direct naar inhoud van Artikel 21 Tuin - 1
Plan: Kralingen-West
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1016KralngnWest-oh01

Artikel 21 Tuin - 1

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Tuin - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuin, met de daarbij behorende verharding in de vorm van paden, terrassen e.d.;
  • b. uitstekende delen aan gebouwen die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming;
  • c. aanbouwen en bijgebouwen bij grondgebonden woningen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. buiten(speel)ruimte behorende bij een kinderdagverblijf bij als "maatschappelijk" aangeduide gronden;
  • f. ter plaatse van de voortuinen van Mecklenburglaan 51 t/m 61 is tevens maximaal één bijgebouwtje per woning toegestaan voor de stalling van fietsen en dergelijke;
  • g. ter plaatse van de functieaanduiding "openbaar vervoerstation", tevens voor een ondergronds openbaar vervoerstation;
  • h. ter plaatse van de functieaanduiding "tunnel", tevens voor een metro- / sneltramtunnel;
  • i. ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - spoor" tevens voor een vrijwaringszone ten behoeve van het metro- /sneltramverkeer;
  • j. "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Algemeen

Op de voor "Tuin - 1" bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:

  • a. een aanbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag niet breder zijn dan 3 meter, gemeten vanaf de oorspronkelijke zijgevel van het hoofdgebouw;
  • b. een aanbouw aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag niet dieper zijn dan 3 meter, gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw;
  • c. de goothoogte van een aanbouw mag niet hoger zijn dan het vloerniveau (+30 cm) van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met dien verstande dat een aanbouw mag worden afgedekt met een schuin dakvlak met dezelfde hellingshoek als de kap/schuin dakvlak op het hoofdgebouw;
  • d. bijgebouwen, uitsluitend in de achter- en/of zijtuin, mogen (inclusief vergunningvrije bijgebouwen) niet meer dan 30 m2 innemen;
  • e. een bijgebouw mag niet hoger zijn dan 3 meter, gemeten vanaf maaiveld;
  • f. aanbouwen en bijgebouwen mogen tezamen niet meer dan 50 % van de oorspronkelijke achtertuin beslaan;
  • g. aanbouwen / bijgebouwen dienen een afstand van ten minste 1 meter tot de denkbeeldige lijn getrokken in het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw aan te houden;
  • h. aanbouwen / bijgebouwen dienen een afstand van ten minste 1 meter tot de erfgrens aan te houden aan de zijde waar de kavel grenst aan het openbaar toegankelijke gebied;
  • i. gebouwde terrassen (dakterrassen worden niet hieronder begrepen) mogen niet hoger worden dan 0,2 meter boven maaiveld;
  • j. uitstekende delen aan gebouwen, mogen niet dieper dan 2,5 meter uit de gevel steken en moeten ten minste 2,2 meter boven maaiveld blijven;
  • k. (brand)trappen, hellingbanen, keermuren;
  • l. Ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - hoogteaccent" [sba-ha] is een schoorsteen toegestaan;
  • m. in afwijking van het bepaalde onder sub a. t/m f. geldt dat in geval op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan de aldaar genoemde maten overschreden worden, deze grotere maten als maximum gelden;
  • n. ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - spoor", is voor het bouwen het bepaalde ter zake mede van toepassing.
21.2.2 Specifieke bouwregels

De in het eerste lid bedoelde bijgebouwtjes in de voortuinen van Mecklenburglaan 51 t/m 61 hebben een maximaal grondoppervlak van 4 m2, een maximale bouwhoogte van 1,5 meter en zijn voldoende omplant.

21.2.3 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor resp."Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", Waarde - Archeologie - 3", is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van toepassing.

21.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Voortuinen mogen niet worden gebruikt voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen.
  • b. Tuinen behorende bij als "maatschappelijk" aangeduide gronden, mogen mede worden gebruikt als buiten(speel)ruimte ten behoeve van een kinderdagverblijf.