direct naar inhoud van 6.6 Bodem
Plan: Bedrijventerrein Noordwest
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1027BedrvnterNW-oh01

6.6 Bodem

De kwaliteit van de bodem wordt gewaarborgd in de Wet Bodembescherming. De bodemkwaliteit kan van invloed zijn op de beoogde functies, of financiële haalbaarheid van een bestemmingsplan. De bodem zelf kan ook verschillende functies hebben, zoals een archeologische-, of aardkundige waarde, energie-opslag, waterberging, drinkwaterwinning. Deze functies worden indien relevant eerder in deze toelichting beschouwd. In deze paragraaf staat de kwaliteit van de bodem centraal.

Ter bescherming van toekomstige gebruikers worden bij nieuwe bestemmingen, of veranderingen van de huidige bestemmingen bepaalde eisen gesteld aan de kwaliteit van de bodem. Dat betekent dat soms onderzoek moet worden gedaan naar de bodemkwaliteit. Indien daaruit blijkt dat er sprake is van een (vermoedelijk) ernstige bodemverontreiniging wordt in deze paragraaf aangegeven hoe daar in relatie met de beoogde bestemming mee wordt omgegaan. Daaruit zal moeten blijken dat de beoogde bestemming haalbaar is.

6.6.1 Plangebied

In 2000 is de Indicatieve Bodemkwaliteitkaart Rotterdam opgesteld. Dit document geeft een indicatie van de mate waarin de bodem in een bepaald gebied is verontreinigd.

  • Er is sprake van een voormalige onderhoudsbaggerspecieloswal. Op het zuidelijke deel van de loswal werd eind zeventiger jaren een foliebak aangelegd, bedoeld voor de tijdelijke opslag van zuiveringsslib. In 1984 is dit tijdelijke depot ontmanteld en afgevoerd naar de Hartelsluizen. In de zeventiger en tachtiger jaren vond er in de Oost-Abtspolder en de nabij gelegen Broekkade illegale stortingen en verbrandingen plaats van afval, waaronder verfblikken, hout en kabel/draadresten. Met het bouwrijp maken als bedrijventerrein kwam hieraan in 1989 een einde. Voor zover bekend, heeft dit niet tot belangrijke extra verontreiniging (dioxines) geleid.
  • Vanaf 1988 is het gebied bouwrijp gemaakt als bedrijventerrein. Begonnen werd met het deel ten oosten van de reeds doorgetrokken Matlingeweg, waarbij niet een integrale laag van minstens een meter zand is aangebracht. Wel is perceelsgewijs zand opgereden, maar niet overal, of minder dan eem meter dik. Vanaf 1990 is ook begonnen met het westelijk deel. Rond 1995 waren bijna alle percelen uitgegeven en volgebouwd.  In de beschikking van 22 mei 1997 voor de locatie bedrijvenpark Rotterdam Noord-West, ten westen van de Matlingeweg, is opgenomen dat "de baggerspecie is afgedekt met zand, variërend in dikte vanaf minimaal 0,25 meter, waarin geen verhoogde gehalten aan zware metalen, minerale olie en EOX zijn aangetroffen." Op het westelijke deel is deels een leeflaag van 1 meter schoon zand aangebracht.
  • Hoewel de loswal Oost-Abtspolder groter is dan het bedrijventerrein Noordwest, is het gebruik hiervan zeer afwijkend van de noordelijke punt, die is benut als stortplaats voor bodemsaneringsgrond. Dit heeft geleid tot belangrijke verschillen in opbouw en kwaliteit van de oppervlakkige bodemlagen.
  • De voormalige onderhoudsbaggerspecieloswal is grotendeels gesaneerd volgens de leeflaagmethode. De kans dat er puntbronnen worden aangetroffen is gering.
6.6.2 Conclusie

In dit bestemmingsplan wordt geen functiewijziging of grondroering voorzien. Op basis van de historische gegevens zoals beschreven in de bodemparagraaf kan worden geconcludeerd dat de bodemkwaliteit voldoet voor vaststelling van het bestemmingsplan. Bij de oprichting van een verblijfsruimte of bodembedreigende activiteit kan verkennend bodemonderzoek in het kader van de omgevingsvergunning noodzakelijk zijn.