direct naar inhoud van 3.1 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Katendrecht-Pols
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1007KatendrPols-oh01

3.1 Archeologie en cultuurhistorie

3.1.1 Beleidskader

Rotterdam draagt sinds 1960 zorg voor het eigen archeologisch erfgoed en is in het bezit van een door het rijk verleende opgravingsbevoegdheid. Het doel van de Rotterdamse archeologie is: (1) te zorgen voor het behoud van archeologische waarden ter plaatse in de bodem; (2) te zorgen voor de documentatie van archeologische waarden indien behoud ter plaatse niet mogelijk is; (3) te zorgen dat de resultaten van het archeologisch onderzoek bereikbaar en kenbaar zijn voor derden.

De gemeente Rotterdam bezit een Archeologische Waardenkaart (AWK) en een voorlopige lijst met Archeologisch Belangrijke Plaatsen (ABP's), die opgenomen zullen worden in de gemeentelijke monumentenverordening. Genoemde beleidsinstrumenten moeten een tijdige en volwaardige inbreng van archeologische belangen bij ruimtelijke ontwikkelingen waarborgen. Dit instrumentarium sluit aan op en komt mede voort uit het rijksbeleid en het provinciale beleid dat naar aanleiding van het Europese 'Verdrag van Malta' is ontwikkeld.

Het vaststellen, waarderen en documenteren van archeologische waarden vindt binnen de archeologische monumentenzorg gefaseerd plaats. Na een bureau-onderzoek kan het nodig zijn een archeologische inventarisatie in het veld uit te voeren. De resultaten van de inventarisatie kunnen vervolgens leiden tot een aanvullend archeologisch onderzoek. De resultaten van laatstgenoemd onderzoek vormen het uitgangspunt bij de keuze om een vindplaats te behouden, op te graven, waarnemingen uit te voeren tijdens het bouwproject of geen verdere stappen te ondernemen.

3.1.2 Bewoningsgeschiedenis

Het bestemmingsplangebied bevindt zich buiten de in 1373 overstroomde Riederwaard, een rondom bedijkt gebied op IJsselmonde. De geologische kaart geeft aan dat er zich ter plekke kleiafzettingen op veen bevinden. Mogelijk is in de Romeinse tijd al sprake van bewoning op de klei langs de Nieuwe Maas. Ook in de Vroege Middeleeuwen en de 10de-12de eeuw kan hier bewoning hebben plaatsgevonden.

In de 13de eeuw moet een rondom gesloten waard (Riederwaard) zijn ontstaan. Na de ondergang van de Riederwaard in 1373 werd tussen 1475 en 1525 de Hillepolder bedijkt. De Hilledijk vormde de noordelijke begrenzing ervan. Tot de aanleg van de Rijnhaven en Maashaven aan het einde van de 19de eeuw vormde de Hilledijk de eigenlijke rivierdijk (hoogte 3,50 m + NAP, kruinbreedte 6 m). Ervoor lag al vanaf de 17de eeuw bekaad buitenland, dat voor 1887 werd opgehoogd in verband met de aanleg van de Rijnhaven. De Hilledijk is momenteel opgenomen in de Brede Hilledijk, het gebied tussen de Rijnhaven en de Maashaven.

3.1.3 Cultuurhistorie

Katendrecht Pols is een cultuurhistorisch waardevol gebied. De Pols vormt de verbinding van het schiereiland Katendrecht met de stad, en dus de toegang tot het eiland. Op het Wigblok na, waar op de etages woningen gesitueerd waren, was de Pols volledig ingevuld met bedrijfsfuncties, voornamelijk gerelateerd aan de havenactiviteiten. In de Pols is een indeling met vier parallelle stroken van bebouwing ontstaan, de zogenaamde ‘vierslag‘, die zeer karakteristiek is. De ‘vierslag‘ is ten noorden van de Brede Hilledijk nog goed zichtbaar rond Codrico. De Santosstrook is in zijn geheel nog intact. Van deze ‘vierslag’ is in de zuidzijde van de Pols weinig meer over na verwerving van de terreinen door de gemeente, de sloop van de bedrijfsbebouwing en het verplaatsen van de weg Maashaven Noordzijde. De verdeling in stroken, de toegangsfunctie van Pols en de invulling met bedrijfsfuncties zorgt voor een dominante oost-westrichting in het gebied.

Het karakter van het Polsgebied wordt gevormd door de havens en het havenverleden van de plek. In de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (CHS) wordt het haven- en bedrijventerrein van de Pols gerekend tot de zogenaamde "pierenhaven". In die zin kent het gebied ook een belangrijke cultuurhistorische waarde. Pierenhavens dateren uit de periode 1880-1925 en zijn oorspronkelijk buiten het historisch stedelijk weefsel maar wel in de nabijheid ervan gesitueerd. Wonen en werken zijn gescheiden. Veelal gaat het om aangeplempte pieren of schiereilanden met rondom gegraven havenbekkens. In het midden van zo'n pier loopt een openbaar toegankelijke weg, geflankeerd door langgerekte pakhuizen aan beide zijden. Tussen de bebouwing door blijft het water zichtbaar.

De Pols is de plek op Katendrecht waar de Rijnhaven en Maashaven elkaar het dichtst naderen, en het schiereiland Katendrecht gevormd wordt. De ‘voelbaarheid‘ van de voormalige zeehavens is hier het grootst. De havenhistorie is vooral nog ‘voelbaar‘ en zichtbaar in de Pols door enkele beeldbepalende en monumentale gebouwen. Dit zijn de Latensteijn silo aan de Veerlaan, de Yamahaloods en het pakhuis Santos aan de noordzijde van de Brede Hilledijk. En aan de Maashavenzijde heeft men zicht op de Maassilo. Dit maakt de Pols een robuust en stoer gebied, een beeld dat versterkt wordt door de betonnen bovengrondse metroverbinding langs de Maashavenoostzijde, de aanwezige binnenvaart in de Maashaven en de bedrijvigheid op het water.

3.1.4 Archeologische verwachting

Evenals dit geldt voor de rechter Maasoever kunnen voor de linker Maasoever, waar het bestemmingsplangebied deel van uitmaakt, bewoningssporen verwacht worden uit de late Prehistorie, Romeinse tijd en (Vroege) Middeleeuwen. Op en langs de Hilledijk zijn bewoningsresten te verwachten uit de periode vanaf circa 1500.

3.1.5 Aanbevelingen

Voor het gehele bestemmingsplangebied geldt een vereiste voor een omgevingsvergunning voor bouw- en graafwerkzaamheden met een oppervlak groter dan 200 vierkante meter en die tevens dieper reiken dan 1 meter beneden NAP. Deze is opgenomen in artikel 13 van de planregels van dit bestemmingsplan.