Plan: | Jaffa-West |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1014JaffaWest-oh01 |
Het wettelijk kader bij de bepaling van de mate en ernst van bodemverontreiniging wordt gevormd door de Wet bodembescherming (Wbb). Op grond van de mate en omvang van een verontreiniging in grond en/of grondwater wordt bepaald of, conform de Wbb, sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hierop is de principiële noodzaak tot sanering gebaseerd. In de Wbb wordt op basis van risico's voor mens en ecosystemen vervolgens onderscheid gemaakt tussen spoedeisende en niet spoedeisende sanering. Als een sanering spoedeisend is, dient binnen vier jaar aangevangen te worden met de sanering. Als geen sprake is van een spoedeisende sanering, kan sanering worden uitgesteld totdat op de locatie een herinrichting en/of bestemmingswijziging aan de orde is.
Voor het verkrijgen van een bouwvergunning, moet worden aangetoond dat de bodemkwaliteit goed genoeg is om te bebouwen ten behoeve van de toegekende bestemming (bodemgeschiktheids-verklaring): er mag pas worden gebouwd als de bodem schoon genoeg is bevonden. In het kader van de bouwplannen zal de bodem ter plaatse nader worden onderzocht. Indien nodig zal de bodem voorafgaand of tijdens de bouw geschikt gemaakt worden op basis van de nota "Naar een gezamenlijk Bodemsaneringsbeleid in provincie en stad".
Plangebied
Kwaliteit grond
Uit het bodemonderzoek (februari 2010) blijkt dat de wijk, met uitzondering van de deelgebieden Ommoordsestraat ongenummerd (reeds gesloopte panden) en Sophiastraat 48-62, heterogeen verontreinigd is met metalen en/of PAK (polycyclische aromatische koolwaterstoffen). Ter plaatse van deze deelgebieden is de grond ten hoogste licht verontreinigd.
De in het verleden aangetoonde sterke verontreinigingen met zware metalen en/of PAK kunnen gezien worden als onderdeel van de heterogene verontreiniging op wijkniveau.
De in het verleden aangetoonde sterke verontreiniging met minerale olie in de grond is in het bodemonderzoek niet meer aangetoond. Derhalve kan gesteld worden dat de verontreiniging waarschijnlijk van zeer beperkte omvang is en dat nader onderzoek derhalve niet zinvol is.
Het is niet uit te sluiten dat de potentiële puntbronnen hebben bijgedragen aan de verontreiniging van de wijk. De verontreinigingen zijn echter niet specifiek te relateren aan de potentiële puntbronnen. De aangetoonde bodemverontreiniging wordt gerelateerd aan de stedelijke geschiedenis van het gebied en antropogene ophoging.
Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Uit de risico-beoordeling blijkt dat geen sprake is van onaanvaardbare risico's als gevolg van de verontreiniging(en) met metalen en/of PAK.
Kwaliteit grondwater
Het freatisch grondwater op de locatie is lokaal matig verontreinigd met arseen en barium, overig geanalyseerde parameters zijn ten hoogste licht verhoogd.
In de grond rond de grondwaterstand is geen verontreiniging met arseen of barium aangetroffen. In Zuid-Holland komen in het freatisch grondwater regelmatig verhoogde concentraties voor met deze stoffen. De verhoogde gehalte arseen en barium in het grondwater worden derhalve toegeschreven aan natuurlijke oorzaken of menselijke ingrepen in de waterhuishouding.
De grondwaterverontreiniging met vluchtige chloorhoudende koolwaterstoffen, welke in 2002 is aangetoond ter plaatse van de Goudse Rijweg 14-16, is niet in het grondwater op de onderhavige onderzoekslocatie aangetoond. De beschikte verontreiniging met verspreidingsrisico heeft zich derhalve nog niet verspreid tot onder de huidige onderzoekslocatie.
De aangetoonde verontreinigingen zijn niet specifiek te relateren aan potentiële puntbronnen.
Geschiktheid bodem / conclusie
De bodemkwaliteit vormt een belemmering voor de voorgenomen herinrichting van de wijk. Bij de herinrichting worden woningen met tuin en woningen zonder tuin gerealiseerd. Er dient rekening te worden gehouden met de huidige bodemkwaliteit.