direct naar inhoud van 6.8 Natuur
Plan: Delfshaven
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1023Delfshaven-oh01

6.8 Natuur

De Europese Unie heeft richtlijnen opgesteld om de biodiversiteit te behouden. Nederland heeft hieraan uitwerking gegeven in de Natuurbeschermingswet, die vooral gericht is op het beschermen van gebieden en de Flora- en faunawet die vooral gericht is op de bescherming van soorten.
De Natuurbeschermingswet beschermt specifieke gebieden (Natura 2000) op basis van Europese richtlijnen: Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn, Wetlands en Beschermde Natuurmonumenten. Voor deze juridisch beschermde gebieden gelden per gebied specifieke instandhoudingsdoelen voor de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna. Daarnaast kan hier ook het beschermen van soorten op basis van de Flora- en faunawet van toepassing zijn.
De Flora- en faunawet regelt de soortbescherming en geldt voor heel Nederland. Voor alle in het wild levende planten en dieren geldt een algemene zorgplicht. Tevens is een lijst van kracht met beschermde soorten. De bescherming van deze soorten is nader uitgewerkt in verbodsbepalingen.

Bij het opstellen van het bestemmingsplan dient rekening te worden houden met de gevolgen van het plan voor de natuur. Gekeken dient te worden of ten gevolge van het plan, of bij de uitvoering van het plan geen blijvende schadelijke effecten zullen optreden aan gebieden en soorten. Dit moet 'op voorhand in redelijkheid' worden ingeschat via een deskundigenrapport (zgn. natuurtoets, of ecologische toets).
Als er mogelijk effecten zijn, moet aannemelijk worden gemaakt dat daarvoor een ontheffing Flora- en faunawet kan worden verkregen en/of dat met zorgvuldig handelen schade kan worden voorkomen. Op grond van de Natuurbeschermingswet geldt een vergunningplicht. Als een vergunning nodig is, dan moet, om de uitvoerbaarheid voor het bestemmingsplan aan te tonen, aannemelijk worden gemaakt dat een vergunning kan worden verleend, zo nodig met mitigerende maatregelen, of door middel van compensatie.

6.8.1 Plangebied

Ten behoeve van de ontwikkelingen in het plangebied is ecologisch onderzoek gedaan.
Het plangebied ligt niet in of nabij een gebied dat is aangewezen in het kader van de natuurbeschermingswet of RR2020. Het projectgebied maakt ook geen onderdeel uit van de PEHS van Zuid-Holland. Gebiedsbescherming is dan ook niet aan de orde.

6.8.1.1 Vleermuizen

Verspreid over het gehele plangebied zijn woningen beschikbaar die geschikt tot zeer geschikt zijn voor verblijfplaatsen van vleermuizen. De groene binnentuinen tussen de woningen worden regelmatig gebruikt als foerageergebied.

Supermarkt
De voorzijde van het deelproject de Supermarkt is gelegen aan een drukke, verlichte weg zonder groen. Dit is geen geschikt leefgebied voor vleermuizen. Het voorkomen van verblijven van vleermuizen aan de voorzijde van het pand is zeer onwaarschijnlijk.
Aan de achterzijde van het pand is een beschut gazon met struweel en (jongere) bomen gelegen. Vanwege het aanwezige groen en de beschutting van de omliggende panden is dit wel geschikt leefgebied voor vleermuizen. Rond het pand van de supermarkt zijn boeiboorden bevestigd met daarachter ruimtes die geschikt zijn als verblijfplaats voor vleermuizen.

De Fabriek
Het pand van de fabriek is zeer geschikt voor verblijfplaatsen van vleermuizen. Deze dieren hebben de mogelijkheid tot foerageren boven het naastgelegen water en in nabijgelegen binnentuinen.
De renovatie werkzaamheden aan de Fabriek zijn reeds van start gegaan. Ten tijde van het veldbezoek waren de (spouw)muren van het pand nog steeds intact. Dit houdt in dat hier nog steeds verblijven van vleermuizen aanwezig kunnen zijn.

VOC-gebouw
Het VOC gebouw is gelegen in een verharde en sterk verlichte omgeving met weinig groen en omringd door nieuwbouw. Op basis van deze gebiedskenmerken kan gesteld worden dat het pand niet geschikt is voor vleermuizen. Ook is de omgeving niet geschikt als foerageergebied en/of vliegroute.

6.8.1.2 Weidevogels

Wat broedvogels betreft mag ervan uit worden gegaan dat in het broedseizoen verschillende kleinere broedvogelsoorten de aanwezige bomen gebruiken om hun nest in te maken.

Supermarkt
Aan de achterzijde van het pand van de Supermarkt zijn grote aantallen huismussen gesignaleerd. Huismussen nestelen in koloniën in holtes en onder dakpannen van woningen. De achterzijde van de supermarkt zelf is niet geschikt voor verblijfplaatsen van de huismus. Waarschijnlijk leeft de kolonie in een van de omliggende oude herenhuizen.

De Fabriek
Vanwege de vele aanwezig gaten en holtes heeft de fabriek voldoende geschikte verblijfplaatsen voor gebouwbewonende jaarrond beschermde vogels als de huismus en gierzwaluw.

VOC-gebouw
Gezien de goede staat waarin het pand verkeert en de omliggende nieuwbouw woningen is het onwaarschijnlijk dat in het pand verblijfplaatsen van huismus en/of gierzwaluw aanwezig zijn.

6.8.1.3 Overig

Amfibieën
Binnen het plangebied zijn geen watergangen met natuurvriendelijke oevers aanwezig. Mogelijk zijn er vijvers aanwezig in de tuinen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan. Deze vijvers kunnen gebruikt worden door algemene soorten amfibieën, zoals de groene en bruine kikker.

Reptielen
Het enige door Flora- en faunawet beschermde reptiel met ontheffingsplicht dat in de regio Rotterdam voorkomt is de zandhagedis. Het biotoop van deze soort bestaat uit open gebieden met een lage vegetatie, veelal op zanderige en zonbeschenen plekken zoals open plekken in het bos, zandverstuivingen (waaronder duinen) en heidevelden. Gezien de ligging en het stedelijke karakter van de projectgebieden is de aanwezigheid van de zandhagedis in het plangebied uit te sluiten.

Libellen en vlinders
Vanwege de afwezigheid van een geschikt biotoop (natuurvriendelijke oevers, bloem- en kruidenrijke vegetatie) is het plangebied ongeschikt voor beschermde vlinder- en libellensoorten. Het voorkomen van beschermde libellen en/of vlinders kan uitgesloten worden.

Vissen
In het plangebied zijn meerdere watergangen aanwezig. Aan deze watergangen zullen geen werkzaamheden uitgevoerd worden.

Kleine zoogdieren
Vrijwel het gehele plangebied is geschikt voor kleine zoogdieren zoals verschillende muizensoorten.

6.8.1.4 Flora

Binnen het plangebied zijn oudere kades aanwezig. Deze kades zijn geschikt als groeiplaats voor muurflora. Van deze soorten zijn groeiplaatsen bekend binnen de begrenzing van het bestemmingsplan. Dit betreffen groeiplaatsen van de Tongvaren en Zwartsteel. Binnen de begrenzing van de deelprojecten zijn geen groeiplaatsen bekend. Tijdens het veldbezoek werd op de kades grenzend aan de deelprojecten ook geen muurflora aangetroffen.
Het plangebied bestaat vrijwel uitsluitend uit verharding of intensief onderhouden groen. Dit is geen geschikt leefgebied voor overige beschermde flora-soorten. Naar verwachting komen er, buiten de kademuren, geen beschermde flora voor binnen de begrenzing van het bestemmingsplan.

6.8.2 Conclusie

Binnen de begrenzing van het bestemmingsplan komen hoogstwaarschijnlijk groeiplaatsen voor van muurflora. De groeiplaatsen bevinden zich op de kades.
Verspreid in het plangebied van het bestemmingsplan Delfshaven komen mogelijk verblijfplaatsen van gebouwbewonende vleermuizen, huismus en gierzwaluw voor. Met name de oudere panden in nabijheid van groen (binnentuinen) zijn zeer geschikt voor deze soorten.

De Supermarkt

In de achterzijde van het pand van de supermarkt komen mogelijk verblijven van vleermuizen voor. Echter zullen er in het kader van de bestemmingsplanwijziging geen werkzaamheden aan de buitenzijde van het pand plaatsvinden. Effecten van de bestemmingsplanwijziging op vleermuizen worden dan ook uitgesloten. Nader onderzoek is niet noodzakelijk.
Het voorkomen van overige beschermde soorten binnen de begrenzing van het deelproject de Supermarkt is uitgesloten.

De Fabriek

De Fabriek is een geschikte verblijfslocatie voor vleermuizen, huismussen en gierzwaluw. Het is noodzakelijk om, voorafgaand aan sloop- en/of renovatie activiteiten op de locaties van de Fabriek inventarisaties naar vleermuizen en/of huismus en gierzwaluw uit te laten voeren.
Overige beschermde soorten worden binnen het deelproject de Fabriek niet verwacht.

VOC-gebouw

Vanwege de omgevingskenmerken worden beschermde soorten binnen de begrenzing van het VOC-gebouw niet verwacht.

Voor het vaststellen van een bestemmingsplan is een ontheffing niet noodzakelijk. Ook het uitvoeren van een nader onderzoek voor een verandering in bestemmingsplan is niet verplicht. Na het uitvoeren van gericht onderzoek zal een ontheffing, indien nodig, naar verwachting verleend worden.