Nieuwe Dorp Heijplaat

4.8 Ecologie

Ten behoeve van de geplande sloop- en nieuwbouwwerkzaamheden in het Nieuwe Dorp heeft ARCADIS natuuronderzoek uitgevoerd. In deze paragraaf zijn de belangrijkste conclusies van het onderzoek samengevat. Het onderzoeksrapport is integraal als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd.

Aanwezige beschermde soorten

In het Nieuwe Dorp in Heijplaat is in 2011 een jaarronde inventarisatie uitgevoerd om het gebruik van de gebouwen en de directe omgeving door vleermuizen in kaart te brengen (strikt beschermde soorten; tabel 3 Flora- en faunawet / bijlage IV Habitatrichtlijn). Hierbij is vastgesteld dat de gewone dwergvleermuis in het plangebied voorkomt. Het gaat om zeer lage dichtheden, vooral aanwezig rondom groenzones: in het plangebied komen hooguit enkele individuen voor. Aan de Karimunstraat is in een woonhuis ter hoogte van de groenzone bij de sporthal één klein zomerverblijf van hooguit enkele individuen vast-gesteld. Ook zijn verspreid door het plangebied enkele baltsterritoria aanwezig, waarbij niet uitgesloten kan worden dat er per territorium één paarverblijfplaats in de nabijgelegen bebouwing aanwezig is. De aanwezigheid van foerageergebied is sporadisch vastgesteld op plekken met veel opgaand groen, zoals de groenzones aan de zuidzijde van het plangebied en in de achtertuinen van woonhuizen.

In het groen en op de bebouwing zullen tijdens het broedseizoen (half maart – juli) zeer waarschijnlijk nesten aanwezig zijn van algemene broedvogels, als de merel, kauw en tjiftjaf. Alle broedvogels zijn strikt beschermd. De aanwezigheid van jaarrond beschermde nesten van de huismus en de gierzwaluw kan worden uitgesloten vanwege het ontbreken van geschikte daken. De aanwezigheid van andere vogelsoorten met jaarrond beschermde nesten is niet vastgesteld en kan worden uitgesloten vanwege het ontbreken van geschikt habitat.

In het plangebied zijn aanvullend nog waarnemingen gedaan van de egel (tabel 1). De aanwezigheid van algemene amfibieën als de gewone pad en de bruine kikker kan niet worden uitgesloten (tabel 1). In het plangebied zijn verder geen beschermde amfibieën, reptielen, vaatplanten en ongewervelden aanwezig.

 

Effecten ingreep

Bij het slopen van bebouwing in het Nieuwe Dorp gaan enkele paarverblijven en één zomerverblijf van de gewone dwergvleermuis verloren. Dit leidt tot overtreding van

artikel 11 van de Flora- en faunawet (verbod op beschadigen – vernielen – wegnemen – verstoren van vaste rust- en verblijfplaatsen). Voor dit project is in het verleden al een ontheffing verleend voor het overtreden van artikel 11. Op basis van het geactualiseerde vleermuisonderzoek wordt een nieuwe ontheffing aangevraagd.

Tijdelijke mitigatie van het verlies van verblijfplaatsen vindt plaats door middel van het plaatsen van vleermuiskasten op geschikte locaties waar niet wordt gewerkt. Bovendien zullen die panden, waarin verblijven van de gewone dwergvleermuis zijn aangetroffen dan wel aanwezigheid waarschijnlijk is, worden gesloopt volgens de vleermuisvriendelijke stripmethode, waarbij eerst plaatmateriaal wordt verwijderd en er gaten worden gemaakt in de spouwmuren voorafgaand aan de sloop. Ook zal bij de sloop van deze gebouwen rekening worden gehouden met de kritische periodes van de gewone dwergvleermuis, zoals het voortplantings- en overwinteringsseizoen. Panden waarin de aanwezigheid van verblijfplaatsen van vleermuizen kan worden uitgesloten, worden volgens reguliere sloopmethoden verwijderd.

Het verstoren van broedvogels wordt voorkomen door buiten het broedseizoen het groen te verwijderen. Overtreding van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet wordt hierdoor geheel voorkomen.

Voor de aanwezige licht beschermde (tabel 1) soorten geldt een vrijstelling in het geval van een ruimtelijke ontwikkeling. Wel is de zorgplicht van toepassing. Hieraan wordt invulling gegeven door tijdens de werkzaamheden te letten op het voorkomen van diersoorten en deze de kans te geven te ontsnappen aan de werkzaamheden.