Plan: | IJsselmonde-Centrum |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1004IJsCentrum-oh02 |
Het wettelijk kader bij de bepaling van de mate en ernst van bodemverontreiniging wordt gevormd door de Wet bodembescherming (Wbb). Op grond van de mate en omvang van een verontreiniging in grond en/of grondwater wordt bepaald of, conform de Wbb, sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hierop is de principiƫle noodzaak tot sanering gebaseerd. In de Wbb wordt op basis van risico's voor mens en ecosystemen vervolgens onderscheid gemaakt tussen spoedeisende en niet spoedeisende sanering. Als een sanering spoedeisend is, dient binnen vier jaar aangevangen te worden met de sanering. Als geen sprake is van een spoedeisende sanering, kan sanering worden uitgesteld totdat op de locatie een herinrichting en/of bestemmingswijziging aan de orde is.
Voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, moet worden aangetoond dat de bodemkwaliteit goed genoeg is om te bebouwen ten behoeve van de toegekende bestemming (bodemgeschiktheids-verklaring): er mag pas worden gebouwd als de bodem schoon genoeg is bevonden. In het kader van de bouwplannen zal de bodem ter plaatse nader worden onderzocht. Indien nodig zal de bodem voorafgaand of tijdens de bouw geschikt gemaakt worden op basis van de nota "Naar een gezamenlijk Bodemsaneringsbeleid in provincie en stad".
In 2000 is de Indicatieve Bodemkwaliteitkaart Rotterdam opgesteld. Dit document geeft een indicatie van de mate waarin de bodem in een bepaald gebied is verontreinigd. Op basis van globaal historisch onderzoek naar de ontwikkelings- en gebruiksgeschiedenis, en de vervuilende bronnen en processen, is een verdeling in "ruimtelijke eenheden" (RE) gemaakt. Deze ruimtelijke eenheden hebben bij benadering hetzelfde vervuilingsniveau.
Het plangebied valt binnen de ruimtelijke eenheid Groot IJsselmonde. In zowel de contactzone als de ondergrond is geen verontreiniging boven de streefwaarde te verwachten. Er is slechts een geringe kans op puntbronnen. Er is sprake van een weinig vervuilde jonge stadswijk.
Er is echter wel kans op verontreiniging langs de Noorder- en Zuider Kerkedijk. Deze behoren volgens de bodemkwaliteitskaart Rotterdam tot lintbebouwing. De Noorder en Zuider Kerkedijk zijn oude bewoningskernen langs een dijk met historische bewoning en bedrijfsactiviteiten.
Hierbij valt onder meer te denken aan landbouw, brandstoffenhandel, blikslagerijen en smederijen. Langs de dijk kunnen plaatselijk verontreinigingen voorkomen boven de bijbehorende interventiewaarden, afhankelijk van de historische bedrijfsactiviteiten. Bij lintbebouwing betreffen de verontreinigingen over het algemeen niet-mobiele verontreinigingen in de grond, zoals zware metalen (lood, koper en zink) en Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK).