direct naar inhoud van 5.3 Huidige watersysteem
Plan: Bedrijventerrein Noordwest
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1027BedrvnterNW-oh01

5.3 Huidige watersysteem

Het plangebied ligt in het noordwesten van Rotterdam. Het gebied bestaat uit het zuidelijke gedeelte van de Oost-Abtspolder, die omstreeks 1876 is drooggemalen. Het plangebied bestaat op dit moment vooral uit bedrijfsbebouwing, wegen, groenstroken en oppervlaktewater. Volgens het huidige bestemmingsplan is het plangebied vooral bestemd voor werken.

De maaiveldhoogte in het gebied varieert tussen de N.A.P. 0 meter en N.A.P. +2,0 meter. Het westelijke deel van het plangebied ligt iets hoger dan het oostelijke deel van het plangebied. De DOP-NOAP ten noorden van het bedrijventerrein ligt daarentegen nog veel hoger. De polders rondom het plangebied liggen enkele meters lager. Op figuur 5.1 zijn de maaiveldhoogten in het plangebied en de omgeving weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1027BedrvnterNW-oh01_0011.jpg"

Figuur 5.1: Maaiveldhoogten in het plangebied

5.3.1 Oppervlaktewater

Het plangebied ligt in het peilgebied POL227I (GPG-1581) Oost Abtspolder dat volgens het peilbesluit een vast peil heeft van N.A.P. +0,1 meter. Op figuur 5.2 is de ligging van de peilgebieden weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1027BedrvnterNW-oh01_0012.jpg"

Figuur 5.2: Peilgebieden Oost-Abtspolder

Het peilgebied Oost-Abtspolder behoort tot het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het water in deze polder wordt verzameld in de polderwaterlopen. Deze polderwaterlopen liggen voornamelijk langs de Matlingeweg en aan de randen van het plangebied. Conform het peilbesluit wordt aan de oostzijde van de polder het water via het combigemaal Oost-Abtspolder (aan de Vareseweg) naar de Delftse Schie, die buiten het plangebied is gelegen, gepompt. De Delftse Schie watert via de Coolhaven, de Parksluizen en de Parkhaven af op de Nieuwe Maas.

In de praktijk is het waterpeil 0,10 meter lager (op N.A.P. +0,0 meter) en vind de afvoer plaats via een stuw aan de zuidkant van het gebied naar het (veel) lager gelegen peilgebied POL227II. Vervolgens wordt het water vanaf hier opgepompt naar de Schiedamse Schie.

In de huidige situatie heeft het plangebied een wateropgaven asl gevolg van lokaal lage maaiveldniveaus door zettingen in het gebied. Dit is met name langs de Matelingeweg het geval. Hierdoor zal eerder wateroverlast ontstaan dan volgens de normen acceptabel is. Het kruispunt tussen de Matelingeweg en de Corkstraat ligt qua maaiveldniveau maar net boven het oppervlaktewaterpeil. Als het waterpeil 0,60 meter kan stijgen voldoet het gebied met het huidige areaal aan oppervlaktewater aan de wateropgave. In onderstaande kaart is weergeven welk maaiveld lager ligt dan de maximale peilstijging van het ontwerp (niveaus tussen N.A.P. +0,10 meter en N.A.P. +0,70 meter).

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1027BedrvnterNW-oh01_0013.jpg"

Figuur 5.3: Te laag gelegen maaiveldniveaus in relatie tot de wateropgave

Door het maaiveld terug te brengen naar het uitgiftepeil zal in de toekomst geen inundatie vanuit de watergang optreden. Vanuit het wegbeheer zal dit in de toekomst gebeuren.

5.3.2 Grondwater

De gemiddelde grondwaterstand in het gebied varieert op basis van de beschikbare gegevens van tussen NAP +0,07 meter en NAP +0,73 meter. De gemiddelde ontwateringdiepte bij de meetlocaties varieert van 0,84 meter tot 1,46 meter. De ontwateringsdiepte bij de peilbuizen is groter dan 80 centimeter, zodat geen grondwateroverlast wordt verwacht vanuit het freatische grondwater bij de locaties waar de peilbuizen staan. Op figuur 5.3 is af te lezen dat delen van het plangebied sterk zijn verzakt. Naar verwachting is daar sprake van grondwateroverlast. Tevens zal de ontwateringsdiepte onder de wegen gering zijn wat mogelijk zorgt voor verkorting van de levensduur van de wegconstructie.

5.3.3 Waterkering

Het plangebied ligt achter primaire en secundaire waterkeringen die deel uitmaken van dijkring 14 (Zuid-Holland). Op een klein hoekje in het uiterste noordoosten na (de boezemkade van de Delftse Schie) ligt het plangebied niet in de buurt van de beschermingszones van waterkeringen.

5.3.4 Regen- en afvalwater

Het plangebied valt binnen rioleringsdistrict Oost-Abtspolder (District 16). Aan de noordzijde van het plangebied wordt via rioolgemaal DOP-NOAP afvalwater het plangebied ingepompt. Via rioolgemaal Abtspolder (120016) aan de Stuttgartstraat wordt al het rioolwater uit het plangebied naar riooldistrict Spaanse Polder (District 12) gepompt. Van daaruit wordt het water naar RWZI Dokhaven gepompt en na zuivering op de Nieuwe Maas geloosd.

Het plangebied heeft reeds een verbeterd gescheiden stelsel. Afvalwater en regenwater worden hierbij gescheiden afgevoerd.

In het plangebied liggen 4 rioolwateroverstorten van het hemelwatersysteem. Drie hiervan lozen op de waterloop langs de Matlingeweg. In de figuur is de ligging van de overstorten weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1027BedrvnterNW-oh01_0014.jpg"

Figuur 5.4: ligging van de overstorten

5.3.5 Waterveiligheid

Voor de waterveiligheid wordt gekeken naar het risico (kans x gevolg) voor overstroming, van met name de primaire waterkering, dus de kering van de Nieuwe Maas.

Risico is de kans van voorkomen van een overstroming, vermenigvuldigd met de gevolgen. De kans wordt bepaald door de normfrequentie die voor de dijkring is vastgesteld. Voor de primaire kering langs de Nieuwe Maas, die onderdeel uitmaakt van dijkringgebied 14, is de normfrequentie 1/10.000 jaar. Dit houdt in dat de kering beschermt tegen hoog water dat gemiddeld eens per 10.000 jaar voorkomt.

De provincie Zuid-Holland heeft voor de gehele provincie berekend hoe het gebied kan onderlopen bij een doorbraak vanuit de Nieuwe Maas en welke overstromingsdiepte op elke locatie bereikt kan worden. In de figuur is de overstromingdiepte rondom het plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1027BedrvnterNW-oh01_0015.jpg"

Figuur 5.5: Overstromingsdiepte in en rondom het plangebied

Uit de figuur 5.5 is op te maken dat wanneer de keringen van de Nieuwe Maas doorbreken het grootste deel van het plangebied droog blijft door de relatief hoge ligging van het gebied. Er valt in dat geval dan ook geen erg grote schade te verwachten bij een overstroming vanuit de Nieuwe Maas.