direct naar inhoud van 6.6 Bodem
Plan: Spangen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1035Spangen-oh01

6.6 Bodem

De kwaliteit van de bodem wordt gewaarborgd in de Wet Bodembescherming. De bodemkwaliteit kan van invloed zijn op de beoogde functies, of financiƫle haalbaarheid van een bestemmingsplan. De bodem zelf kan ook verschillende functies hebben, zoals een archeologische-, of aardkundige waarde, energie-opslag, waterberging, drinkwaterwinning. Deze functies worden indien relevant eerder in deze toelichting beschouwd. In deze paragraaf staat de kwaliteit van de bodem centraal.

Ter bescherming van toekomstige gebruikers worden bij nieuwe bestemmingen, of veranderingen van de huidige bestemmingen bepaalde eisen gesteld aan de kwaliteit van de bodem. Dat betekent dat soms onderzoek moet worden gedaan naar de bodemkwaliteit. Indien daaruit blijkt dat er sprake is van een (vermoedelijk) ernstige bodemverontreiniging wordt in deze paragraaf aangegeven hoe daar in relatie met de beoogde bestemming mee wordt omgegaan. Daaruit zal moeten blijken dat de beoogde bestemming haalbaar is.

6.6.1 Plangebied

De Indicatieve Bodemkwaliteitkaart Rotterdam, die in 2010 is bijgewerkt, geeft een indicatie van de mate waarin de bodem in een bepaald gebied is verontreinigd. In het hele plangebied is de contactzone, de bovenste 1 meter vanaf het maaiveld, licht verontreinigd. Ook de ondergrond (vanaf 1 meter onder maaiveld) in het plangebied is licht verontreinigd. Plaatselijk kunnen er altijd puntbronnen (incidenteel sterkere verontreiniging) aanwezig zijn. Daarom moet er voordat er nieuwbouw plaatsvindt worden nagegaan of de bodem schoon genoeg is voor de beoogde functies.

Ter plaatse van de nieuwbouwlocatie Schieoevers West I is in 2005 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Op basis van dit onderzoek wordt de locatie geschikt geacht voor het huidige gebruik als speelplaats. Voordat de bodem geschikt kan worden geacht voor de woonbestemming zal (in het kader van de bouwvergunning) een onderzoek moeten worden verricht naar de dieper gelegen verontreinigingen met minerale olie en naftaleen. Ook zal dan een onderzoek moeten worden verricht naar de lokaal in het grondwater aangetroffen benzeenverontreiniging.

Voor een deel van de ontwikkelingslocatie Staringbuurt (Nicolaas Beetsstraat 29-45 / Vosmaerstraat 1-9) is in 2006 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Een deel van de onderzochte locatie blijkt sterk te zijn verontreinigd met zware metalen (het gaat naar schatting om 25 m3 grond). Voor deze bodemverontreiniging geldt een saneringsplicht. Omdat er geen sprake is van gezondheidsrisico's, en ook niet van ecologische- en verspreidingsrisico's, kan de sanering worden uitgesteld totdat er activiteiten in de grond plaatsvinden. Als er bij de sloop en nieuwbouw van de Staringbuurt handelingen met de verontreinigde grond plaatsvinden, moet een saneringsplan worden opgesteld.