Plan: | Waalhaven en Eemhaven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1058WaalEemhavn-va02 |
Het bestemmingsplan Waalhaven en Eemhaven van de gemeente Rotterdam.
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0599.BP1058WaalEemhavn-va02 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
Een uitbreiding van het hoofdgebouw in één bouwlaag (hieronder wordt tevens een uitbouw begrepen).
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam of een andere deskundige op het gebied van archeologie.
Het leveren van diensten en producten (met de bijbehorende productie en opslag) ten behoeve van andere bedrijven en activiteiten in het havengebied.
Een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een percentage dat aangeeft hoeveel van het oppervlak van een bestemmingsvlak door gebouwen mag worden ingenomen.
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen zoals dat luidt ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een Bouwvlak.
Het tussen twee opeenvolgende vloeren (of tussen een vloer en plat dak) gelegen, voor verblijf geschikt deel van een gebouw. Een kap, vliering, zolder, souterrain, alsmede een dakopbouw binnen het theoretisch profiel van een kap, worden niet als een afzonderlijke bouwlaag beschouwd. Alleen ingeval een dakopbouw breder is dan tweederde van de pandbreedte, wordt dit als een aparte bouwlaag geteld.
NB: onder het "theoretisch profiel van een kap" wordt verstaan de ruimte binnen een kap met schuine zijden waarvan de hellingshoek ten minste 20 en maximaal 60 graden bedraagt.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het vloeroppervlak van een bouwwerk, inclusief de niet direct voor het hoofddoel bruikbare ruimten (bijvoorbeeld bij een productiebedrijf of winkel, de magazijn-, expeditie-, kantoorruimten). Gebouwde parkeervoorzieningen worden niet tot het b.v.o. gerekend.
Vrijstaand gebouw dat door constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan een hoofdgebouw gelegen op hetzelfde perceel.
Een bouwkundige voorziening op het platte dak van een woning dat bestaat uit een te betreden vlak, geheel of gedeeltelijk omgeven door een hekwerk zoals voorgeschreven in het Bouwbesluit.
Activiteiten gericht op of gelieerd aan de verwerking, opslag, expeditie/distributie en assemblage van goederen.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.
In dit verband wordt onder een geluidsgevoelige ruimte verstaan een ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon- of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van tenminste 11 m2.
Op- en overslag van lege containers.
Terrein ten behoeve van de ontsluiting van de aanliggende bebouwing, voor parkeren, groenvoorzieningen, waterlopen en bouwwerken van lichte constructie (carports, slagbomen, fietsenstallingen e.d.).
Stoffen of preparaten die krachtens het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten zijn ingedeeld in een categorie als bedoeld in artikel 34, tweede lid van de Wet milieugevaarlijke stoffen, zoals deze luidt op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Hieronder worden verstaan: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan de genoemde (t.w. verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en kinderdagverblijven), alsmede de terreinen die behoren bij de andere gezondheidszorggebouwen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, alsmede woonwagenstandplaatsen.
NB Delen van een onderwijsgebouw die niet zijn bestemd voor geluidsgevoelige onderwijsactiviteiten, maken voor de toepassing van de Wet geluidhinder geen deel uit van een onderwijsgebouw.
Functies die uitsluitend of in hoofdzaak direct betrokken zijn bij havenactiviteiten, daaraan ondersteunend zijn of waarvan de aanwezigheid in de haven van belang is voor de bedrijfsvoering van de betreffende functie.
Gebouw dat door zijn constructie en/of afmeting als dominant is aan te merken ten opzichte van de bijbehorende bijgebouwen gelegen op hetzelfde perceel.
Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken.
Het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
Object, passend binnen de bestemming, dat in hoofdzaak dient of gebruikt wordt voor:
Elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.
Een afdekking van een gebouw met schuine zijden waarbij de hellingshoek ten minste 20 en ten hoogste 60 graden bedraagt.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
Speeltoestellen niet hoger dan 4 meter.
De bovenkant van het aansluitende, afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein het gemiddelde van die bovenkanten wordt aangehouden.
Voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en publieke dienstverlening.
Dienstverlening ten behoeve van de scheepvaart en offshore.
Dienstverlening en productie ten behoeve van de scheepvaart en offshore
De DCMR Milieudienst Rijnmond of de daarvoor in de plaats tredende instantie.
Een milieustraat is een terrein waar particulieren hun afval gescheiden kunnen deponeren.
Het Normaal Amsterdams Peil is de referentiehoogte waaraan hoogtemetingen in Nederland worden gerelateerd.
een buiten de besloten ruimte liggend deel van een horecabedrijf, waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt.
Voorzieningen van openbaar nut zoals nautische voorzieningen (o.a. radarposten en walstroomvoorzieningen), transformatorhuisjes, communicatiemiddelen (o.a. telecommunicatiemasten), gasreduceerstations, gebouwen ten behoeve van persleidingen, voorzieningen ten behoeve van de levering van drink- en/of industriewater, multidisciplinaire faciliteiten voor de (overheids)hulpdiensten en voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling- en opslag.
Op- en overslag van bouwgrondstoffen en minerale delfstoffen met de bijbehorende be- en verwerking alsmede recycling en milieugerelateerde dienstverlening.
Het op- en overslaan van niet-massagoed producten vanuit schepen, al dan niet in containers, zoals staal, projectlading, koopmansgoederen, gevaarlijke stoffen, non ferro metalen, papier en overige forest product, fruit, sappen en automotive, of ander type projectlading.
Indien een bouwwerk aan meer dan één weg wordt gebouwd, is het peil van de hoogstgelegen weg maatgevend.
Bestuursorganen van de overheid en de daaraan gekoppelde ambtelijke diensten ten behoeve van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering, alsmede politie, brandweer, reinigingsdiensten, gezondheidsdiensten.
Rijdend laden of lossen van (vracht)auto's of ander rijdend materieel door bij een inrichting afgemeerde schepen.
Vrijgekomen ijzer of non ferro metaal, onder andere aluminium, zink en koper, geschikt of geschikt gemaakt om elders te worden verwerkt tot grondstof.
Een gebruiksruimte in een gebouw dat zich gedeeltelijk ondergronds bevindt.
Voorzieningen ten behoeve van de weggebruiker, zoals verkeersborden, straatverlichting, zitbanken, plantenbakken e.d.
Erkers, luifels, balkons, galerijen e.d.
Veiligheidscontour als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het Peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van een bouwwerk.
van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels verspringen of niet evenwijdig lopen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.
vanaf het punt van de gevel van een gebouw welke het dichtst bij de perceelsgrens is gelegen, haaks op de perceelsgrens.
De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor ''Waarde - Archeologie 2 en Waarde - Archeologie 3 is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 en Waterstaat - Waterkering, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Voor solitaire havengerelateerde kantoren, voorzover gelegen op locatie 1 van Bijlage 2 Kaart kantoren , behorend bij de regels, is een bruto vloeroppervlakte toegestaan van maximaal 7200 m2.
Voor het gebied, begrens door Sluisjesdijk, de Eekoornstraat en de op de verbeelding aangegeven aanduiding "veiligheidszone -bevi", mogen geen 'Kwetsbare objecten ' en 'Beperkt kwetsbare objecten' gerealiseerd worden.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.3 voor beperkt kwetsbare objecten, indien uit nader onderzoek is gebleken dat door het nemen van maatregelen of anderszins voldaan kan worden aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de daarop gebaseerde regelingen.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2, met uitzondering van het bedrijf gelegen aan de Waalhaven Z.z. 12, waar een bedrijfsgebonden kantoor is toegestaan van 3600 m2.
Er zijn geen activiteiten toegestaan, die een plaatsgebonden 10-6 risicocontour veroorzaken, groter dan de bedrijfskavel van de veroorzakende inrichting, danwel de aangrenzende bestemmingen "Water", Verkeer-Wegverkeer" en/of een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde veroorzaken.
De voor 'Bedrijf - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 2 en Waarde - Archeologie 3 is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 3, Waarde - Cultuurhistorie is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte van 20 meter naar maximaal 40 meter.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3, Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanning, Leiding - Leidingstrook, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2.
Uitsluitend bedrijven t/m categorie 3.2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels zijn toegestaan.
Er zijn geen activiteiten toegestaan, die een plaatsgebonden 10-6 risicocontour veroorzaken, groter dan de bedrijfskavel van de veroorzakende inrichting, danwel de aangrenzende bestemmingen "Water", Verkeer-Wegverkeer" en/of een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde veroorzaken.
De voor 'Bedrijf - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2, met uitzondering van
Met betrekking tot de bedrijven, zoals genoemd onder lid 9.1 onder d zijn uitsluitend bedrijven t/m categorie 3.2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels zijn toegestaan.
Er zijn geen activiteiten toegestaan, die een plaatsgebonden 10-6 risicocontour veroorzaken, groter dan de bedrijfskavel van de veroorzakende inrichting, danwel de aangrenzende bestemmingen "Water", Verkeer-Wegverkeer" en/of een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde veroorzaken.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.3.2 terzake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.
De voor 'Bedrijf - 8' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 , is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2.
De voor 'Bedrijf - 9' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - 10' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - 11 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Voor solitaire havengerelateerde kantoren, voorzover gelegen op locatie 4 van Bijlage 2 Kaart kantoren behorend bij de regels, is een bruto vloeroppervlakte toegestaan van maximaal 7000 m2.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2.
Er zijn geen activiteiten toegestaan, die een plaatsgebonden 10-6 risicocontour veroorzaken, groter dan de bedrijfskavel van de veroorzakende inrichting, danwel de aangrenzende bestemmingen "Water", Verkeer-Wegverkeer" en/of een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde veroorzaken.
De voor 'Bedrijf - 12' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Archeologie 2 , is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - 14' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Gebouwen mogen niet hoger worden dan 3 meter.
Uitsluitend opslag ten behoeve van bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels zijn toegestaan.
De voor 'Bedrijf - 15' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2.
Uitsluitend bedrijven t/m categorie 3.2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels zijn toegestaan.
Er zijn geen activiteiten toegestaan, die een plaatsgebonden 10-6 risicocontour veroorzaken, groter dan de bedrijfskavel van de veroorzakende inrichting, danwel de aangrenzende bestemmingen "Water", Verkeer-Wegverkeer" en/of een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde veroorzaken.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 16.3.2 terzake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de Milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.
De voor Bedrijf - 16 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor Bedrijf - 17 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor Bedrijf - 18 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2.
Er zijn geen activiteiten toegestaan, die een plaatsgebonden 10-6 risicocontour veroorzaken, groter dan de bedrijfskavel van de veroorzakende inrichting, danwel de aangrenzende bestemmingen "Water", Verkeer-Wegverkeer" en/of een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde veroorzaken.
De voor Bedrijf - 19 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2.
Er zijn geen activiteiten toegestaan, die een plaatsgebonden 10-6 risicocontour veroorzaken, groter dan de bedrijfskavel van de veroorzakende inrichting, danwel de aangrenzende bestemmingen "Water", Verkeer-Wegverkeer" en/of een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde veroorzaken.
De voor 'Bedrijf - Andere havengerelateerde activiteiten' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3' en 'Leiding - Hoogspanning' is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2.
Er zijn geen activiteiten toegestaan, die een plaatsgebonden 10-6 risicocontour veroorzaken, groter dan de bedrijfskavel van de veroorzakende inrichting, danwel de aangrenzende bestemmingen "Water", Verkeer-Wegverkeer" en/of een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde veroorzaken.
De voor 'Bedrijf - Containers' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 2, Waarde - Archeologie 3,Waterstaat - Waterkering, Waterstaat - Waterstaatkundige functie , is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - Distributie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - Empty depots' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 2, Waarde - Archeologie 3, Waterstaat - Waterkering, Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanning is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Ter plaatse van op de verbeelding aangegeven aanduiding 'antennemast' is een antennemast toegestaan.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - Maritieme dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 3, Waarde - Cultuurhistorie , Waterstaat - Waterkering is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2.
Er zijn geen activiteiten toegestaan, die een plaatsgebonden 10-6 risicocontour veroorzaken, groter dan de bedrijfskavel van de veroorzakende inrichting, danwel de aangrenzende bestemmingen "Water", Verkeer-Wegverkeer" en/of een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde veroorzaken.
De voor 'Bedrijf - Maritieme industrie en dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Voorzover de gronden zijn gelegen in het op de verbeelding aangegeven gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen', zijn de bepalingen uit dat artikel mede van toepassing.
Ter plaatse van op de verbeelding aangegeven 'specifieke bouwaanduiding- 2', dient een zichtlijn te zijn van minimaal 10 meter breed in de richting van oost naar west.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2.
Er zijn geen activiteiten toegestaan, die een plaatsgebonden 10-6 risicocontour veroorzaken, groter dan de bedrijfskavel van de veroorzakende inrichting, danwel de aangrenzende bestemmingen "Water", Verkeer-Wegverkeer" en/of een groepsrisico groter dan de oriëntatiewaarde veroorzaken.
De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor ''Waarde - Archeologie 3, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Bedrijf - Overig droog massagoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor is Waarde - Archeologie 1, ''Waarde - Archeologie 3, Waarde - Cultuurhistorie, Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanning voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - Overig stukgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3, Waarde - Cultuurhistorie, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 1500 m2, , met uitzondering voor de locatie 7 van Bijlage 2 Kaart kantoren behorend bij de regels, waar een bedrijfsgebonden kantoor is toegestaan met een bruto vloeroppervlakte van maximaal 4000 m2.
De voor 'Bedrijf - Utilities' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3, Leiding - Hoogspanning is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Bedrijfsgebonden kantoren mogen per bedrijf niet meer dan 50 % van het bruto vloeroppervlak innemen, met een maximum van 3000 m2.
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3', is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Detailhandel mag niet meer dan 125 m2 verkoop vloeroppervlak innemen.
De voor Cultuur en ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede bestemd zijn voor Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie , is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Cultuur en ontspanning - Kinderboerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 3, ,Waarde - Cultuurhistorie, , is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Uitsluitend bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels zijn toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in Afwijken van de gebruiksregels en 35.3.1 terzake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Uitsluitend bedrijven t/m categorie 2 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels zijn toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.3.1 terzake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de Milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.
De voor Gemengd - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. maatschappelijk;
b. wonen;
c. voorzieningen behorend bij bovengenoemde functies, zoals ontsluitingswegen en -paden, parkeervoorzieningen, groen en water;
d. Waarde-Archeologie 3 en Waarde-Cultuurhistorie, voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.
Voor de maximale bouwhoogtes zijn de normen van toepassing, zoals op de verbeelding staan aangegeven, met uitzondering van de kerktoren, waarvoor een bouwhoogte is toegestaan van maximaal 28 meter.
Met betrekking tot de functie wonen zijn maximaal 6 woningen toegestaan;
Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in en terzake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Groen' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 2, Waarde - Archeologie 3, Waarde - Cultuurhistorie, Waterstaat - Waterkering, Waterstaat - Waterstaatkundige functie, Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanning, , is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Voor de horecavestiging, gelegen aan de Waalhaven-zuidzijde nabij nummer 46, is een bvo toegestaan van maximaal 250 m2.
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Ter plaatse van op de verbeelding aangegeven aanduiding 'luchtbrug' is bebouwing in de vorm van een luchtbrug toegestaan.
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Recreatie - Volkstuin' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens in de bestemming passende bouwwerken, zoals bergingen, kweekkassen, een verenigingsgebouw, sanitaire gebouwtjes, niet voor bewoning bestemde gebouwtjes ten behoeve van onderhoud en beheer, een schuillocatie, speelvoorzieningen, zomede bouwwerken - geen gebouwen zijnde - van waterbouwkundige aard, zoals een brug, duiker, steiger, vlonder, keerwanden, beschoeiingen, gemalen alsmede geluidwerende voozieningen.
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Sport - Sport- en speelterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Sport - Sport- en speelterrein' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens in de bestemming passende bouwwerken, zoals kleedgebouwtjes/bergingen, een clubgebouw/kantine, lichtmasten, vlaggenmasten en tribunes.
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3 en Leiding - Hoogspanning , is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Tuin' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Op de voor 'Tuin' bestemde gronden, mag geen verharding, zoals bv met tegels of vlonders worden aangebracht.
Het verbod geldt niet voor de verharding, noodzakelijk voor de berging, met een maximaal oppervlak van 6 m2 , een terras van maximaal 10 m2 , een oprit en de toegangspaden.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 45.2.4 ten behoeve van verharding.
Alvorens vergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de commissie voor Welstand en Monumenten.
De voor 'Verkeer - Erf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Erf bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3', is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Verkeer - Garagebox' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De maximum goothoogte voor gebouwen bedraagt 3 meter.
Garageboxen mogen uitsluitend worden gebruikt voor de stalling van (motor)voertuigen, alsmede voor huishoudelijke berging.
De voor 'Verkeer - Spoorverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Spoorverkeer' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3, Waterstaat - Waterkering, Waterstaat - Waterstaatkundige functie, Leiding - Gas,Leiding - Hoogspanningsverbinding, Leiding - Leidingstrook, Leiding - Olie, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 3, Waarde - Cultuurhistorie ,Leiding - Hoogspanning is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Ongebouwde (gevel)terrassen aangrenzend aan horeca dienen aan de volgende eisen te voldoen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels van de ter plaatse geldende bestemming, door terrasschermen met een maximale hoogte van maximaal 1.60 meter toe te staan. De terrasschermen dienen in overeenstemming te zijn met de door het college vastgestelde nota "Kwaliteiteisen voor terrassen".
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Wegverkeer' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 1,Waarde - Archeologie 2, Waarde - Archeologie 3, Waarde - Cultuurhistorie, Waterstaat - Waterkering, Waterstaat - Waterstaatkundige functie, Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanning, Leiding - Hoogspanningsverbinding, Leiding - Leidingstrook is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 4, Leiding - Hoogspanning en Waarde - Cultuurhistorie, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Water - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Water - 2' bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van waterbouwkundige aard, zoals keerwanden, beschoeiingen, duikers, bruggen, gemalen e.d., met dien verstande dat bruggen uitsluitend toegestaan zijn ter plaatse van de aanduiding "brug".
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 4, is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 53.3 terzake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.
De voor 'Wonen - Berging' aangewezen gronden zijn bestemd voor
Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie 3 en Waarde - Cultuurhistorie , is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.
De maximum bouwhoogte van gebouwen bedraagt 3 meter.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding, alsmede voor de hierbij behorende bovengrondse voorzieningen.
Op de voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden mag, in afwijking van de bouwregels voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Gas' , binnen bedoelde zone niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 55.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Leiding - Gas' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Gas' mogen worden gebouwd in de bestemming passende bouwwerken zoals pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 55.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere toegelaten bestemming(en) dan 'Leiding - Gas', indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en er geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de leiding aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
Op de voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Zulks geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, voor werkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren.
Vergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 55.4.1 geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leidingen of het goed functioneren ervan.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de leiding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor ondergrondse hoogspanningsleidingen tot maximaal 380 kV, alsmede voor de daarbij behorende voorzieningen.
Op de voor 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden, mag in afwijking van de bouwregels voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Hoogspanning', op bedoelde gronden niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 56.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Hoogspanning' mogen worden gebouwd in de bestemming passende bouwwerken zoals pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 56.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere bestemming(en) dan 'Leiding - Hoogspanning', mits het belang van de hoogspanningsleiding hierdoor niet wordt geschaad. Afwijking is niet toegestaan voor bebouwing binnen 4 meter gemeten aan weerszijden uit de hartlijn "leiding hoogspanning".
Alvorens vergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de hoogspanningsleiding aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van bedoelde leiding.
Op de voor 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Zulks geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren.
Vergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 56.4.1 geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leidingen of het goed functioneren ervan.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de hoogspanningsleiding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de hoogspanningsleiding.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bovengrondse hoogspanningsverbindingen tot maximaal 380 kV, alsmede voor de hierbij behorende voorzieningen.
Op de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden, mag in afwijking van de bouwregels voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Hoogspanningsverbinding', op bedoelde gronden niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 57.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' mogen worden gebouwd in de bestemming passende bouwwerken zoals hoogspanningsmasten, alsmede pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 57.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere bestemming(en) dan 'Leiding - Hoogspanningsverbinding', mits het belang van de hoogspanningsverbinding hierdoor niet wordt geschaad.
Alvorens vergunning te verlenen winnen zij het schriftelijk advies in van de beheerder van de hoogspanningsverbinding aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van bedoelde verbinding.
Op de voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Zulks geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren.
Vergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 57.4.1 geen gevaar oplevert voor de bovengrondse verbindingen of het goed functioneren ervan.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de hoogspanningsverbinding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de hoogspanningsverbinding.
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een leidingstrook, met daarin buisleidingen, leidingen en kabels, alsmede voor de hierbij behorende voorzieningen.
Op de voor 'Leiding - Leidingstrook' bestemde gronden, mag in afwijking van de bouwregels voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Leidingstrook', binnen bedoelde zone niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 58.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Leiding - Leidingstrook' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Leidingstrook' mogen worden gebouwd in de bestemming passende bouwwerken zoals pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 58.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere bestemmingen dan 'Leiding - Leidingstrook', mits het belang van de leidingen hierdoor niet wordt geschaad. Afwijking is niet toegestaan voor bebouwing binnen 4 meter gemeten aan weerszijden uit de hartlijn leiding.
Alvorens vergunning te verlenen winnen zij het schriftelijk advies in van de beheerder(s) van de leiding(en) aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het leidingbelang.
Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone leiding" is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Zulks geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren.
Vergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 58.4.1 geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leiding of het goed functioneren ervan.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de leiding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
De voor 'Leiding - Olie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor ondergrondse buisleidingen ten behoeve van transport van ruwe olie en olieproducten, alsmede voor de hierbij behorende voorzieningen zoals overkluizingen en pompstations.
Op de mede voor Leiding - Olie' bestemde gronden mag niet worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 59.2.1ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere ter plaatse geldende bestemming(en) dan 'Leiding - Olie'. Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien de veiligheid met betrekking tot aanwezige olietransportleidingen niet wordt geschaad en geen kwetsbaar object wordt toegelaten, en dit geen gevaar oplevert voor het functioneren van de leidingen.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse drinkwater transportleiding, alsmede voor de hierbij behorende bovengrondse voorzieningen.
Op de voor 'Leiding - Water' bestemde gronden mag, in afwijking van de bouwregels voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Leiding - Water', binnen bedoelde zone niet worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 60.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Leiding - Water' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie 'Leiding - Water' mogen worden gebouwd in de bestemming passende bouwwerken zoals pomp-, regel-, meetstations e.d., elk niet groter dan 80 m3 en niet hoger dan 3 meter
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen waarbij wordt afgeweken van het bepaalde in lid 60.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere toegelaten bestemming(en) dan 'Leiding - Water'.
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de leiding aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
Op de voor 'Leiding - Water' bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
Zulks geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en evenmin voor werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren.
Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in lid 60.4.1 geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leidingen of het goed functioneren ervan.
Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de leiding, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van het belang van de leiding.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) welke voldoen aan de oppervlakte- en dieptematen welke genoemd zijn in 61.3.1.
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de hierna onder 61.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 1 meter beneden NAP en die tevens een terreinoppervlak groter dan 200 m2 beslaan (gebied PM).
Het vergunningvereiste geldt niet voor werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Vergunning wordt verleend, nadat de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport aan burgemeester en wethouders heeft overgelegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) welke voldoen aan de oppervlakte- en dieptematen welke genoemd zijn in 62.3.1.
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de hier onder genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 1 meter boven NAP en die tevens een terreinoppervlak groter dan 100 m2 beslaan.
Het vergunningvereiste geldt niet voor werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Vergunning wordt verleend, nadat de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport aan burgemeester en wethouders heeft overgelegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) welke voldoen aan de oppervlakte- en dieptematen welke genoemd zijn in 63.3.1.
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de hierna onder 63.3.2 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan nul meter NAP en die tevens een terreinoppervlak groter dan 200 m2 beslaan.
Het vergunningvereiste geldt niet voor werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Vergunning wordt verleend, nadat de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport aan burgemeester en wethouders heeft overgelegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
In het belang van de archeologische monumentenzorg dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport aan burgemeester en wethouders te overleggen van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken (waaronder begrepen het heien van heipalen en het slaan van damwanden) welke voldoen aan de oppervlakte- en dieptematen welke genoemd zijn in 64.3.1.
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voor het bouwen de volgende regels verbinden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders voor werken, geen bouwwerk zijnde, voor bouw- en graafwerkzaamheden met een oppervlakte van meer dan 200 m2 en die tevens dieper reiken dan de huizige onderwaterbodem.
Het vergunningvereiste geldt niet voor werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden, niet voor bedoelde activiteiten welke in uitvoering waren ten tijde van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en evenmin voor bestaande weg- en leidingcunetten.
Vergunning wordt verleend, nadat de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport aan burgemeester en wethouders heeft overgelegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van het beschermd stadsgezicht.
In aanvulling op de bouwregels voor de andere aldaar voorkomende bestemmingen, geldt voor de als 'Waarde - Cultuurhistorie' bestemde gronden dat gebouwen die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan afgedekt zijn met een kap, bij herbouw afgedekt dienen te worden met een kap in de oorspronkelijke vorm (d.w.z. de kapvorm zoals die was ten tijde van de eerste oplevering van het gebouw).
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' bestemde gronden is het verboden om zonder vergunning van burgemeester en wethouders bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.
In afwijking van het bepaalde in lid 65.4.1 is geen vergunning vereist ingeval van:
Vergunning wordt verleend indien door het slopen het aanzien en/of de karakteristiek van het beschermd stadsgezicht niet of niet in betekenende mate wordt geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag winnen burgemeester en wethouders het advies in van de commissie voor Welstand en Monumenten.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterkering.
Ter plaatse van de bestemming 'Waterstaat - Waterkering', mag in afwijking van de bouwregeling voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Waterstaat - Waterkering', niet binnen bedoelde zone worden gebouwd.
Het bouwverbod bedoeld in 66.2.1 geldt niet voor bebouwing welke is toegestaan ingevolge de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' en (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
Ten behoeve van de functie waterstaat - waterkering mogen worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van waterbouwkundige aard, zoals kademuren, duikers, keerwanden, beschoeiingen e.d.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning volor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 66.2.1 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere toegelaten bestemming(en) dan 'Waterstaat - Waterkering', mits het belang van de waterkering hierdoor niet wordt geschaad.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de dijkbeheerder, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van genoemd belang.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding van een hoofdwatergang.
Op de voor ''Waterstaat - Waterstaatkundige functie' bestemde gronden, mag in afwijking van de bouwregeling voor de andere voorkomende bestemming(en) dan 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het bepaalde in lid 67.2 ten behoeve van bouwwerken welke toegelaten zijn krachtens de andere toegelaten bestemming(en) dan 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' , mits het belang van de hoofdwatergang hierdoor niet wordt geschaad.
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van het waterschap, aan de hand waarvan zij desgewenst voorwaarden kunnen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van genoemd belang.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en het gebruik van gronden op grond van de regels in hoofdstuk 2 kan uitsluitend worden verleend als voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, overeenkomstig het in de gemeente Rotterdam geldende beleid ten aanzien van parkeren.
Indien voor gronden welke voor bebouwing in aanmerking komen op de verbeelding een bouwvlak is opgenomen, komen uitsluitend de gronden binnen het bouwvlak voor bebouwing in aanmerking, met dien verstande dat bouwwerken geen gebouwen zijnde, ook buiten het bouwvlak zijn toegestaan.
Ingeval voor gronden welke voor bebouwing in aanmerking komen noch in de regels, noch op d
e verbeelding een maximum bebouwingspercentage is vermeld, mogen deze gronden volledig worden bebouwd.
Ingeval de toegestane bouwhoogte in bouwlagen is vermeld, dient voor het berekenen van de maximum toegestane goothoogte een hoogte van 3,5 meter voor een bouwlaag van een woonfunctie resp. een hoogte van 4,5 meter voor een niet-woonfunctie te worden aangehouden.
Een souterrain mag niet hoger reiken dan 2 meter boven peil.
Ingeval noch de regels, noch de verbeelding (plankaart) duidelijkheid verschaffen over de wijze van afdekking van gebouwen, mogen gebouwen zowel met een kap als plat worden afgedekt.
Ter plaatse van de aanduiding "Onderdoorgang" mag een onderdoorgang worden gebouwd, waarvan de breedte en hoogte niet minder dan 2,5 meter mag bedragen, met dien verstande dat ingeval de onderdoorgang tevens voor autoverkeer bestemd is deze niet minder dan 3,5 meter breed resp. 4,2 meter hoog mag zijn.
Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - 1 - straalpad" zijn de gronden mede bedoeld als beschermingszone van een straalverbinding.
De bouwhoogte van bouwwerken, die toelaatbaar zijn op grond van het bepaalde in de binnen deze gebiedsaanduiding voorkomende bestemmingen mag niet meer dan 55 meter bedragen, voor zover bouwwerken met een grotere bouwhoogte ter plaatse toegestaan zijn, voor het gebied tot 100 meter rond de mediatoren, en maximaal 85 meter, voor zover bouwwerken met een grotere bouwhoogte ter plaatse zijn toegestaan, voor het gebied van 100 meter tot 250 meter rond de mediatoren.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 71.1.2 voor het bouwen overeenkomstig de in de vrijwaringszone geldende bestemming(en), mits het belang van de straalpadbeheerder niet wordt geschaad.
Alvorens vergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de straalpadbeheerder. Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van het belang van de straalpad.
Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - 2 - straalpad" zijn de gronden mede bedoeld als beschermingszone van een straalverbinding.
De bouwhoogte van bouwwerken, die toelaatbaar zijn op grond van het bepaalde in de binnen deze gebiedsaanduiding voorkomende bestemmingen mag niet meer dan 100 meter bedragen, voor zover bouwwerken met een grotere bouwhoogte ter plaatse toegestaan zijn.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 71.2.2 voor het bouwen overeenkomstig de in de vrijwaringszone geldende bestemming(en), mits het belang van de straalpadbeheerder niet wordt geschaad.
Alvorens vergunning te verlenen, winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de straalpadbeheerder. Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van het belang van de straalpad.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van dit bestemmingsplan indien op ondergeschikte punten een geringe afwijking in de begrenzing, het gebruik, het beloop van de weg, de ligging of de vorm van een terrein in het belang van een behoorlijke bebouwing c.q. inrichting noodzakelijk is.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van de regels van dit bestemmingsplan ten aanzien van de maximum toegestane bouwhoogte van een gebouw, ten behoeve van technische voorzieningen op het dak, welke noodzakelijk zijn voor het doelmatig functioneren van het bouwwerk, zoals liftopbouwen, lichtkoepels, schoorstenen, antennemasten, luchtverversingsapparatuur, glazenwas installatie e.d., mits de overschrijding van de maximum bouwhoogte niet meer dan 5 meter bedraagt.
Artikel 73.1 onder c is niet van toepassing op tijdelijke bouwwerken.
Ter plaatse van de aanduiding geluidzone - industrie zijn geen geluidsgevoelige objecten toegestaan, tenzij:
Ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone -bevi", mogen in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen op en gebruik van de betreffende gronden, binnen bedoelde zone geen 'Kwetsbare objecten' en 'Beperkt kwetsbare objecten' gerealiseerd worden.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 75.1 voor 'Beperkt kwetsbare objecten' indien uit nader onderzoek is gebleken dat door het nemen van maatregelen of anderszins voldaan kan worden aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de daarop gebaseerde regelingen.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, tevens aangeduid voor een bebouwingsvrije zone.
Op de gronden welke gelegen zijn binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' is bebouwing niet toegestaan.
Het verbod bedoeld in artikel 76.2.1 geldt niet voor (vervangende nieuwbouw van) bebouwing welke aanwezig is op het tijdstip van ter inzage legging van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 76.2.1, indien:
Alvorens vergunning te verlenen wint het bevoegd gezag het schriftelijk advies in van de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond en de beheerder van de vaarweg aan de hand waarvan voorwaarden worden verbonden aan de vergunning ten aanzien van:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Waalhaven en Eemhaven", gemeente Rotterdam.