direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer - Wegverkeer
Plan: Katendrecht-Pols
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1007KatendrPols-oh01

Artikel 11 Verkeer - Wegverkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Wegverkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voorzieningen voor rijdende en stilstaande voertuigen, zoals rijstroken, trambanen, fietspaden, parkeerplaatsen, met de daarbij behorende kunstwerken zoals viaducten, bruggen, duikers;
  • b. voorzieningen ten behoeve van wandelen en verblijven, zoals trottoirs, paden en trappen;
  • c. groenvoorzieningen, waterlopen en overige in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals taluds, keerwanden en beschoeiingen;
  • d. bouwwerken ten behoeve van kleinschalige openbaar nutsvoorzieningen, verkeer en vervoersvoorzieningen;
  • e. geluidswerende voorzieningen;
  • f. uitstekende delen aan gebouwen die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming;
  • g. een politiebureau ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk", met dien verstande dat zodra het gebruik als politiebureau is vervangen door ander toegestaan gebruik zoals bedoeld in dit lid, een politiebureau niet langer is toegestaan;
  • h. een loopbrug ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - luchtbrug";
  • i. "Waarde - Archeologie", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.
  • j. "Waterstaat - Waterkering", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd;

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Op de voor "Verkeer - Wegverkeer" aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:

  • a. in de bestemming passende bouwwerken (geen gebouwen zijnde), zoals straatmeubilair, huisvuilcontainers (al dan niet ondergronds) niet groter dan 10 m3, abri's, bovenleidingmasten c.q. portalen ten behoeve van trambanen, alsmede niet voor bewoning bestemde kleine gebouwen voor openbaar nut, verkeer en vervoer, welke gebouwen niet groter mogen zijn 80 m3;
  • b. uitstekende delen aan gebouwen als bedoeld in het eerste lid onder b., niet dieper dan 2 meter uit de gevel en ten minste 2,2 meter boven maaiveld.
11.2.2 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor "Waarde - Archeologie" en/of "Waterstaat - Waterkering", is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming(en) mede van toepassing.