Plan: | Afrikaanderwijk |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1029Afrkndrwijk-oh01 |
Binnen het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico zegt iets over de theoretische kans op overlijden op een bepaalde plaats voor een persoon die een jaar lang op die plaats zou staan. Hiervoor geldt dat een kans groter dan 1 op de miljoen per jaar (10-6/jaar) onacceptabel wordt geacht. De norm voor het plaatsgebonden risico is bij kwetsbare objecten een grenswaarde die niet mag worden overschreden. Bij beperkt kwetsbare objecten is de 10-6/jaar-norm een richtwaarde die alleen mag worden overschreden als daar gewichtige redenen voor zijn. Het is aan het lokale bevoegd gezag (de gemeente) om een invulling te geven aan het begrip "gewichtige reden". Hierbij kan worden gedacht aan het toestaan van een extensief gebruikt terrein, zoals een sportveld, binnen de 10-6-plaatsgebonden risicocontour. Ook kan worden gedacht aan het opvullen van een open plek in bestaand stedelijk gebied.
In tegenstelling tot het plaatsgebonden risico, dat in één getal kan worden uitgedrukt, wordt het groepsrisico door een (grafiek)lijn weergegeven. Naarmate de groep mogelijke slachtoffers groter wordt, moet de kans op zo'n ongeval kleiner zijn. Bij stationaire bronnen ligt de lijn op 10-5/jaar voor tien slachtoffers en 10-7/jaar voor 100 slachtoffers. Voor de transportmodaliteiten weg, rail, water en buisleiding ligt de lijn op 10-4/jaar voor 10 slachtoffers en 10-6/jaar voor 100 slachtoffers. De normen voor het groepsrisico weerspiegelen geen grenswaarde maar een oriënterende waarde. Dit houdt in dat bij de beoordeling van het groepsrisico het lokaal en regionaal bevoegd gezag de mogelijkheid geboden wordt om gemotiveerd van de oriënterende waarde af te wijken. Een afwijking moet in een openbare en goed inzichtelijke belangenafweging door het bevoegd gezag worden gemotiveerd.
Plangebied
Het plangebied ligt in de invloedssfeer van het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, het traject Rotterdam-Lombardijen v.v. Rotterdam Centrum dat ten oosten van het plangebied is gelegen. De afstand van het plangebied tot aan het spoor is ten minste 335 meter. In het bestemmingsplangebied, of in de directe omgeving, komen geen andere risicobronnen voor.
De 10-6 plaatsgebonden risicocontour van het transport van gevaarlijke stoffen is 12 meter uit het hart van het spoor, deze contour ligt dus op ruime afstand van het plangebied.
Uit onderzoek blijkt dat bij het huidige (2006) transport het huidige groepsrisico 27,2 maal de oriënterende waarde bedraagt, uitgaande van het vervoer van brandbare gassen in bonte treinen en 1,9 maal de oriënterende waarde bedraagt, uitgaande van het vervoer van brandbare gassen in bloktreinen. Deze bandbreedte wordt weergegeven omdat ProRail niet kan aangeven welk deel van het transport in 2006 in bonte treinen of bloktreinen is vervoerd. Bij het toekomstige transport (Marktprognose uit 2007 voor het jaar 2020) is het groepsrisico 21,3 maal de oriënterende waarde als brandbare gassen in een combinatie van bonte treinen en bloktreinen worden vervoerd en 3,1 maal de oriënterende waarde als brandbare gassen in de toekomst in bloktreinen worden vervoerd. In de Prognose 2007 is wel een verdeling van bonte treinen en bloktreinen gemaakt. Omdat Basisnet Spoor (AMvB Transport van gevaarlijke stoffen) het perspectief biedt op 100% bloktreinen is ook met dit scenario gerekend. Bij 100% bloktreinen kan het ongevalsscenario Warme Bleve niet voorkomen. Deze risicoreducerende maatregel betekent een verbod op samenlading van brandbare gassen met (zeer) brandbare vloeistoffen in één trein.
Een calamiteit op het spoor kan effect hebben op de Afrikaanderwijk bij een toxisch scenario. Het is daarom bij de nieuwbouw in de Afrikaanderwijk van belang dat bij een calamiteit met een gifwolk installaties voor mechanische ventilatie snel uitgeschakeld kunnen worden, zodat het gebouw van de buitenlucht kan worden afgesloten. Zulks kan evenwel niet in een bestemmingsplan geregeld worden.
In het bestemmingsplan Afrikaanderwijk is er na planrealisatie sprake van minder woningen dan in de huidige situatie. Dit heeft een gunstig effect op het berekende groepsrisico. Verder is van belang dat het plangebied is gelegen buiten de 1% letaliteitscontour van het meest geloofwaardige scenario (toxisch scenario).
De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond heeft aangegeven dat de bereikbaarheid van het plangebied voldoende is; het aanrijden van hulpdiensten is mogelijk van meerdere zijden. Er zijn voldoende opstelplaatsen; de bluswatervoorzieningen voldoen aan de eisen die eraan worden gesteld.
Daarom ziet de gemeente Rotterdam het groepsrisico langs het spoor, ondanks de overschrijding van de oriënterende waarde, niet als een belemmering voor het bestemmingsplan Afrikaanderwijk.