direct naar inhoud van 5.3 Huidige watersysteem
Plan: Zevenkamp en Nesselande
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1043ZevenkmpNes-oh01

5.3 Huidige watersysteem

5.3.1 Oppervlaktewater

De deelgemeente Prins Alexander bestaat voor het grootste deel uit voormalig polderlandschap. Vanaf de jaren '60 tot op heden is het gebied ontwikkeld tot het huidige stedelijk gebied. Waterhuishoudkundig hoort het gebied grotendeels tot de Prins Alexanderpolder, die is ontstaan door de drooglegging van een groot plassengebied die het resultaat is van het eeuwenlang afgraven van veen. De deelgemeente vormt één van de diepst gelegen gebieden van Nederland.

In droge tijden of ten behoeve van verversing kan water ingelaten worden vanuit de Rotte (NAP -1,0 meter). Nesselande watert deels af via de Prins Alexanderpolder en deels via de Eendragtspolder. Vanuit Zevenkamp wordt het water afgevoerd via de Schollevaartse tocht. Het bestemmingsplangebied kent een grote verscheidenheid aan peilvakken, variërend van -5,2 m NAP tot -6,9 m NAP.

5.3.2 Grondwater

Voor grondwater liggen er veel peilbuizen in het plangebied. In de nabijheid van de ontwikkelingen liggen ongeveer 6 peilbuizen die de grondwaterstand meten. De ligging van de peilbuizen nabij de ontwikkelingen zijn omcirkeld weergegeven in de figuur. Op de boerderijlocatie (H) zijn geen peilbuizen aanwezig en is in dit stadium geen inzicht te geven in de grondwaterstand.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1043ZevenkmpNes-oh01_0005.jpg"

Locatie peilbuizen

De meeste peilbuizen meten al gedurende minimaal 10 jaar, met uitzondering van peilbuis 137576-6 (meet sinds september 2011). De maximale, minimale en gemiddelde gemeten grondwaterstand is per peilbuis weergegeven in de volgende tabel. Tevens is de gemiddelde ontwateringsdiepte aangegeven (verschil tussen maaiveldhoogte en grondwaterstand).

Peilbuisnr.   136573-1   136575-92   136576-4   136576-2   137576-4   137576-6  
Aantal metingen   110   5   30   30   30   5  
Start meting   20-01-1993   01-09-2011   01-06-2006   01-06-2006   01-06-2004   01-09-2011  
Grondwaterstand maximaal (m.boven NAP)   -5,45   -6,39   -5,64   -4,44   -4,78   -5,65  
Grondwaterstand minimaal
(m. boven NAP)  
-6,14   -6,47   -5,82   -5,29   -5,62   -5,85  
Grondwaterstand gemiddeld
(m. boven NAP)  
-5,83   -6,43   -5,73   -4,94   -5,39   -5,73  
Maaiveld bij peilbuis
(m. boven NAP)  
-4,90   -5,28   -4,40   -3,55   -3,70   -4,99  
Ontwateringsdiepte gemiddeld
(m. boven NAP)  
0,93   1,15   1,33   1,39   1,69   0,74  

Grondwaterstandgegevens

De tabel geeft weer dat bij peilbuis 137576-6 de ontwateringsdiepte beperkt is, namelijk 74 cm, zo'n 6 cm onder de wenselijke 80 cm. Bij de overige peilbuizen is de gemiddelde ontwateringsdiepte wel meer dan de wenselijke 80 cm. Wanneer de ontwateringsdiepte onvoldoende is, wordt gesproken van grondwateroverlast.

5.3.3 Waterkering en waterveiligheid

Waterkeringen
De boezemkade 'zuideinde', in beheer bij Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, volgt ter hoogte van de oostzijde van het plangebied de gemeentegrens Rotterdam-Zuidplas. Daarnaast liggen in het plangebied een tweetal polderkades: 'de Vlietkade' ten zuiden van de Zevenhuizerplas en de 'verlegde Huismanskade' ten noordoosten van het plangebied. Rondom de waterkeringen worden verschillende beschermingszones gehanteerd. In paragraaf 5.4 wordt nader ingegaan op deze zones in de buurt van de verwachte ontwikkelingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1043ZevenkmpNes-oh01_0006.png"
Ligging waterkeringen (bron: HHSK)

Waterveiligheid

Het bestemmingsplangebied ligt geheel binnen de primaire waterkering (dijkring 14 met een beschermingsniveau van 1 op de 10.000 per jaar).

De gevolgen van een overstroming binnendijks zijn afhankelijk van meerdere aspecten, zoals de locatie waar de overstroming plaatsvindt, de afstand tot de waterkering en de maaiveldhoogtes in het gebied. Om een indicatie van de risico's te krijgen heeft de provincie Zuid-Holland voor de gehele provincie berekend welke delen van de provincie in de huidige situatie bij een doorbraak van de primaire kering onder water lopen en welke overstromingsdiepte er op de kwetsbare locaties bereikt kan worden.In de onderstaande figuur is dit voor het plangebied weergegeven. I

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1043ZevenkmpNes-oh01_0007.png"

Potentiële waterdiepte bij doorbraak primaire kering

Uit de figuur blijkt dat bij een dijkdoorbraak het plangebied vrijwel volledig onder water komt te staan. Er zijn waterdieptes mogelijk tot 5 meter.

5.3.4 Riolering

Het bestemmingsplangebied valt binnen de rioleringsdistricten 19 (Zevenkamp) en 42 (Nesselande). In deze bemalingsgebieden liggen verschillende typen rioolstelsels. In Nesselande ligt voornamelijk een verbeterd gescheiden stelsel: uitgezonderd de first flush die naar de zuivering gepompt wordt, wordt het overige hemelwater afgevoerd naar het oppervlaktewater. Enkele delen zijn voorzien van een gescheiden stelsel (Waterwijk). In Zevenkamp ligt voornamelijk een gemengd stelsel.

Het rioleringsdistrict Zevenkamp (19) bestaat uit één hoofdbemalingsgebied en kent drie onderbemalingen. District Zevenkamp voert via het rioleringssysteem van de gemeente Capelle aan den IJssel af naar AWZI Groenedijk.

Het rioleringsdistrict Nesselande (42) bestaat eveneens uit één hoofdbemalingsgebied en kent vele onderbemalingen. Dit district voert via het rioleringssysteem van Zevenkamp en Capelle aan den IJssel af naar eveneens AWZI Groenedijk.

Er liggen in Zevenkamp meerdere vuilwateroverstorten die er bij hevige regen voor zorgen dat wateroverlast beperkt wordt.