| Plan: | Laurenskwartier |
|---|---|
| Status: | onherroepelijk |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1022Laurenskwrt-oh01 |
De provincie geeft aan dat het provinciale beoordelingskader is vastgelegd in de provinciale structuurvisie en de Verordening Ruimte. Het plan is op enkele punten niet conform dit beleid en de provincie verzoekt het plan op de volgende punten aan te passen:
Artikel 3 van het plan kent aan de gronden "Centrum" een brede, algemene flexibele bestemming toe. In de toelichting wordt aangegeven dat het plan de toevoeging mogelijk maakt van circa 70.000 m2 bvo aan centrumfuncties. Dit programma is niet gespecificeerd voor de functies kantoren en detailhandel. In de plantoelichting ontbreekt een beschrijving van de bestaande oppervlakte die in gebruik is voor kantoren en detailhandel en welk programma de komende tien jaar zal worden ontwikkeld.
In de Verordening Ruimte zijn voor detailhandel en kantoren regels opgenomen, waarmee het bestemmingsplan in overeenstemming moet zijn. Dit houdt onder andere in dat het kantorenprogramma dat het bestemmingsplan mogelijk maakt regionaal moet worden afgestemd en dat de SER-ladder moet worden doorlopen. Bij een toevoeging van meer dan 2.000 m2 bvo detailhandel is advies van het Regionaal Economisch Overleg (REO) nodig.
Commentaar
Naar aanleiding van bovenstaande reactie is het concept ontwerpbestemmingsplan aangescherpt. De ontwikkellocaties die worden opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan (paragraaf 4.3) zijn ten aanzien van de functies detailhandel nader gespecificeerd. Het bestemmingsplan maakt circa 17.000 m2 aan ontwikkelingen mogelijk, waarvan +/- 6.000 m² detailhandel en +/- 11.000 m² wonen. De ontwikkeling van +/- 9.000 m² aan centrumfuncties was reeds in het vorig bestemmingsplan opgenomen (ontwikkellocaties). In het nieuwe bestemmingsplan is de ontwikkelingsruimte anders verdeeld over het plangebied. De realisatie van detailhandel betreft voornamelijk een invulling van plinten op ontbrekende locaties in de continuïteit van de bestaande winkelplint in het kernwinkelgebied. Nieuwe kantoren worden niet toegestaan in het bestemmingsplan.
In de ruimtelijke onderbouwing wordt aangegeven dat het plangebied in het invloedsgebied is gelegen van het spoorvervoer Rotterdam CS - Barendrecht.
Over deze spoorlijn worden gevaarlijke stoffen getransporteerd. Daarnaast bevindt zich net buiten het plangebied de noordelijke in- en uitgang van de Willemsspoortunnel.
In de toelichting van het plan wordt aangegeven dat het groepsrisico als gevolg van dit plan zal toenemen. Er zal in de eindsituatie sprake zijn van een overschrijding van de oriëntatiewaarde, ook als wordt uitgegaan van de vaststelling Basisnet Spoor. Deze eindsituatie is in strijd met het provinciaal ruimtelijk belang, omdat nog onvoldoende aannemelijk kan worden gemaakt dat het plan op termijn zal voldoen aan de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico.
Commentaar
Op dit moment wordt er nog gewerkt aan het afronden van het Masterplan Sint-Jacobsplaats. Wij vinden het bij nader inzien daarom nog te vroeg om deze ontwikkellocaties positief te bestemmen in het bestemmingsplan. Dit heeft geleid tot een oplegnotitie voor het externe veiligheidsonderzoek. Uit de oplegnotitie blijkt dat er als gevolg van het plan geen toename is van het groepsrisico.
Als de eerder onderzochte ontwikkelingen in een later stadium wel worden ontwikkeld en het Basisnet is vastgesteld zal de oriëntatiewaarde niet worden overschreden (0,4 maal de OW).
De verantwoording van het groepsrisico is in verband met het ontbreken van een advies van de Veiligheidsregrio Rotterdam - Rijnmond (VRR) nog onvolledig. Ook dienen de maatregelen die daaruit voortvloeien te worden betrokken in de groepsrisicoverantwoording, inclusief een afweging over het al dan niet overnemen van deze maatregelen.
Indien de voorgestelde maatregelen van de VRR worden overgenomen, dan dient dit ook in het plan te worden geborgd.
Commentaar
Het advies van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is reeds ontvangen en verwerkt in het verantwoordingsdocument groepsrisico externe veiligheid Laurenskwartier en in de toelichting van het plan.
In de regels is opgenomen dat de ontwikkellocatie W2 (nabij het spoor) ten minste één (nood)uitgang dient te hebben welke van de spoorlijn is afgekeerd.