direct naar inhoud van Artikel 14 Tuin
Plan: Hordijkerveld
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1005Hordijkveld-oh01

Artikel 14 Tuin

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuin;
  • b. uitstekende delen aan gebouwen die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming;
  • c. aanbouwen en bijgebouwen bij grondgebonden woningen;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "woonwagenstandplaats", voor een woonwagenstandplaats;
  • f. "Waarde - Archeologie - 1", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd;
  • g. "Waarde - Archeologie - 2", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd;
  • h. "Waarde - Archeologie - 3", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.

14.2 Bouwregels
14.2.1 Bebouwingsnormen

Op de voor "Tuin" bestemde gronden is aan bebouwing toegestaan:

  • a. een aanbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag niet breder zijn dan 3 meter, gemeten vanaf de oorspronkelijke zijgevel van het hoofdgebouw;
  • b. een aanbouw aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag niet dieper zijn dan 3 meter, gemeten vanaf de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw;
  • c. een aanbouw van maximaal 6 m2 is toegestaan aan de voorgevel van de volgende woningen: Endeldijk, Stormerdijk en Omloopdijk 2 t/m 28, 55 t/m 65, 77 t/m 99, 101 t/m 119; Breudijk 25 t/m 47; Oenerdijk 2 t/m 76; Meerdijk 1 t/m 23, Pieterdijk 1 t/m 23; Rekerdijk 11 t/m 33, Averdijk, Huigendijk en Leppedijk 1 t/m 23 en 94 t/m 120;
  • d. de goothoogte van een aanbouw mag niet hoger zijn dan het vloerniveau (+30 cm) van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, met dien verstande dat een aanbouw mag worden afgedekt met een schuin dakvlak met dezelfde hellingshoek als de kap/schuin dakvlak op het hoofdgebouw;
  • e. bijgebouwen, uitsluitend in de achter- en/of zijtuin; zij mogen (inclusief vergunningvrije bijgebouwen) niet meer dan 30 m2 innemen;
  • f. een bijgebouw mag niet hoger zijn dan 3 meter, gemeten vanaf maaiveld;
  • g. aanbouwen / bijgebouwen dienen een afstand van ten minste 1 meter tot de denkbeeldige lijn getrokken in het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw aan te houden;
  • h. aanbouwen / bijgebouwen in achter- en zijtuin dienen een afstand van ten minste 1 meter tot de erfgrens aan te houden aan de zijde waar de kavel grenst aan het openbaar toegankelijke gebied;
  • i. gebouwde terrassen (dakterrassen worden niet hieronder begrepen) mogen niet hoger worden dan 0,2 meter boven maaiveld;
  • j. uitstekende delen aan gebouwen, mogen niet dieper dan 2,5 meter uit de gevel steken en moeten ten minste 2,2 meter boven maaiveld blijven;
  • k. brandtrappen, hellingbanen, keermuren;
  • l. een woonwagen als bedoeld in 14.1 onder e., met een maximale lengte van 10 meter, resp. een breedte van 3 meter en een hoogte van 3 meter ;
  • m. in afwijking van het bepaalde onder sub a. t/m e. geldt dat ingeval op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan de aldaar genoemde maten overschreden worden, deze grotere maten als maximum gelden.
14.2.2 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor resp. "Waarde - Archeologie - 1", "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3", is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.

14.3 Specifieke gebruiksregels

Tuinen behorende bij voor "jeugdopvang" aangeduide gebouwen, mogen tevens worden gebruikt als buitenspeelruimte ten behoeve van een kinderdagverblijf.