direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen - 2
Plan: Hordijkerveld
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1005Hordijkveld-oh01

Artikel 22 Wonen - 2

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen met kap (met de daarbij behorende inpandige bergingen / garageboxen);
  • b. ter plaatse van de aanduiding "jeugdopvang", voor jeugdopvang;
  • c. "Waarde - Archeologie - 1", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd;
  • d. "Waarde - Archeologie - 2", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd;
  • e. "Waarde - Archeologie - 3", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.

22.2 Bouwregels
22.2.1 Algemeen

Op de voor "Wonen - 2" bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de aldaar genoemde functies.

22.2.2 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor resp. "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.

22.2.3 Bebouwingsnormen
  • a. De maximum goothoogte bedraagt 6 meter, met uitzondering van de adressen Hordijk 28 A t/m D, daar geldt een maximum goothoogte van 9 meter en een maximum nokhoogte van 11 meter, gerekend vanaf de kruin van de weg.
  • b. De maximum nokhoogte bedraagt 11 meter.
22.3 Specifieke gebruiksregels

Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep/bedrijf, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30 % wordt gebruikt voor aan huis gebonden beroep / bedrijf ; bedrijven zijn toegestaan t/m categorie 1 van de lijst van bedrijfsactiviteiten behorende bij deze regels ;
  • b. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclame-uitingen;
  • c. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;
  • d. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van de werkactiviteiten.

22.4 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.3 terzake van de toegestane bedrijfsactiviteiten ten behoeve van andere bedrijfsactiviteiten dan die primair zijn toegelaten, welke - gehoord de milieudeskundige - daarmede naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn.