Plan: | Oude Westen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1012OudeWesten-oh01 |
Monumentenverordening Rotterdam 2010
Het monumentenbeleid van de gemeente Rotterdam is erop gericht de historische gelaagdheid van de stad te behouden voor toekomstige generaties en de kennis over de historische bebouwde omgeving te vergroten. Een van de instrumenten voor de uitvoering van het monumentenbeleid is de Monumentenverordening Rotterdam 2003.
De gemeente Rotterdam heeft een groot aantal objecten en gebieden die vanwege cultuurhistorische waarden worden beschermd volgens de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening Rotterdam 2003. De gemeente Rotterdam maakt onderscheid tussen de volgende gebieden en gebouwen:
Rijksbeschermde stadsgezichten (BS)
Rotterdam heeft alleen rijksbeschermde stadsgezichten. Een rijksbeschermd stadsgezicht is een groep van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens schoonheid, onderlinge ruimtelijke structurele samenhang of wetenschappelijke waarde. De bescherming richt zich op de stedenbouwkundige karakteristiek en op een samenhangend geheel van straten en bebouwing. Het gaat om gebieden die ouder zijn dan vijftig jaar. Na aanwijzing van een rijksbeschermd stadsgezicht door de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in overleg met de minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu, dient er binnen twee jaar een bestemmingsplan beschikbaar te zijn waarin de historische kwaliteiten van het rijksbeschermd gezicht en de relatie tot eventuele toekomstige ontwikkelingen vastliggen.
De status van een beschermd stadsgezicht betekent voor toekomstige ontwikkelingen dat er in dit gebied niet gesloopt mag worden zonder een sloopvergunning (onderdeel van omgevingsvergunning) op grond van artikel 37 van de Monumentenwet 1988 (vanaf 1 oktober 2010 onderdeel van de omgevingsvergunning, werkzaamheid monumenten). Voor alle bouwwerkzaamheden in een rijksbeschermd stadsgezicht is een bouwvergunning (onderdeel van omgevingsvergunning) vereist.
Wederopbouwaandachtsgebieden
Naast de van rijkswege beschermde stadsgezichten heeft Rotterdam in de binnenstad een aantal wederopbouwaandachtsgebieden met een waardevolle samenhang tussen het stratenplan, de invulling van de bouwblokken en de architectuur. Bij nieuwe ontwikkelingen dient bekeken te worden hoe deze historische kwaliteiten kunnen worden behouden. Betreffende gebieden hebben geen juridische status. Wel heeft B&W in 1998 vastgesteld dat de historische kwaliteiten van deze waardevolle ensembles onderdeel uitmaken van het stedenbouwkundig plan en het bestemmingsplan. Hiervoor kan het nodig zijn een Cultuurhistorische Verkenning (CV) te maken om de historische kwaliteiten in kaart te brengen.
Rijksmonumenten (RM) en Gemeentelijke monumenten (GM)
Rotterdam heeft zowel rijks- als gemeentelijke monumenten. Een rijks- of gemeentelijk monument kan zijn een gebouw, water, terrein of een ander object dat van nationaal belang is (rijksmonument), of van algemeen belang voor Rotterdam is (gemeentelijk monument), vanwege de schoonheid, betekenis voor de wetenschap of de cultuurhistorische waarde. Dit is vastgelegd in respectievelijk de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening Rotterdam 2003. Bij een monument gaat het om een bouwwerk of complex, zowel buiten als van binnen. Als vanzelfsprekend is het verboden zonder vergunning wijzigingen aan te brengen aan een beschermd monument.
Cultuurhistorische Verkenningen (CV)
De inzet van cultuurhistorisch erfgoed en architectuur bij ontwikkelingen van de stad is één van de kernbeslissingen uit de Stadsvisie Rotterdam 2030. Hiermee is cultuurhistorie, het opsporen van bestaande kwaliteiten die de geschiedenis heeft voortgebracht en het voortbouwen erop bij de actuele opgaven van de stad, een structureel onderdeel van de Rotterdamse ruimtelijke planvorming.
Om dit in de praktijk tot uitvoering te brengen is sinds eind 2007 het B&W-besluit van toepassing dat bij gebiedsontwikkeling een Cultuurhistorische Verkenning (CV) wordt opgesteld als blijkt dat er cultuurhistorische waarden in een gebied aanwezig zijn.
In een CV worden de cultuurhistorische waarden van een gebied benoemd, geanalyseerd en gewaardeerd. Opdrachtgever voor een CV is de gemeente (dS+V) of een combinatie van gemeente, corporatie/ontwikkelaar en deelgemeente. Een CV wordt vastgesteld door het college van B&W of het Dagelijks Bestuur (DB) van de betreffende deelgemeente, samen met het (stedenbouwkundig of master-) plan waarvoor het is gemaakt. De keuzes in het plan over de cultuurhistorische waarden worden hierbij gemotiveerd afgewogen. Vervolgens worden de cultuurhistorische waarden die in het betreffende plan zijn opgenomen ook verankerd in het bestemmingsplan.
Monumenten in het Oude Westen
Er zijn een paar monumenten in het bestemmingsplangebied Oude Westen. Vaak zijn het gebouwen die een speciale functie vervulden, zoals bijvoorbeeld een school of een kerk. Door hun functie en verschijningsvorm waren het (sociale) ankerpunten in de wijk.
Straat | Mon- type | Functie | Architect | Bouw- jaar |
Breitnerstraat 94 | GM | Onderwijs | Onbekend | 1932 |
Gaffelstraat 1-3 | GM | Onderwijs | Onbekend | 1890 |
Josephstraat 4 | GM | Onderwijs | Onbekend | 1890 |
Mathenesserlaan 145 | GM | Bedrijfsgebouw | Onbekend | 1938 |
Mathenesserlaan 155-157 | GM | Bedrijfsgebouw | Lourens, M.M. | 1895 (ca) |
Mathenesserlaan 205-211; 's-Gravendijkwal 100-104 | GM | Woningbouw | Beers, A. van;Beers, F. van; Gils, Jac. van | 1896 |
Nieuwe Binnenweg 19 | GM | Bedrijfsgebouw | Otten, A.B.P. | 1910 |
Nieuwe Binnenweg 25 | RM | Religieus gebouw | Weelderenburg, P.A. van | 1908 |
Nieuwe Binnenweg 29 | GM | Bedrijfsbebouw | Brinkman, M. | 1923 |
Nieuwe Binnenweg 31-35 | GM | Bedrijfsgebouw | Margry, E.J.; Snickers, J.M.; Laureys, F. | 1907 |
Nieuwe Binnenweg 160-164; Saftlevenstraat 1-7 | GM | Bedrijfsgebouw/ Woningbouw | Matthijs, J.W.; Oosterum, H.U. | 1895 |
Rochussenstraat 20 | GM | Bedrijfsgebouw | Lelieveldt, J.A. | 1940 |
Schietbaanstraat 10 | GM | Religieus gebouw | Hijdelaar, A.C. | 1888 |
Schietbaanstraat 26 | GM | Onderwijs | Meyneken, A.W. | 1891 |
's-Gravendijkwal 58 | GM | Onderwijs, plein, sculptuur | Wijk, J.C. van; D.B. Logeman | 1915 |
's-Gravendijkwal 108 | GM | Bedrijfsgebouw | Brinkman, J.A.; Vlugt, L.C. van der | 1930 |
's-Gravendijkwal 148-160 /Rochussenstraat 121-139 | GM | Woningbouw | Hendriks, J.P.L. | 1939 |
Westersingel 3 | GM | Woningbouw | Onbekend | 1872 |
Westersingel 14 | GM | Woningbouw | Margry, E.J.; Snickers, J.M. | 1878 |
Westersingel 15 | GM | Woningbouw | Onbekend | --- |
Westersingel 16 | GM | Woningbouw | Boelen, G. | 1876 |
Westersingel 17 | GM | Woningbouw | Onbekend | 1877 |
Westersingel 35 | RM | Woningbouw | Gils, Jac. van | 1895 |
Westersingel 37 | RM | Woningbouw | Onbekend | 1887 |
Westersingel 41 | RM | Woningbouw | Vermaas, P. | 1881 |
Westersingel 48 | GM | Woningbouw | Onbekend | 1896 |
West-Kruiskade 1 /Diergaardesingel 98 |
GM | Woon- winkelpanden |
Meijers, J.C. | 1892 |
Rijksbeschermde stadsgezichten in voorbereiding
Om te voorkomen dat in de periode die ligt tussen het indienen van een formele aanvraag om aanwijzing tot beschermd stadsgezicht op grond van artikel 35 lid 1 van de Monumentenwet 1988 en die formele aanwijzing de gronden en/of bouwwerken minder geschikt of ongeschikt worden voor het conserveren van de cultuurhistorische waarden die aan de oorspronkelijke aanvraag om een aanwijzing ten grondslag liggen, zijn deze waarden op grond van een goede ruimtelijke ordening in dit ontwerpbestemmingsplan opgenomen. De voorbereiding van een formele aanwijzing duurt namelijk een aantal jaren. In het kader van deze bestemmingsplanprocedure wordt onder een “beschermd stadsgezicht in voorbereiding” verstaan een “ontwerpaanwijzing tot beschermd stadsgezicht” waarover ten minste door de gemeenteraad reeds positief is geadviseerd ingevolge artikel 35 lid 1 van de Monumentenwet 1988. Het is immers de gemeenteraad die het bestemmingsplan vaststelt. Het positieve advies impliceert dat de gemeenteraad geen bedenkingen heeft tegen het aanwijzingsvoorstel.
Niet slechts op grond van een goede ruimtelijke ordening is de bescherming van deze waarden reeds nu noodzakelijk, maar ook om proceseconomische redenen.
Indien namelijk ten tijde van het beslissen op de aanvraag om een aanwijzing ingevolge artikel 36, lid 2 van de Monumentenwet 1988 een bestemmingsplan in werking is getreden, dan wordt in die aanwijzing bepaald of in dat bestemmingsplan de te beschermen belangen reeds afdoende zijn veiliggesteld, waardoor het opstarten van een bestemmingsplanprocedure ter implementatie van de aanwijzing overbodig is.
Zodra deze formele aanwijzing ingevolge de Monumentenwet 1988 een feit is en dit conform de Monumentenwet 1988 bekend is gemaakt, vervalt het verplichte Welstandsadvies slechts in het geval dat ingevolge artikel 36 lid 1 een nieuw bestemmingsplan moet worden vastgesteld. Vanaf dat moment immers is de minister van OCW de verplichte adviesinstantie geworden (artikel 3:3, lid 4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo).
In het plangebied Oude Westen liggen delen van twee rijksbeschermde stadsgezichten in voorbereiding: het stadsgezicht “Mathenesserlaan – Heemraadssingel” en het stadsgezicht Waterproject. De aanvraag “Mathenesserlaan – Heemraadssingel”, loopt sedert het jaar 2004.
De Mathenesserlaan, de Breitnerstraat en delen van de haaks op deze twee straten liggende straten vallen binnen het rijksbeschermd stadsgezicht in voorbereiding “Mathenesserlaan – Heemraadssingel”.
In het rijksbeschermd stadsgezicht in voorbereiding “Mathenesserlaan – Heemraadssingel” zijn als specifieke waarden genoemd voor het deel dat in het BP Oude Westen valt:
de voortuinen bij de bebouwing aan de Breitnerstraat inclusief hekwerken en ligusterhagen wigvormig plantsoen langs de Rochussenstraat. De Westersingel, inclusief de woonhuizen en de achtertuinen van de woonhuizen die aan het wijkpark grenzen, valt binnen het tweede rijksbeschermde stadsgezicht in voorbereiding: Waterproject. Dit project van stadsarchitect W.N. Rose en fabriekslandmeter van het Hoogheemraadschap J.A. Scholten is een fraai voorbeeld van een grootschalig, samenhangend waterstaatkundig en stedenbouwkundig concept. Het stadsgezicht Waterproject is van grote historische en stedenbouwkundige waarde als tastbare erfenis van de strijd tegen een van de grootste maatschappelijke problemen van de Negentiende Eeuw: de explosieve bevolkingsgroei in de steden met alle stedenbouwkundige, sociale en hygiënische problemen die daarbij hoorden. Het unieke van het Waterproject ligt vooral in de bijzondere combinatie van maatschappelijke, waterstaatkundige en stedenbouwkundige doelstellingen, samengebracht in een integraal planconcept.
Beeldbepalende objecten en waardevolle ensembles
In Rotterdam is een groot aantal objecten te vinden die geen status hebben als gemeentelijk monument, maar wel karakteristiek voor de stad of een wijk zijn, zogenaamde beeldbepalende objecten en waardevolle ensembles. Deze objecten en ensembles zijn in kaart gebracht binnen de Cultuurhistorische Verkenning voor het gebied van het Oude Westen. In het bestemmingsplan worden deze objecten en ensembles in de regels en op de plankaart opgenomen onder de dubbelbestemming "Waarde - Cultuurhistorie - 2". Beeldbepalende objecten en waardevolle ensembles hebben geen juridische status. Het is wel de bedoeling om deze objecten vooral tegen sloop te beschermen vanwege de cultuurhistorische waarde.
Het behoud van de cultuurhistorische waarden in het Oude Westen die van belang zijn om behouden te worden naast de sloopregeling ook via de gebruikelijke manier van bestemmen gewaarborgd bij eventuele ontwikkelingen. Het gaat om de volgende waarden: