Plan: | Scheepvaartkwartier |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1032Scheepkwart-oh01 |
De Europese Unie heeft richtlijnen opgesteld om de biodiversiteit te behouden. Nederland heeft hieraan uitwerking gegeven in de Natuurbeschermingswet, die vooral gericht is op het beschermen van gebieden en de Flora- en faunawet die vooral gericht is op de bescherming van soorten.
De Natuurbeschermingswet beschermt specifieke gebieden (Natura 2000) op basis van Europese richtlijnen: Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn, Wetlands en Beschermde Natuurmonumenten. Voor deze juridisch beschermde gebieden gelden per gebied specifieke instandhoudingsdoelen voor de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. Daarnaast kan hier ook het beschermen van soorten op basis van de Flora- en faunawet van toepassing zijn.
De Flora- en faunawet regelt de soortbescherming en geldt voor heel Nederland. Voor alle in het wild levende planten en dieren geldt een algemene zorgplicht. Tevens is een lijst van kracht met beschermde soorten. De bescherming van deze soorten is nader uitgewerkt in verbodsbepalingen.
Bij het opstellen van het bestemmingsplan dient rekening te worden houden met de gevolgen van het plan voor de natuur. Gekeken dient te worden of ten gevolge van het plan, of bij de uitvoering van het plan geen blijvende schadelijke effecten zullen optreden aan gebieden en soorten. Dit moet 'op voorhand in redelijkheid' worden ingeschat via een deskundigenrapport (zgn. natuurtoets, of ecologische toets).
Als er mogelijk effecten zijn, moet aannemelijk worden gemaakt dat daarvoor een ontheffing Flora- en faunawet kan worden verkregen en/of dat met zorgvuldig handelen schade kan worden voorkomen. Op grond van de Natuurbeschermingswet geldt een vergunningplicht. Als een vergunning nodig is, dan moet, om de uitvoerbaarheid voor het bestemmingsplan aan te tonen, aannemelijk worden gemaakt dat een vergunning kan worden verleend, zo nodig met mitigerende maatregelen, of door middel van compensatie.
Ten behoeve van de ontwikkelingen in het plangebied is ecologisch onderzoek gedaan.
Het Scheepvaartkwartier ligt niet in of nabij een gebied dat is aangewezen in het kader van de natuurbeschermingswet. Wel grenst het Scheepvaartkwartier aan de Nieuwe Maas. Deze rivier maakt onderdeel uit van de EHS en is hierin aangewezen als ecologische verbinding van nationaal belang. Belangrijke waarden van dit gebied zijn de getijdenplekken die op diverse plekken langs de River aanwezig zijn, evenals de functie voor vismigratie. Vooralsnog zijn er geen plannen die wijzigingen in het karakter en functies van de havens tot gevolg zouden hebben. Het is daardoor niet te verwachten dat er een effect optreedt m.b.t. de functie van de Nieuwe Maas als EHS zone. Er liggen eerder kansen om de kwaliteit van de EHS zone verder te versterken door b.v. getijdenplekken te creëren.
Vanwege het verharde, sterk stedelijke karakter van een groot deel van het projectgebied en daarmee de sterke menselijke beïnvloeding is het onwaarschijnlijk dat er hier geschikte groeiplaatsen voor strikt beschermde plantensoorten aanwezig. Strikt beschermde flora zijn wel aanwezig in de vorm van muurflora. Deze bevinden zich op alle oudere kademuren rondom het Scheepvaartkwartier.
De meeste van de mogelijk voorkomende diersoorten, zijn beschermd onder de eerste beschermingscategorie van de Flora- en faunwet. Het betreft hier o.a. soorten als egel en mol, welke tot in de binnenstad kunnen worden aangetroffen, veelal in tuinen en gazon. Voor beide soorten geldt een algemene vrijstelling voor het vestoren en/of aantasten van vaste rust- en verblijfplaatsen. De zorgplicht is wel altijd van toepassing.
Aanwezigheid van een aantal strikt beschermde soorten is in het Scheepvaartkwartier niet uit te sluiten. In Het Park en park Schoonoord is aanwezigheid van vleermuizen en jaarrond beschermde vogels (zoals sperwer) zeker te verwachten, blijkend uit de natuurdatabase Rotterdam. In de bebouwde delen van Scheepvaartkwartier zijn alleen vleermuizen en jaarrond beschermde vogels te verwachten. De meest geschikte locaties zijn de straten met oudere en historische gebouwen. Een ontwikkeling van belang kan zijn de uitbreiding/plannen m.b.t. panden aan de van Vollenhovenstraat. Afgaand van de locatie en bouweigenschappen zijn zowel vleermuizen alsook gierzwaluw en huismus hier te verwachten. Tijdens de veldverkenning op 24 mei 2011 zijn beide vogelsoorten in de directe omgeving (Scheepstimmermanlaan) waargenomen. Een gericht onderzoek zal voorafgaand aan uitvoering hier noodzakelijk zijn om vast te stellen of vaste rust- en verblijfplaatsen daadwerkelijk aanwezig zijn. Bij aantasting van verblijfplaatsen en/of grote delen van leefgebieden kan een ontheffingsplicht gelden voorafgaand aan uitvoering.
Voor het vaststellen van het bestemmingsplan is nader onderzoek en aanvragen van eventuele ontheffing echter niet verplicht. Dit komt aan de orde voorafgaand aan de daadwerkelijke uitvoering van werkzaamheden en valt onder de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer. Indien een ontheffingsaanvraag nodig is kunnen hieraan mitigerende en compenserende voorwaarden worden gesteld, waar in het inrichting- en bouwplan rekening mee zal moeten worden gehouden. Met een goed onderbouwd onderzoek en de juiste maatregelen zal een ontheffing naar verwachting verleend worden. Met inachtneming van bovenstaande zaken staat flora- en fauna de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.