direct naar inhoud van 3.1 Ruimtelijke beschrijving
Plan: Oude Westen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1012OudeWesten-oh01

3.1 Ruimtelijke beschrijving

3.1.1 Ruimtelijke structuur

De aanwezige noord-zuid structuur is de ruimtelijke drager van het plangebied. Deze structuur vindt zijn oorsprong in de polderverkaveling van voor 1890. De smalle kavels met de sloten bepalen de nu nog aanwezige ruimtelijke structuur van het Oude Westen. Deze structuur is ontstaan kort na de plannen van Rose voor het singelproject. Dit singelproject stopte bij de Westersingel. De Coolpolder viel onder het bestuur van de gemeente Delfshaven. Deze Coolpolder viel ten prooi aan grondspeculanten en malafide bouwondernemers, die de smalle kavels invulden met rijtjes woningen voor de arbeiders. In de latere plannen van Witteveen is het Oude Westen steeds als een "ongewenst element" gezien, wat zorgvuldig ingepakt en vrijwel onzichtbaar en geïsoleerd gemaakt is.

In de jaren tussen 1960 en 1970 heeft een aantal plannen de revue gepasseerd, waarin een nieuwe structuur gecombineerd met grootschalige sloop en nieuwbouw voor het Oude Westen voorgesteld wordt. Geen van deze plannen wordt echter gerealiseerd.

Na 1974 wordt de wijk voor het eerst in een formeel beleid als een integraal onderdeel van de stad erkend. Deze erkenning vormt de basis van de stadsvernieuwing. De ruimtelijke structuur van de wijk moest het streven naar een solidaire wijkgemeenschap versterken. Dit heeft geresulteerd in een sterke nadruk op een aantal sociaal-culturele voorzieningen in het centrum van de wijk. In deze periode zijn ook de oost-west doorbraken toegevoegd. In de wijk ontstond een nieuwe ruimtelijke structuur die drager werd van een nieuw netwerk van sociaal-culturele voorzieningen, bij uitstek bedoeld voor de wijkbewoners zelf. Het gebied is in zijn basis een vitaal stedelijk woongebied. Om deze kwaliteit te versterken is de doorkruisbaarheid van het plangebied voor langzaam verkeer essentieel. Deze vindt binnen het plangebied vooral plaats bij de oost-west verbindingen. De voorzieningen zijn echter toegespitst op voetgangers. Voor fietsers blijft het erg lastig om van oost naar west door het plangebied te komen.

Ook de oorspronkelijke noord-zuid structuur brengt een aantal problemen mee. De straatprofielen en de blokprofielen zijn erg smal. Met de toegenomen verkeersdruk betekent dit dat straten dichtslibben met auto's, en dat binnengebieden nauwelijks zon krijgen en slecht gebruikt worden.

Het Oude Westen is ontwikkeld als speculatiebouw binnen de smalle kavels tussen de poldersloten. De panden waren tussen de drie en vijf bouwlagen hoog en hadden individuele kappen. Tijdens de stadsvernieuwing van de jaren tachtig zijn de daken vervangen door dakdozen, en zijn kleine woningen samengevoegd tot grotere woningen. Ook is een groot deel van de achtergevels vervangen.

De laatste grootschalige projectmatige renovatie is inmiddels 30 jaar geleden uitgevoerd, en de meeste woningen uit die periode, naast woningen die nauwelijks renovatie ondergaan zijn, tonen verschijnselen van achterstallig onderhoud, zijn uitgewoond of gewoon op. De Zijdewindestraat-west is in periode 2002-2004 geheel vernieuwd. Door het aanpassen van de woningtypes is een deel van de trappenhuizen vervallen, en is een deel van de beganegrondlaag ingericht als berging. Als gevolg van de doorbraken is een aantal blinde gevels op de openbare ruimte gericht. Dit verstoort de relatie tussen wonen en straat, de sociale controle en veiligheid. Het grootste deel van de woningvoorraad bestaat uit appartementen of maisonnettes, waarbij de maisonnettes vaak bovenwoningen zijn.

3.1.2 Woningvoorraad

De huidige woningvoorraad binnen deze wijk, is in vergelijking met Rotterdam als geheel oud. Het aantal woningen in 2009 bedraagt 4409. De woningvoorraad van het Oude Westen is op dit moment eenzijdig, met een overwegend goedkope woningvoorraad. Het aandeel huurwoningen is hoog (85%). De waardeontwikkeling van de woningen is de afgelopen jaren relatief gering geweest.

Uit analyse van de woningvoorraad van het Oude Westen blijkt dat tweederde van de appartementen woningen betreft die kleiner zijn dan 85 m2. Daarbij bestaat ruim de helft van alle woningen uit appartementen zonder lift.

3.1.3 Detailhandel

In het Oude Westen zijn er duidelijk twee winkelstraten te onderscheiden: de West-Kruiskade en de Nieuwe Binnenweg. Beide straten zijn een visitekaartje van het Oude Westen en zijn belangrijk in de beoogde transformatie van het gebied. De geleidelijke transformatie van de uitstraling en programmering van de Nieuwe Binnenweg is succesvol gebleken. Eenzelfde opgave ligt er voor de West-Kruiskade gericht op onder meer het beheer en de branchering van functies in de plinten van panden.

3.1.4 Bedrijvigheid

Er is bij de woningbouwcorporatie en de deelgemeente veel aandacht voor beheer en branchering van de bedrijfspanden in het binnen plangebied. De bestaande bedrijfspanden worden veelal gebruikt als opslag en hebben negatieve uitstraling die veelal het gevoel van sociale veiligheid negatief beinvloedt. De opgave is de bedrijfsruimtes in te zetten om de levendigheid van de plinten van gebouwen te vergroten.

Daarbij horen ook de vanuit cultuurhistorie (CV Het Oude Westen) aangewezen karakteristieke hoekpanden, ooit als winkelruimtes gebruikt. Ze zijn herkenbaar aan puien met etalageramen. De nog resterende hoekwinkels zijn grotendeels intact, alleen niet altijd in gebruik als winkel of andere commerciele of publieke functie. In dit bestemmingsplan krijgen plintfuncties de nodige aandacht. Op locaties waar vanuit beleid levendigheid op straat wenselijk is, zullen panden direct als gemengde bebouwing bestemd worden (in plaats van indirect, na gebruikmaking van de vrijstellingsbevoegdheid van B&W).

3.1.5 Voorzieningenniveau

Net als in het centrum zijn er in het Oude Westen winkels, horeca, culturele en maatschappelijke voorzieningen. Toch zijn deze voorzieningen van een geheel andere orde. Ze zorgen voor de cohesie in de wijk en geven aan de wijk een eigen karakter. Het Oude Westen is een woonwijk met sterk gemêleerde bewoners- en ondernemersgroepen. De bedrijvigheid is groot. Kortom, het Oude Westen is een wijk met een veelkleurig karakter zonder dat een bevolkingsgroep domineert en een wijk waar de begrippen multicultureel en multi-etnisch volledig op hun plaats zijn.

3.1.6 Omgeving in transformatie

Het Oude Westen wordt nu omgeven door een drietal gebieden die aankomende jaren vergaande transformaties ondergaan en de internationale positie van Rotterdam versterken. Het betreft het Central District Rotterdam, het Lijnbaankwartier en Hoboken. De aanleg van het nieuwe station en de hogesnelheidslijn geven een ongekende impuls aan de directe omgeving en de stad. Het Central District Rotterdam zal, met het nieuwe HSL-station als belangrijke aanjager, met behulp van ‘mixone’ een levendige stationsomgeving worden, volop bedrijvigheid. Transformaties in het Lijnbaankwartier geven vorm aan het verder verdichten van de wederopbouwstad met daarnaast een impuls voor het kernwinkelgebied. Hoboken richt zich de komende jaren op nieuwe woonmilieus, het versterken van het internationaal cultuurpark, het versterken van het medische cluster en het realiseren van een stadscampus met diverse onderwijsvoorzieningen.

Momenteel (2012) wordt het Erasmus Medisch Centrum grootschalig verbouwd. Het werk dat in uitvoering is moet het Erasmus Medisch Centrum geschikt maken voor de komende decennia. Het zal een bron van werkgelegenheid vormen en vraag genereren in de omgeving voor aantrekkelijke woningen. Dit vormt direct een impuls voor de omliggende wijken. Fysiek gezien zullen er entrees aan alle zijden van het terrein komen, waardoor de bereikbaarheid met de omliggende wijken verbeterd wordt. De Wytemaweg en het Burgemeester Jacobsplein bevinden zich in de planvormingsfase in navolging van de huidige ontwikkelingen van het Erasmus Medisch Centrum. In de verdere toekomst zal er ook aandacht worden besteed aan de oversteekbaarheid vanuit Hoboken, richting de omliggende wijken. Ten tijde van het maken van het bestemmingsplan zijn daar nog geen concrete voorstellen voor.

Het Oude Westen zal voornamelijk van de spin-off van de ontwikkelingen in Hoboken de positieve effecten kunnen merken, zowel op het gebied van werkgelegenheid, woonmilieu, als de fysieke aansluiting met haar omgeving.

De komst van de HSL, de verdichting in de wijken rondom en de werkgelegenheid in het kernwinkelgebied en Hoboken versterken het Oude Westen en de centrale positie in de binnenstad.

Er is flink gestudeerd op mogelijkheden voor de 's-Gravendijkwal en Henegouwerlaan. Een tunnel of overkluizing kan voorzien in een beter leef- en verblijfsklimaat en daarmee een sterke verbetering in de relatie met de aanliggende wijken Middelland en het Oude Westen. Deze ontwikkeling is goedgekeurd door de gemeenteraad, de financiële middelen moeten nog geregeld worden.

Hoewel de ondertunneling van de 's-Gravendijkwal voorlopig niet aan de orde is en in dit bestemmingsplan geen aandacht krijgt, maakt dit bestemmingsplan de ondertunneling van 's-Gravendijkwal mogelijk.

Een andere belangrijke ontwikkeling in de omgeving van het Oude Westen is de herontwikkeling van Weenapoint. Deze ontwikkeling past niet in het bestemmingsplan "Het Oude Westen (1982)". De gemeente heeft, mede vanwege de omvang van de geplande ontwikkeling, gekozen om specifiek voor het gebied Weenapoint een nieuw bestemmingsplan op te stellen.

Bij het Weenapoint komen drie gebieden samen; het Oude Westen met zijn fijnmazige stratenpatroon, het RCD met de grootstedelijke blokkenstructuur en de binnenstad met het kernwinkelapparaat. De nieuwe ontwikkeling van Weenapoint zal door de bijzondere ligging een belangrijke bijdrage leveren om de entree van de stad, komend vanuit het Rotterdam Centraal Station vorm te geven. Een belangrijk onderdeel hiervan wordt gevormd door te realiseren nieuwe voetgangersverbindingen naar het plein rond het koepelgebouw, zowel vanaf de nieuwe esplanade op het Kruisplein als vanaf het Weena. Deze verbindingen zullen een verbeterde relatie tussen het RCD en het Oude Westen bewerkstelligen, daar waar de huidige bebouwing rondom een barrière opwerpt langs Weena en Kruisplein.

In het plangebied Weenapoint is in de huidige situatie sprake van 42.000 m² kantoren en voorzieningen en 5.000 m² woningen. De woongebouwen aan het Kruisplein/Diergaardesingel blijven ongewijzigd en worden derhalve in bestemmingsplan Weenapoint conserverend bestemd.

De bebouwing in de eindsituatie van Weenapoint is in totaal maximaal 110.000 m2 plus 5.000 m2 van de huidige woningen en bestaat uit een combinatie van kantoren (maximaal 80.000 m2), woningen (250 plus de bestaande) en voorzieningen (maximaal 33.000 m2). Het bestemmingsplan Weenapoint maakt tevens de realisatie van maximaal 850 parkeerplaatsen mogelijk.

3.1.7 Parkeren

De gewenste kwaliteitsslag voor de buitenruimte vereist een nieuwe strategie op parkeren in het Oude Westen. Invoering van de Rotterdamse Stijl in het Oude Westen betekent het verwijderen van 650-700 straatparkeerplaatsen. De huidige bezettingsgraden op straat bieden hiervoor geen ruimte. Uit de parkeertellingen blijkt immers dat de parkeerdruk op de straatparkeerplaatsen dusdanig hoog is, dat het niet mogelijk is (een deel van de) plaatsen zonder meer weg te halen. Uitgangspunt is dat de parkeerplaatsen die verdwijnen op straat, elders beschikbaar moeten zijn.

Waar wel in gestuurd kan worden, en wat ook al zo is verwoord in het Binnenstadsplan, is wáár bewoners hun auto parkeren. De parkeerplaatsen komen daarom terug in garages en niet op straat. Omdat rekening gehouden moet worden met een lichte groei van het autobezit, bestaat de totale parkeeropgave uit het realiseren van 800 parkeerplaatsen in garages.

De kwantitatieve opgave van 800 parkeerplaatsen kan worden ingelost op twee verschillende manieren: via de huidige wijkstallingsgarages en via het realiseren van extra parkeercapaciteit.

Huidige wijkstallingsgarages

Deze 800 parkeerplaatsen kunnen deels worden opgevangen in de huidige vrije capaciteit van de wijkstallingsgarages. De verwachting is dat hier nog ongeveer 300 parkeerplaatsen gevonden kunnen worden.

Als de huidige wijkstallingsgarages beter worden benut, blijft er nog een restopgave over van 500 parkeerplaatsen. Bij nieuwbouwopgaven is het uitgangspunt dat de parkeereis die hieruit voortkomt wordt opgelost op eigen terrein. Dit betekent dat een aantal auto's verdwijnt van straat naar een privé garage. Dit levert een winst op straat op.

Desalniettemin resteert een parkeeropgave. Met de koppeling van extra parkeercapaciteit aan nieuwbouwprojecten is een belangrijk deel van de opgave in te lossen.

Ook de bestaande, onbenutte mogelijkheden tot een parkeergarage uit het huidig bestemmingsplan worden in dit nieuw bestemmingsplan overgenomen en met een aanduiding op de plankaart weergegeven.