direct naar inhoud van Artikel 13 Natuur
Plan: Hoek van Holland - Woongebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1051HvHWoongeb-oh02

Artikel 13 Natuur

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. natuurgebied, met de daarbij behorende watergangen en paden, ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen;
  • b. 'Waarde - Archeologie', voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.
13.2 Bouwregels

13.2.1 Algemeen

Op de voor Natuur bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bruggen, duikers, beschoeiingen.

13.2.2 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie', is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.

13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

13.3.1 Verbod

Op de voor Natuur bestemde gronden, is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen en afgraven, alsmede door ophogen;
  • b. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen;
  • c. het dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van waterlopen.

13.3.2 Uitgezonderde werkzaamheden

  • a. normaal onderhoud en beheer;
  • b. werkzaamheden die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden.

13.3.3 Vergunning

Vergunning wordt verleend, indien de natuur- en landschappelijke waarden niet in onevenredige mate worden of kunnen worden aangetast.

Alvorens de vergunning te kunnen verlenen, dient de aanvrager van de vergunning aan burgemeester en wethouders een schriftelijk advies van een deskundige van de DCMR (danwel een door de DCMR aan te wijzen deskundige) op het gebied van natuur- en landschapsbeheer te overleggen.