Plan: | Scheepvaartkwartier |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1032Scheepkwart-oh01 |
Algemeen
Met de komst van de Wet ruimtelijke ordening in 2008 kunnen ook gemeenten hun gemeentelijk beleid vastleggen in structuurvisies. In Rotterdam zijn er een viertal structuurvisies in ontwikkeling: structuurvisie "Stadshavens", "Central District" (deze twee zijn reeds vastgesteld), "Hart van Zuid" en "Stadionpark". Ter verwezenlijking van de doelen in het ruimtelijk beleid stelt de gemeente bestemmingsplannen op. In Rotterdam zijn er twee typen bestemmingsplannen te onderscheiden het zogenoemde gebiedsbestemmingsplannen en projectbestemmingsplannen. Gebiedsbestemmingsplannen worden opgesteld door de dienst Stadsontwikkeling naar aanleiding van een meerjarenplanning. Wanneer een bepaalde ontwikkeling buiten het opstellen van een gebiedbestemmingsplan valt, kan daar een projectbestemmingsplan voor opgesteld worden, door een initiatiefnemer.
Vastgesteld op 29 november 2007 door de Rotterdamse gemeenteraad
De Stadsvisie vormt het ruimtelijk kader voor alle investeringen, projecten en plannen die in de stad worden gerealiseerd. De Stadsvisie is een ontwikkelingsstrategie voor de stad Rotterdam, voor de periode tot 2030. De Stadsvisie heeft als missie een sterke economie en een aantrekkelijke woonstad.
Deze missie is uitgewerkt in een aantal kernbeslissingen op de onderwerpen wonen en economie en deze bepalen wat er de komende jaren op deze gebieden gebeurt in de stad. Veel van de kernbeslissingen zullen de komende vijftien jaar worden omgezet in de uitvoering van een aantal (bouw) projecten in de stad, waardoor Rotterdam over pakweg vijftien jaar inderdaad een sterke economie heeft en aantrekkelijke woongebieden kent, ook voor haar hoogopgeleide bewoners.
Op basis van effectmeting zijn dertien gebiedsontwikkelingen aangewezen die het belangrijkst zijn voor de realisatie van de doelen 'sterke economie' en 'aantrekkelijke woonstad', zogenoemde VIP-gebieden. Deze dertien grote gebiedsontwikkelingen krijgen prioriteit in de nabije toekomst (de komende 10 jaar).
Een belangrijke rol voor een sterke economie is weggelegd voor het kenniscluster Erasmus MC-Hoboken. Een deel van het aangewezen vipgebied Erasmus MC-Hoboken valt binnen de plangrenzen van het bestemmingsplan Scheepvaartkwartier. Het betreft het deel dat is gelegen ten westen van 'het Park'. Hier kunnen ontwikkelingen plaatsvinden die het vipgebied versterken.
Het scheepvaartkwartier draagt voor een belangrijk deel ook bij aan een aantrekkelijke woonstad. In het gebied zijn veel woningen van goede kwaliteit woningen aanwezig. Tevens zijn er nog mogelijkheden verouderde kantoren in het gebied in te zetten om een nieuw kwalitatief stedelijk woongebied te realiseren. Hiermee kan in de toekomst een bijdrage geleverd aan de opgave voor verdichting met woningen voor de Rotterdamse binnenstad.
Het bestemmingsplan Scheepvaartkwartier draagt zorg voor een actueel planologisch juridisch kader waarin de belangrijke cultuurhistorische waarden van de wijk worden geborgd. De gewenste verdere verdichting die de stadsvisie voor staat wordt nog niet mogelijk gemaakt met dit bestemmingsplan.
Vastgesteld op 19 juni 2003 door de Rotterdamse gemeenteraad
De gemeentelijke woonvisie beschrijft de aanpak van de huisvesting tot 2006 en de koers naar 2017. Het verwoordt de ambities om van Rotterdam een aantrekkelijke woonstad te maken voor iedereen. Om het woningaanbod substantieel om te vormen, is de eerste voorwaarde dat het bouwtempo omhoog gaat. Ook wil de gemeente het eigen woningbezit in de stad stimuleren. Verder wordt het verbeteren van woningen, woonomgeving, buitenruimte en voorzieningen nagestreefd waarvoor herstructurering de meeste aangewezen oplossing is. Tevens is de wenselijkheid aangegeven om in beperkte mate en onder strikte randvoorwaarden nieuwe woningen te realiseren in een hoogwaardige woonmilieu om mensen met hogere inkomens voor de stad te behouden. De woonvisie doet geen gebiedsgerichte uitspraken. Op 11 oktober 2007 is de geactualiseerde visie "wonen in Rotterdam, geactualiseerde woonvisie 2007-2010" vastgesteld. Het betreft een instrumentele uitwerking van de Stadsvisie op het onderwerp wonen op de korte termijn. De geactualiseerde woonvisie richt zich op acties in de huidige woningmarkt, binnen de kaders van het collegeprogramma, om zo de ambitie van de Stadsvisie te helpen realiseren.
Het Scheepvaartkwartier is een gemengd gebied waar wonen en werken plaats vindt. Het Scheepvaartkwartier voldoet reeds voor een belangrijk deel aan de ambities van de woonvisie. De aantrekkelijkheid is metname gelegen in de historische uitstraling van de wijk en de vele kwalitatieve woningen. Tevens zijn er nog mogelijkheden verouderde kantoren in het gebied in te zetten om een nieuw kwalitatief stedelijk woongebied te realiseren. Hiermee kan in de toekomst een bijdrage geleverd aan de opgave voor verdichting met woningen voor de Rotterdamse binnenstad.
Het bestemmingsplan Scheepvaartkwartier draagt zorg voor een actueel planologisch juridisch kader waarin de belangrijke cultuurhistorische waarden van de wijk worden geborgd. De gewenste verdere verdichting die de woonvisie voor staat wordt nog niet mogelijk gemaakt met dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan maakt het behouden en versterken van de kwalitatieve woonomgeving mogelijk.
Vastgesteld op 4 december 2008 door de Rotterdamse gemeenteraad
De verdere ontwikkeling van de binnenstad staat centraal in het stedelijk beleid van Rotterdam. De verdichting die in de jaren tachtig is ingezet, zet versneld en versterkt door. Als belangrijke taak van de gemeente in de verdere ontwikkeling van de binnenstad zien wij dan ook het stimuleren van initiatieven met kwaliteit. Dat is nodig voor een succesvolle ontplooiing van de binnenstad.
De tien belangrijkste punten om tot een city lounge te komen:
De metafoor voor de kernopgave is: de binnenstad ontwikkelen als een vitale kwaliteitsplek voor ontmoeting, verblijf en vermaak om zodoende een essentiële bijdrage te leveren aan de Rotterdamse Quality of life. Het binnenstadplan geeft een vertaling van 'the City Lounge' voor de binnenstadskwartieren: Centraal District Rotterdam, Oude Westen, Lijnbaankwartier/Coolsingel, Laurenskwartier, EMC/Hoboken, Cool, Wijnhaveneiland/Oudehaven/Boompjes, Scheepvaartkwartier, Kop van Zuid.
Kansen voor het Scheepvaartkwartier liggen in het koesteren van de opzet en bebouwing van de wijk. Vanuit de ambitie centrumwonen wordt er gestreefd naar een woonmilieu met een mix van chique-maritiem wonen en waterlife-leisure. Dit wonen vindt plaats in hoogbouw met stadswoningen in de plint, of tot woongebouwen getransformeerde kantoorvilla's. Het oostelijk deel van het gebied valt in de hoogbouwzone (ambitie groundscraper).
Het bestemmingsplan Scheepvaartkwartier draagt zorg voor een actueel planologisch juridisch kader waarin de belangrijke cultuurhistorische waarden van de wijk worden geborgd. De gewenste verdere verdichting die het binnenstadsplan voor staat wordt nog niet mogelijk gemaakt met dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan maakt het behouden en versterken van een kwalitatief Scheepvaartkwartier, als onderdeel van de binnenstad, mogelijk.
Vastgesteld op 3 december 2009 door de Rotterdamse gemeenteraad
Het Verkeersplan Binnenstad “Citylounge Bereikt” geeft handen en voeten aan het binnenstadsplan “Binnenstad als Citylounge” en maakt het mogelijk de binnenstad programmatisch te verdichten en zowel aantrekkelijk als goed bereikbaar te zijn voor alle verkeerssoorten. Een nieuwe balans tussen de auto, fiets, voetgangers en het openbaar vervoer is noodzakelijk: het integraal mobiliteitsconcept. Het verduurzamen van mobiliteit is essentieel, omdat een sterke economische ontwikkeling en een aantrekkelijk verblijfsklimaat hoge eisen aan mobiliteit stellen.
Voor het verkeer uit omliggende wijken van het centrum wordt ingezet op het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer en fiets. Het doorgaand stedelijk autoverkeer wordt op een aantal belangrijke stedelijke entreeroutes geconcentreerd. Op deze routes wordt ingezet op verbetering van de doorstroming. Autoverkeer van buiten de stad naar de binnenstad wordt gestimuleerd om gebruik te maken van P&R-locaties. Aan de rand van de binnenstad komen nieuwe grote parkeergarages (Park en Walk) voor bezoekers, zodat er minder verkeer in het hart van de binnenstad plaatsvindt.
De hoofdroutes voor autoverkeer naar de binnenstad liggen deels om het Scheepvaartkwartier heen. In de oost-west richting wordt door verkeersmanagement de doorstroming van het autoverkeer verbeterd op de route Maasboulevard-Boompjes- Westzeedijk-DFplein (stedelijke entreeroute). Op de kruisingen krijgen belangrijke autostromen, zoals Maastunnel-Westzeedijk en Vasteland-Erasmusbrug, prioriteit.
Het bestemmingsplan heeft de verkeers- en verblijfsgebieden in het Scheepvaartkwartier verankerd in het bestemmingsplan.
Vastgesteld op 2 april 2009 door de Rotterdamse gemeenteraad
Op 2 april 2009 heeft de gemeenteraad van Rotterdam de visie Werklocaties 2030 vastgesteld. Deze visie is de ruimtelijk-economische uitwerking van de Stadsvisie Rotterdam 2030 en tevens een vertaling naar de werklocaties in de regio Rotterdam. Werklocaties zijn gebieden waarin de economische functie(s) dominant aanwezig zijn. Het doel van de Visie Werklocaties 2030 is de bijdrage van de verschillende deelgebieden aan de gewenste economische ontwikkeling van Rotterdam en regio in kaart te brengen. De visie Werklocaties 2030 geeft inzicht in de vraag naar welke ontwikkelingen waar mogelijk zijn en in de match tussen publieke en private belangen. Het gaat hier om het vaststellen van de hoofdlijnen voor de ruimtelijk - economische ontwikkeling. Hierdoor ontstaat een kader voor de toetsing van projecten op hun bijdrage aan de doelen van de Stadsvisie Rotterdam 2030. Vanuit dit perspectief wordt Rotterdam gekenmerkt door drie ontwikkelingszones met belangrijke werklocaties: de haven- en industriële zone (Maasvlakte 2, Stadshavens en Ridderster), de kennis- en dienstenzone (Rotterdam Airpark/Schieveen, Alexander en Spaanse Polder/Noordwest) en het kerngebied (Binnenstad, Hart van Zuid, Stadionpark en Kralingse Zoom).
Binnenstad
Het kerngebied is gelegen in de overlap van 2 zones, namelijk de "kennis- en dienstenzone" en de "haven en industriële zone". De belangrijkste opgave in dit gebied is het verder uitbouwen van de binnenstad als een top voorzieningencentrum in de Zuidvleugel van de Randstad. Tot 2030 is het aanbod aan kantorenlocaties in de binnenstad voldoende om aan de vraag te kunnen voldoen. Door middel van transformatie van de Kralingse Zoom naar een campusformule in aansluiting op de Erasmus Universiteit kan het overaanbod aan kantorenlocaties buiten het centrum worden bestreden.
De ontwikkeling van de detailhandel- en leisureprojecten op en rond de Coolsingel is belangrijk om de stad aantrekkelijk(er) te maken voor bezoekers en bedrijven. De realisatie van het Hoboken complex van het Erasmus Medisch Centrum geeft nieuw elan aan de ontwikkeling van de medische sector op internationaal niveau. In het gedeelte van Stadshavens dat zich in het kerngebied bevindt kan ingezet worden op de gewenste functiemenging.
Het Scheepvaartkwartier draagt bij aan de visie door te voorzien in relatief kleinschalige kantoorvilla's en werklocaties, waarmee het totale aanbod aan kantoorfaciliteiten in Rotterdam gevarieerd is. Het bestemmingsplan Scheepvaartkwartier heeft het aanbod aan kantoorpanden positief bestemd.
Vastgesteld in maart 2011 door de Rotterdamse gemeenteraad
De vastgestelde Hoogbouwvisie 2011 vormt een herijking van het oude hoogbouwbeleid en geldt voor alle nieuwe hoogbouwinitiatieven. De herziening bestaat uit een viertal onderdelen die de kern vormen van dit beleid: de hoogbouwzone en maximum hoogte, de 'continue stad', het klimaat en volume- en "slankheidsregels". Daarnaast zijn er voor gebouwen die tot de hoogbouwzone worden gerekend aanvullende eisen ten aanzien van daklandschappen, beëindiging, parkeren, duurzaamheid en vergunningen.
In Rotterdam kan een lijn worden getrokken die vanaf het Hofplein via de Coolsingel eindigt op het Wilhelminaplein. Dit is de ruggengraat van de Rotterdamse hoogbouw, waar de diverse deelgebieden op aansluiten, de zogenaamde hoogbouw-as. Aan deze as grenzen de locaties waar een concentratie van hoogbouw aanwezig is: het Centraal District Rotterdam, Het Wijnhaveneiland en de Kop van Zuid. Vanuit hier loopt de hoogbouw in de binnenstad af naar 70 meter richting de grenzen van de hoogbouwzone. De grens, die in hoofdlijnen de afbakening is voor het hoogbouwbeleid, is de brandgrens. Enkele gebieden binnen deze grens hebben specifieke karaktereigenschappen waardoor een verdere verdichting door hoogbouw onwenselijk is. Ook zijn er gebieden buiten deze grens die juist wel voor hoogbouw in aanmerking komen. Voor de hoogbouw in de binnenstad wordt een theoretisch maximale hoogte van 200 meter gesteld. De maximale hoogte is een dynamische begrenzing en groeit mee met de stad.
Hoogbouw moet onderdeel uitmaken van de zogenoemde 'stedelijke laag'. Deze stedelijke laag is het deel van een gebouw dat door voorbijganger het meest ervaren wordt: de begane grond en de eerste paar etages. Door de onderbouw ruimer te maken kunnen aantrekkelijke en onaantrekkelijke functies in de plint beter verdeeld worden. Functies die bijdragen aan levendigheid moeten de overhand hebben (woningen, winkels, horeca).
De gemeente heeft gebieden en plekken aangewezen die representatief zijn voor de binnenstad of zich kenmerken door een hoge mate van gebruik. Op deze locaties gelden specifieke regels t.a.v. het klimaat (schaduw en wind). De hoogbouwvisie stelt specifieke volume en slankheidseisen. De onderbouw van een toren moet de hele bouwkavel omvatten. De hoogte van de onderbouw hangt af van de zogenoemde Rotterdamse laag. De bovenbouw mag maximaal 50% bebouwd worden. Daarnaast worden er eisen gesteld aan de maximale vloeroppervlaktes. Aanvullende eisen ten aanzien van daklandschappen en terrassen, parkeren en mobiliteit, duurzaamheid en vergunningenbeleid dragen verder bij aan kwalitatieve hoogbouw in de stad.
In het oostelijk deel van het Scheepvaartkwartier is hoogbouw aanwezig en kunnen in de toekomst op basis van het hoogbouwbeleid nieuwe ontwikkelingen ontstaan. Nieuwe hoogbouwontwikkelingen zijn niet in het bestemmingsplan Scheepvaartkwartier mogelijk gemaakt.
Vastgesteld op 30 juni 2009 door B&W.
In Rotterdam wonen mensen die om verschillende redenen onvoldoende zelfredzaam zijn om zelfstandig aan een nieuwe toekomst te bouwen. Ze hebben begeleiding nodig en speciale voorzieningen. Om de komst van zulke voorzieningen in de Rotterdamse wijken beter te sturen en zorgvuldig te begeleiden, is het Platform Huisvesting Bijzondere Doelgroepen (Platform HBD) opgericht. In het platform werken vertegenwoordigers van gemeente, zorginstellingen en woningcorporaties samen. Het Platform Huisvesting Bijzondere Doelgroepen heeft gekozen voor een systematiek van zonering voor de vestiging van nieuwe residentiële voorzieningen. Zonering is van belang om ervoor te zorgen dat kwetsbare doelgroepen op passende locaties worden gehuisvest, daar waar het woonmilieu dit kan dragen. Ook helpt zonering om op het niveau van de stad en binnen deelgemeenten een meer evenwichtige verdeling van de huisvesting van kwetsbare groepen te realiseren. De afgelopen jaren is met de uitvoering van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang van dak- en thuislozen veel ervaring opgedaan met evenwichtige verdeling van nieuwe vestigingen over de stad en binnen deelgemeenten. Gekozen is voor een taakstelling per deelgemeente naar rato van de draagkracht van wijken voor het huisvesten van deze doelgroep.
Het protocol voor de realisering van nieuwe voorzieningen heeft twee doelen:
Bij de uitvoering van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang wordt bij de huisvesting van de doelgroep gewerkt volgens een door de raad vastgesteld proctocol en geldt het beleidskader Huisvesting Bijzondere Doelgroepen. Daaruit blijkt dat de verantwoordelijke deelgemeente een belangrijke rol heeft in de keuze voor de locatie, in dit geval is dat deelgemeente Centrum.
In deze Intensief Beschermde Woonvorm (IBW) wonen Rotterdammers die door langdurig gebruik van verslavende middelen in combinatie met lichamelijke en psychische ziekten moeilijk zelfstandig kunnen leven. Het gaat om mensen die erg kwetsbaar zijn en die gebaat zijn bij rust, regelmaat en orde. De bewoners nemen zo veel mogelijk deel aan activeringsprogramma's. Het kan zijn dat ze deze volgen in het pand zelf, maar ook op andere locaties waar dagbesteding en/of activering wordt aangeboden. Dit is afhankelijk van de inhoud van het activeringsplan van de bewoner, wat weer een onderdeel is van het begeleidingsplan. De Nico Adriaans Stichting is verantwoordelijk voor de gang van zaken van deze voorziening.
Scheepvaartkwartier
Het beleid huisvesting bijzondere doelgroepen Rotterdam geeft aan dat er in het Scheepvaartkwartier nog beperkte ruimte is voor een dergelijke voorziening. Gedurende de planperiode kan uitsluitend na het met succes doorlopen van een daartoe strekkende planologische procedure, krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en met toepassing van dit beleid, huisvesting voor bijzondere doelgroepen worden gerealiseerd. Een terinzagelegging met de mogelijkheid voor belanghebbenden een zienswijze in te brengen en daarna zo nodig het besluit aan te vechten tot aan de Raad van State, maken deel uit van deze procedure.
Exodus
Binnen het plangebied is op het adres Westzeedijk 116 'Exodus' gevestigd. Exodus biedt een woonplek en ondersteuning aan ex-gedetineerden en gedetineerden in de laatste fase van hun straf die gemotiveerd zijn uit de criminaliteit te stappen. Deze functie is mogelijk binnen een (normale) bestemming wonen.
Vastgesteld op 18 februari 2003 door de Rotterdamse gemeenteraad
Het verkeer- en vervoersbeleid voor de stad Rotterdam is vastgelegd in het Verkeer- en Vervoersplan Rotterdam 2003- 2020 (VVPR). Het plan beschrijft de noodzakelijke ontwikkelingen in Rotterdam op het gebied van verkeer en vervoer voor de komende 15 a 20 jaar. Rotterdam is onderdeel van de stedelijke regio die grofweg wordt gevormd door het gebied tussen het stadsgewest Haaglanden, Gouda en de Drechtsteden. Deze Zuidvleugel van de Randstad functioneert steeds meer als een samenhangend gebied van wonen, werken, winkelen en recreëren. Rotterdam heeft de ambitie en potentie om zich te ontwikkelen tot centrum van deze Zuidvleugel. Als wereldhaven heeft Rotterdam Europese uitstraling en is de stad een belangrijke kern in de Randstad. In Europees perspectief is het voor de economische concurrentiepositie van levensbelang dat de Randstad zich de komende jaren ontwikkelt tot een samenhangende Europese deltametropool. De mate van bereikbaarheid bepaalt of deze deltametropool levensvatbaar is. Verkeer en vervoer zijn succesfactoren in het realiseren van onze ambities. Een paar uitgangspunten zijn:
Het RVVP sluit nauw aan op het in 2003 vastgestelde Regionale Verkeer- en vervoersplan 2002-2020. Rotterdam legt het accent op een stapsgewijze invulling van het streefbeeld voor de langere termijn. In uitvoeringsprogramma's zullen projecten op een rij worden gezet voor de huidige en de volgende college periodes die volgen.
Het bestemmingsplan heeft de verkeers- en verblijfsgebiedenin het Scheepvaartkwartier verankerd in het bestemmingsplan.
Vastgesteld op 16 mei 2002 door de Rotterdamse gemeenteraad
Op basis van de in de beleidsnota opgenomen wensen en aangeduide oplossingsrichtingen ten aanzien van de plaatsing van antennes, masten en apparatuurkasten en de verschillende gebieden die binnen de stad zijn te onderscheiden is dit beleid geformuleerd.
Vastgesteld op 3 juli 2012 door College van burgemeester en wethouders.
Doel
Centraal in de horecanota 2012-2016 staat het stimuleren van goede initiatieven, het bij elkaar brengen van vraag en aanbod, het vooraf bieden van duidelijke richtlijnen, het beperkt sturen door vergunningverlening en gebiedsgerichte aanpak en het normeren door toezicht en handhaving.
Visie
Vanuit de markt- en leefbaarheidsanalyse op horeca, de uitkomsten van de evaluatie van de vorige horecanota en de stedelijke ambities is de visie op de horeca als volgt geformuleerd: 'bruisende, aantrekkelijke stad met ruimte voor initiatieven van ondernemers'. Deze visie is nader uitgewerkt in een drietal ambities:
Stedelijke focusgebieden, algemene gebiedskaders en horecagebiedsplannen
Om (naast wat het bestemmingsplan nu toestaat) in de toekomst beter te kunnen sturen op welke horeca zich in een bepaald gebied kan vestigen, in het kader van het stimuleren van kwaliteitshoreca en waarborgen van leefbaarheid, worden gebiedsgerichte vestigingsvoorwaarden opgesteld. Om te kunnen komen tot gedegen vestigingsvoorwaarden in een gebied, die recht doen aan de ambities ten aanzien van de horecafunctie van de stad Rotterdam in zijn geheel, zijn een vijftiental stedelijke focusgebieden beschreven. De omschrijvingen van de focusgebieden geven de visie weer hoe deze gebieden zich afzonderlijk en in verhouding tot elkaar zouden moeten ontwikkelingen om recht te doen aan de bovenlokale horecafunctie die in de stad gewenst is. Naast de visie op bovenlokale horeca en de ontwikkelrichting hiervan, is ook in zijn algemeenheid ten aanzien van de hoofdfunctie van gebieden gekeken wat de gewenste ontwikkelrichting is, waarbij onderscheid is gemaakt in 'woongebieden', 'gemengde woongebieden', 'publieksintensieve recreatiegebieden', 'bedrijventerreinen/industriegebieden/havengebied'. Bij inwerkingtreding van de horecanota gelden deze gebiedskaders als toetsingskader voor de vergunningverlening totdat de horecagebiedsplannen zijn vastgesteld. Deelgemeenten maken integrale vierjaarlijkse gebiedsplannen, waar het gebiedsplan horeca nu deel van uit gaat maken. In deze horecagebiedsplannen wordt per deelgemeente de horeca-ontwikkelrichting per buurt/straat/pand weergegeven.
Een logische wijze om via vestigingsvoorwaarden te sturen op kwaliteit en waarborging van de leefbaarheid zijn de Rotterdamse bestemmingsplannen. Bestemmingsplannen bieden echter geen tot zeer weinig sturingsmogelijkheden voor kwalitatieve horeca. In bestemmingsplannen staan ruime omschrijvingen van de mogelijkheden om in bepaalde panden horeca te exploiteren. Tevens worden de plannen voor 10 jaar vastgesteld en is tussentijdse aanpassing niet gebruikelijk. Dit alles betekent dat gerichte planvorming, het stellen van vestigingsvoorwaarden ten aanzien van bepaalde exploitatie categorieën in bepaalde gebieden, op basis van het bestemmingsplan niet mogelijk is. Daarom worden horecagebiedsplannen opgesteld waarin de gewenste ontwikkelrichtingen voor horeca beschreven staat.
Het Scheepvaartkwartier
Het Scheepvaartkwartier valt onder het algemene gebiedskader 'Gemengde woongebieden'. Gemengde woongebieden kenmerken zich door een mix van functies zoals wonen, werken, winkelen, cultuur en horeca. Uitbreiding van horeca is toegestaan, waarbij op straat/pandniveau beoordeeld wordt of de horeca ondersteunend is aan de primaire functie van de betreffende straat (winkelen, cultuur, uitgaan). Er vindt monitoring plaats of de druk van de horeca op de openbare orde en het woon- en leefklimaat niet te groot wordt.
In paragraaf 4.6.10 is weergegeven hoe het horecabeleid is opgenomen in de regels van het bestemmingsplan.
Vastgesteld op 17 juli 2008 door de Rotterdamse Gemeenteraad, vastgesteld op 31 januari 2006 en vastgesteld op 29 september 2009 door de Burgemeester en Wethouders van Rotterdam, vastgesteld op 5 november 2009 door de Rotterdamse Gemeenteraad
In 1992 hebben de Ministers van Cultuur van de bij de Raad van Europa aangesloten landen te Valletta (Malta) het Europese Verdrag inzake de bescherming van het Archeologisch Erfgoed ondertekend. Met het Verdrag van Malta is het streven vastgelegd naar onder meer:
De afspraken van Malta zijn verwerkt in de Wet op de archeologische monumentenzorg, die op 1 september 2007 in werking is getreden. Het zwaartepunt van het archeologiebeleid is bij gemeenten komen te liggen. In een bestemmingsplan moet een gemeente aangeven welke archeologische waarden mogelijkerwijs aan de orde zijn.
Rotterdam draagt sinds 1960 zorg voor het eigen archeologisch erfgoed en is in het bezit van een door het rijk verleende opgravingsbevoegdheid. Het doel van het Rotterdamse archeologiebeleid is: (1) te zorgen voor het behoud van archeologische waarden ter plaatse in de bodem; (2) te zorgen voor de documentatie van archeologische waarden indien behoud ter plaatse niet mogelijk is; (3) te zorgen dat de resultaten van het archeologisch onderzoek bereikbaar en kenbaar zijn voor derden. De gemeente Rotterdam bezit een vastgestelde Archeologische Waarden- en Beleidskaart (AWK), een vastgestelde Beleidsnota Archeologie 2008-2011 en een vastgestelde lijst met Archeologisch Belangrijke Plaatsen (ABP's), die opgenomen zijn in de eveneens vastgestelde Archeologieverordening Rotterdam. Genoemde beleidsinstrumenten moeten een tijdige en volwaardige inbreng van archeologische belangen bij ruimtelijke ontwikkelingen waarborgen.
In paragraaf 3.2 is het archeologie beleid specifiek gemaakt voor het bestemmingsplan Scheepvaartkwartier.
Vastgesteld op 3 februari 2005 en vastgesteld op 30 september 2010 door de Rotterdamse
gemeenteraad.
In de beleidsnota Collectie Rotterdam, Monumentenbeleid 2005-2008 en de Monumentenverordening worden de bakens voor de toekomst van het Rotterdamse erfgoed uitgezet. Rode draad is de opvatting dat cultuurhistorie onlosmakelijk verbonden is met ruimtelijke kwaliteit en identiteit. De monumenten en beschermde stadsgezichten zijn de bewezen kwaliteiten van de stad en vertellen het verhaal van Rotterdam. Het monumentenbeleid van de gemeente Rotterdam is erop gericht de historische gelaagdheid van de stad te behouden voor toekomstige generaties en de kennis over de historische bebouwde omgeving te vergroten.
In paragraaf 3.3 is het cultuurhistorie beleid specifiek gemaakt voor het bestemmingsplan Scheepvaartkwartier.
Vastgesteld op 28 oktober 2009 door Burgermeester en Wethouders
Op 28 oktober 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders de Rotterdamse norm voor buitenspeelruimte als vaste gedragslijn vastgesteld. Deze norm omschrijft waar en hoe groot ruimtes voor buitenspelen in de woonomgeving dienen te zijn, zowel wat betreft locaties als stoepen, zodat kinderen en jongeren ruimte dichtbij huis hebben om te spelen en te sporten. In het Scheepvaartkwartier spelen hieromtrent geen bijzonderheden. Het bestemmingsplan maakt geen bijzondere nieuwe speelvoorzieningen mogelijk.
Rotterdam is de evenementenstad van Nederland. Dat is niet toevallig ontstaan, maar het resultaat van een consistent gemeentelijk beleid. Met onze evenementen bereiken we vrijwel de gehele Rotterdamse bevolking en telkens weer blijkt dat de Rotterdammers trots zijn op 'hun' evenementen. Met de festivals vieren we ook onze Rotterdamse identiteit. Toch is het tijd voor een herijking en meer richting in het evenementenbeleid. Een herijking die er allereest voor zorgt dat de bezoekers de dbest denkbare Rotterdam ervaring aangboden krijgen, maar die net zo zeer een effectieve strategie is om Rotterdam sterker en gerichter te profileren als een stad waar het prettig wonen, werken en verblijven is. Er is een sterke wil meer nadruk te leggen op 'quality of life' aspecten en duurzaamheid. Kwaliteit gaat boven kwantiteit Er is een grote nadruk op het belang van internationalisering en het veroveren van een relevante internationale positie. Rotterdam wil zich positioneren als een internationale stad. Er is sprake van een herontdekking van de potenties die de stad heeft: laat zien en versterk wat goed is en bouw daarop voort. De herijking evenementenbeleid zet in op een hoger rendement van de festivals voor de stad; de basis op orde, meer focus: 'beter' gaat voor 'meer' en 'groter' ; en een sterker internationaal profiel.
In het Scheepvaartkwartier vinden jaarlijks verschillende grote en kleinere evenementen plaats. Voor het Scheepvaartkwartier zijn enkele gebiedsprofielen opgesteld, op basis waarvan mede bepaald wordt welke evenementen ter plaatse wenselijk en vergunbaar zijn (Locatieprofielen Parkkade, Parklaan, Westerkade, Willemsplein, Willemskade Veerhaven, Het Park).
Er worden steeds meer evenementen georganiseerd in Rotterdam en er komen ook steeds meer mensen op af. Ze zijn een aanwinst voor de stad, omdat ze van Roterdam een attractieve stad maken. Tegelijkertijd vragen de (vaak grootschalige) evenementen om duidelijke afspraken om de veiligheid van bezoekers, deelnemers en omwonenden te garanderen en de openbare orde te handhaven. In de Nota Evenementenvergunningen is de informatie over vergunningen gestroomlijnd en geactualiseerd. Alle relevante procedures, voorschriften en afspraken staan erin gebundeld en zijn inhoudelijk op elkaar afgestemd.
Deze nota beschrijft de werkwijze voor het verlenen van vergunningen voor evenementen in de stad en daarmee ook voor het Scheepvaartkwartier. Er worden geen maximum aantallen evenementen gehanteerd voor locaties of gebieden. Wel wordt er zo veel mogelijk rekening gehouden met de bewoners door bijvoorbeeld evenementen niet weekenden achter elkaar in te plannen op eenzelfde locatie maar er wel een "rustperiode" tussen te laten zitten.