Plan: | Laurenskwartier |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1022Laurenskwrt-oh01 |
In het vorige bestemmingsplan Laurenskwartier zijn binnen de bestemming centrum alle soorten centrumfuncties (o.a. wonen, kantoren, detailhandel, dienstverlening, horeca, maatschappelijk) toegestaan, ook op de verdiepingen. Deze wijze van bestemmen is niet conform de feitelijke situatie en is ook onwenselijk. In grote delen van het Laurenskwartier wordt op de verdiepingen gewoond en is er sprake van centrumfuncties op de begane grond en eerste verdieping. Om overlast te voorkomen voor de woningen is verticale vermenging van functies niet wenselijk. Tevens is voldoende capaciteit voor uiteenlopende centrumfuncties in de plinten.
Daarom is gekozen in het nieuwe bestemmingsplan Laurenskwartier een onderscheid te maken tussen de bestemming Centrum en de bestemming Centrum - 6 (Centrum - 1 tot en met 5 worden gebruikt ten behoeve van de wijzigingsbevoegdheden). Binnen de bestemming Centrum zijn uiteenlopende centrumfuncties op alle verdiepingen toegestaan. Binnen de bestemming Centrum - 6 zijn uiteenlopende centrumfuncties enkel op de begane grond en eerste verdieping toegestaan. Wonen, maar ook hotels zijn op alle verdiepingen toegestaan. Hotels worden ook op de verdiepingen toegestaan, aangezien het hier ook een verblijfsfunctie betreft.
In de regels is een regeling voor werken aan huis opgenomen. Deze regeling gaat uit van een zo groot mogelijke flexibiliteit in toegestane bedrijfsactiviteiten, mits de omgeving geen gevaar loopt en geen onevenredige hinder ondervindt van de activiteit. De bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan in alle woningen, ongeacht het type woning of het gebied waar de woning staat. De belangrijkste voorwaarden zijn dat maximaal 30% van de woning voor beroeps-/bedrijfsactiviteiten mag worden gebruikt en dat de woning er aan de buitenkant als woning uit blijft zien. Reclame-uitingen aan de buitenzijde van de woning zijn niet toegestaan. Verder worden detailhandelsactiviteiten en bedrijfsmatige reparatie en onderhoud aan motorvoertuigen nadrukkelijk uitgesloten. Werkactiviteiten vallen in milieucategorie 1 van de in de bijlage opgenomen bedrijvenlijst of zijn wat betreft overlast aan deze milieucategorie gelijk te stellen.
Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden, alsmede het Besluit omgevingsrecht (Bor). Gelijktijdig is het Besluit bouwvergunningvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken van de Woningwet vervallen.
De vergunningvrije activiteiten zijn nu opgesomd in de artikelen 2 en 3 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht Bor.
Een omgevingsvergunningvrij bouwwerk op grond van artikel 2 van het Bor is zonder meer toegestaan, hiervoor hoeft niet naar het bestemmingsplan te worden gekeken. Voor bouwwerken die toegestaan zijn op grond van artikel 3 van het Bor is bij strijdigheid met het bestemmingsplan wel een omgevingsvergunning vereist.
De hoofdwegen in het plangebied hebben de bestemming "Verkeer - Verkeersweg" gekregen. Deze bestemming is bedoeld voor verkeerswegen met de bijbehorende bruggen en viaducten, tramlijnen met bovenleidingen en parkeerplaatsen. En daarnaast natuurlijk ook voor wandel- en fietspaden en gebouwtjes en bouwwerken ten behoeve van deze functies. Binnen de bestemming "Verkeer - Verkeersweg" zijn de 50-km wegen opgenomen die, gebaseerd op de wegcategorisering duurzaam veilig, ook in de toekomst 50-km wegen zullen blijven.
De bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" is opgenomen voor de ontsluitingswegen met de bijbehorende trottoirs, trambanen en daarnaast voor pleinen, snippergroen, speeltoestellen en dergelijke. Binnen deze bestemmingen is ook de aanleg van nieuwe waterpartijen en watergangen mogelijk indien dit vanuit het oogpunt van waterbeheer wenselijk is. Dit betekent dat veranderingen in de inrichting van de openbare ruimte kunnen worden doorgevoerd zonder planherziening (mits de veranderingen passen binnen deze bestemming).
Het betreft hier gebouwen of onderdelen van gebouwen ten behoeve van de elektriciteitsvoorziening. In het bestemmingsplan zijn binnen de bestemming "Centrum" nutsvoorzieningen toegestaan. Deze nutsvoorzieningen moeten ondergronds worden gerealiseerd of geïntegreerd in bestaande of nieuwe bebouwing. Nutsvoorzieningen zijn toegestaan tot 80m³ (per nutsvoorziening).
Binnen de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" en "Verkeer - Wegverkeer" zijn nutsvoorzieningen enkel ondergronds toegestaan. Nutsvoorzieningen zijn toegestaan tot 80m³ (per nutsvoorziening).
Aan het Grotekerkplein 11 is daarnaast de bestaande nutsvoorziening toegestaan conform de verleende vergunning.
Horeca definitie en afbakening
Het bedrijfschap Horeca en Catering deelt horeca in vier bedrijfsgroepen in, te weten de drankensector, fastfoodsector, restaurantsector en hotelsector. Voor de definitie van een horecabedrijf zoals in de horecanota bedoeld wordt, is aangesloten bij het begrip 'openbare horeca-inrichting' uit de Rotterdamse APV. Binnen een openbare horeca-inrichting kan een ondernemer verschillende activiteiten ontplooien op het gebied van etenswarenverstrekking, het schenken van (alcoholhoudende) drank en het aanbieden van amusement.
Beleidsonderwerpen die wel voor de horecabranche gelden of sterke raakvlakken hebben maar niet binnen de horecanota expliciet beschreven worden, zijn de hotelsector, de kwaliteitseisen ten aanzien van terrassen (nota kwaliteitseisen voor terrassen) en het programma gericht op het tegengaan van (overmatig) alcohol- en drugsgebruik en uitgaansgeweld.
Vergunningvrij exploiteren
Rotterdam biedt een groot aantal bedrijven, waarbij horeca ondergeschikt is aan de primaire detailhandelfunctie en bedrijven waar het exploiteren van horeca een minimale weerslag heeft op de omgeving, de mogelijkheid om vergunningvrije horeca te exploiteren. Dit betreft bijvoorbeeld het koffiehoekje in de supermarkt, de bakkerij waar ook een gebakje gegeten kan worden en het restaurant in ouderenhuisvesting. Vergunningvrij betekent dat geen vergunning hoeft te worden aangevraagd en derhalve ook geen leges verplicht zijn. De exploitatie van de volgende inrichtingen kan zonder vergunning plaatsvinden:
2. bedrijfskantines, voor zover deze uitsluitend als zodanig in gebruik zijn;
3. inrichtingen in musea, crematoria, begraafplaatsen en rouwcentra, voor, zover deze worden gebruikt als ondersteuning van de bedrijfsvoering;
4. inrichtingen in ziekenhuizen, ouderenhuisvesting en verpleegtehuizen, voor zover deze uitsluitend gericht zijn op de bewoners/patiënten en hun bezoekers;
5. horeca in tuincentra en congrescentra, voor zover deze worden gebruikt als ondersteuning van de bedrijfsvoering en uitsluitend gericht zijn op hun bezoekers.
Exploitatievergunning nodig
Voor alle overige inrichtingen, waar horeca de primaire bedrijfsfunctie betreft, is een exploitatievergunning vereist. De horeca-exploitatievergunning wordt afgegeven voor de inpandige m² alsmede voor de eventuele m² terras en heeft een looptijd van vijf jaar. Voor de beoordeling van de aanvraag van de exploitatievergunning geldt dat het bestemmingsplan van de betreffende locatie leidend is. Of een vergunning wordt toegewezen, hangt daarnaast onder andere af van afwegingen die ten aanzien van het beleid worden gemaakt (horecagebiedsplannen). Daarnaast wordt beoordeeld of het pand bouwtechnisch en geluidstechnisch geschikt is voor de door de ondernemer aangevraagde activiteiten. Voor het proces en vereisten van de vergunningverlening wordt verwezen naar paragraaf 4.3 van de horecanota 2012-2016.
Laurenskwartier
In dit bestemmingsplan zijn de horecaregeling uit het oude bestemmingsplan en de horecanota 2012-2016 als uitgangspunt genomen. De afgelopen vijf jaar heeft een enorme ontwikkeling van horeca plaatsgevonden op basis van het ontwikkelgebied binnen het Laurenskwartier opgenomen in de horecanota 2007-2011. Deze nieuwe gerealiseerde horecalocaties (zoals aan de Binnenrotte) zijn nu opgenomen op de horecakaart in het bestemmingsplan. Ook locaties waar nog nieuwe horeca verwacht wordt zijn opgenomen op de horecakaart. Het betreft hier bijvoorbeeld de ontwikkeling van horeca in de nieuwe markthal.
De horecaregeling voor het Laurenskwartier zet in op een goed evenwicht tussen de woonfunctie en functies als winkelen, cultuur en uitgaan. Op de horecakaart die is opgenomen in de bijlage van de regels is aangegeven hoeveel vestigingen binnen een bouwblok zijn toegestaan. Eveneens is aangegeven hoeveel bruto m² vloeroppervlak per horecavestiging is toegestaan.
Voor de horecalocaties van meer dan 200m² is het toegestaan deze eenmaal te splitsen in maximaal 2 horecavestigingen. In dat geval is het maximum aantal horecavestigingen op de horecakaart voor deze locatie 2.
De horecavoorziening van 750m² aan het Grotekerkplein (kelder voormalige Galerie Modernes) is enkel toegestaan in de kelder van het gebouw.
Terrassen
Binnen de bestemmingen "Verkeer - Verblijfsgebied" en "Verkeer - Wegverkeer" zijn tevens ongebouwde (gevel)terrassen toegestaan aangrenzend aan bestemmingen die horeca toelaten.
De aanwezigheid van belwinkels in Rotterdam wordt in menig deelgemeente in toenemende mate als problematisch ervaren. Weliswaar moeten belwinkels die goederen te koop aanbieden zich net als winkels houden aan de Winkeltijdenwet, maar voor uitsluitend het bieden van de mogelijkheid om goedkoop te telefoneren geldt de Winkeltijdenwet niet en dat betekent dat die dienst 24 uur per dag, 7 dagen in de week mag worden aangeboden. Dit kan leiden tot overlast door het komen en gaan van klanten op late uren in straten waar wonen en detailhandel van oudsher worden gecombineerd. Het voorkomen van overlast in verband met de bescherming van de leefbaarheid van een gebied, wordt in dit bestemmingsplan vertaald in direct werkende beperkende gebruiksregels.
Overeenkomstig Rotterdams beleid in de "leefmilieuverordening belhuizen" (van kracht geworden op 22 december 2006) legt dit bestemmingsplan de realisatie van belwinkels aan banden. Het beleid is gericht op het beperken van het aantal belwinkels in Rotterdam tot het aantal dat aanwezig was ten tijde van het van kracht worden van de genoemde leefmilieuverordening.
In het plangebied van dit bestemmingsplan komen dergelijke bestaande belwinkels niet voor. Belwinkels zijn doorgaans toelaatbaar in bestemmingen die de functie "dienstverlening" mogelijk maken. In dit bestemmingsplan kom een dergelijke bestemming niet voor en zijn belwinkels derhalve niet toegestaan.
Het opnemen van de regeling in de "leefmilieuverordening belhuizen" in dit bestemmingsplan is overigens ook noodzakelijk omdat een leefmilieuverordening slechts voorrang heeft op een bestemmingsplan dat in werking is getreden voorafgaand aan de inwerkingtreding van een leefmilieuverordening.
Het schrappen van het algemene bordeelverbod uit het Wetboek van Strafrecht maakt het mogelijk de exploitatie van seksinrichtingen aan gemeentelijke regelgeving te onderwerpen. In de nota "Het Rotterdams prostitutiebeleid" (juni 2000) staat hoe dit in de gemeente Rotterdam is geregeld. Het beleid is gericht op het tegengaan van uitbreiding van het aantal seksinrichtingen.
Eén van de criteria waar de vergunningaanvraag voor een seksinrichting aan wordt getoetst is het bestemmingsplan. Nieuwe vestigingen zijn niet toegestaan als dit niet past in het bestemmingsplan. Voor de bestaande vestigingen, seksinrichtingen die bestonden vóór 1-2-2000, geldt dat zij gevestigd mogen zijn in strijd met het bestemmingsplan (overgangsrecht). Deze vestigingen worden als zij ook aan de andere criteria voldoen positief bestemd in nieuwe bestemmingsplannen.
Binnen het bestemmingsplangebied zijn geen seksinrichtingen toegestaan.
Over het plangebied ligt tussen Korte Hoogstraat en Stokviswater een straalpad ten behoeve van de telecommunicatie. Dit straalpad ligt op een hoogte van 105 tot 102 meter en heeft een breedte van 100 meter. Een onbelemmerde doorgang van de signalen is gewaarborgd, omdat de maximumhoogte nergens het straalpad doorkruist. Een nadere hoogtebeperking voor bouwwerken binnen het straalpad is niet nodig. Het straalpad is niet op de plankaart aangegeven.
Over het plangebied zijn toetsingsvlakken gelegen t.b.v. communicatie- en navigatieapparatuur van de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) om de kwaliteit hiervan te waarborgen. Ter hoogte van het plangebied liggen de toetsingsvlakken op ruim 80 meter hoogte. In verband met de communicatie- en navigatieapparatuur is een nadere hoogtebeperking voor gebouwen en andere bouwwerken niet nodig, omdat de maximum bouwhoogte de 70 meter niet overschrijdt. De hoogtelijnen staan niet op de plankaart.
Aandacht gaat uit naar het obstakelvrij houden van de aanvliegroutes. Door provincie en gemeenten wordt al gewerkt met de "obstakelvrije zones" (ook wel Runway-End Safety Areas (RESA) genoemd). Een wettelijke verplichting ontbreekt echter nog. Momenteel is echter een aanpassing van de Luchtvaartwet in voorbereiding, waardoor in de toekomst ook voor regionale en kleine luchthavens een Luchthavenindelingsbesluit zal worden opgesteld. Anticiperend op dit besluit kan in dit bestemmingsplan gekozen voor een beperking van de bouwhoogte. In die zin kunnen de RESA's vertaald worden naar hoogtelijnen op de plankaart.
Het plangebied ligt gedeeltelijk binnen de aanvliegroute van Rotterdam Airport. Boven het plangebied geldt een vrij te houden hoogte van 70 meter ter hoogte van het Pompenburg tot 110 meter ter hoogte van de Burgemeester van Walsemweg.
In verband met de vliegveiligheid is een nadere hoogtebeperking voor gebouwen en andere bouwwerken niet nodig, omdat de maximum bouwhoogte de 70 meter niet overschrijdt. De hoogtelijnen in verband met de aanvliegroute staan niet op de plankaart.