voldoende zijn gewaarborgd. Hierdoor zal er ook geen sprake zijn van significante belemmeringen voor onderhoud, veiligheid of versterking van de waterkering.
Watersysteemkwaliteit
Bij de bouw dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen (dus geen zink, koper, lood en PAK's-houdende materialen) die niet uitlogen, of worden de bouwmaterialen voorzien van een coating om uitloging tegen te gaan. Afstromend hemelwater van schone oppervlakken wordt afgekoppeld naar de hoofdwatergang ten zuiden van het plangebied. Zo wordt voorkomen dat schoon hemelwater afgevoerd wordt naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Het afvoeren van hemelwater van verharde oppervlakken groter dan 250 m² valt onder de regels van de Keur van het waterschap.
Beheer en onderhoud
In zijn algemeenheid geldt dat voor aanpassingen in of aan de waterhuishouding of bouwen nabij een waterkering, bij het waterschap vergunning dient te worden aangevraagd op grond van de Waterwet. Deze vergunningen worden zodra de definitieve bouwplannen beschikbaar zijn aangevraagd bij het waterschap.
Conclusie
De ontwikkelingen in het plangebied hebben geen negatieve gevolgen voor de waterhuishoudkundige situatie.