Plan: | IJsselmonde-Centrum |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1004IJsCentrum-oh02 |
In het kader van het bovengenoemde overleg (dat gevoerd is in de periode 6 augustus 2007 tot 1 oktober 2007) is het voorontwerpbestemmingsplan IJsselmonde Centrum toegezonden aan :
1. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, directie DRM
2. VROM-inspectie, regio zuidwest
3. Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond
4. Waterschap Hollandse Delta
5. Rijkswaterstaat, directie Zuid-Holland
6. Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten
7. Ministerie van Defensie, dienst gebouwen, werken en terreinen
8 Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
9 K.P.N. Telecom
10 Kamer van Koophandel Rotterdam
11 Tennet Zuid-Holland
12 N.V. Nederlandse Gasunie
13 Stadsregio Rotterdam
14 Dir-Gen Energievoorziening
15 Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam
16 Eneco Netbeheer BV
17 Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond
18 Brandweer
Hieronder volgt een samenvatting van de ontvangen reacties en ons commentaar hierop :
1. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, directie DRM
1.1 Nieuwe ontwikkelingen. De paragrafen nieuwe ontwikkelingen en toekomstige ontwikkelingen dienen aangevuld te worden met gegevens ten aanzien van de ontwikkelen aantallen, bruto vloeroppervlak e.d.
Commentaar:
In hoofdstuk 4 zijn de nieuwe ontwikkelingen gedetailleerd beschreven inclusief aantallen en oppervlaktes.
1.2 Luchtkwaliteit. De Wet luchtkwaliteit is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Verzocht wordt de toelichting hierop aan te passen en na te gaan of het luchtkwaliteitsonderzoek nog voldoet.
Commentaar:
Het luchtonderzoek is geactualiseerd.
1.3 In verband met de op 1 januari 2007 in werking getreden herziene Wet geluidhinder dient het akoestisch onderzoek te worden geactualiseerd. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde en de maximale ontheffingswaarde worden overschreden bij de locatie Antoniushof. Een aantal oplossingen is hiervoor mogelijk. Alvorens het plan wordt vastgesteld dient hierover duidelijkheid te worden gegeven. Voor de locatie Keizerswaard wordt door het wegverkeer de voorkeursgrenswaarde overschreden.
Commentaar:
Het geluidonderzoek is geactualiseerd. Locatie Antoniushof is niet meer als ontwikkelingslocatie opgenomen in dit bestemmingsplan. Het ontwerpbesluit Hogere waarden voor de locatie Keizerswaard ligt samen met dit bestemmingsplan ter inzage.
1.4 Uit de plantoelichting blijkt niet dat overleg heeft plaatsgevonden met de waterbeheerder. Aangegeven dient te worden hoe het advies van de waterbeheerder is verwerkt in het plan. Indien wordt afgeweken van het advies dient daarvoor een motivering te worden opgenomen.
Commentaar:
De gemeente Rotterdam werkt in overleg met alle betrokken waterbeheerders aan een gemeenschappelijke procedurele en inhoudelijke invulling van de Watertoets en de waterparagraaf. Conform de Watertoets heeft de gemeente in algemene zin overleg gevoerd met de waterbeheerder. Ten behoeve van het Masterplan is een Keurvergunning door het waterschap afgegeven voor de ontwikkelingen met betrekking tot winkelcentrum Keizerswaard. De watercompensatie vindt plaats in het plangebied van het bestemmingsplan "Groenenhagen - Tuinenhoven", dat inmiddels vigerend is.
1.5 In paragraaf 5.3.3 is vermeld dat er geen waterkeringen in het plangebied aanwezig zijn. Echter de noordwestelijke watergang is een boezemwatergang en heeft aan beide zijden een waterkering. Ook de Noorder en Zuider Kerkedijk zijn secundaire waterkeringen. Primaire en secundaire waterkeringen dienen als zodanig te worden bestemd. De keurzone dient op de plankaart te worden aangegeven. Nieuwbouw in de beschermingszone van waterkeringen is uitgesloten.
Commentaar:
Uit verkregen informatie van het waterschap blijkt dat alleen de noordwestelijke watergang (de Kreekse Boezem) een waterkerende functie heeft. Deze is op de verbeelding aangegeven door middel van de dubbelbestemming "Waterstaat-Waterkering". De Noorder- en Zuider Kerkedijk, de secundaire waterkeringen, behoeven van het waterschap niet als waterkering aangemerkt te worden.
1.6 In de waterparagraaf is vermeld dat de vuiluitworp vanuit de riolering op het oppervlaktewater groter wordt door de ontwikkelingen. Dit zal een negatief effect hebben op de waterkwaliteit ter plaatse. Conform de provinciale Nota regels voor Ruimte dient dit kwaliteitsverlies te worden gecompenseerd. In het plan dient hieraan aandacht te worden besteed.
Commentaar:
Er is slechts sprake van een licht negatief effect als gevolg van de ontwikkelingen, zie hoofdstuk 5.2.
1.7 In ruimtelijke plannen voor nieuw te ontwikkelen gebieden of stedelijke herstructureringsgebieden dient voldoende ruimte te worden gereserveerd voor open water. Als provinciale richtlijn geldt 10 % van het bruto oppervlak. In het plan wordt alleen de compensatie van "Het Hart" beschreven, terwijl er ook andere ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt waarbij verhard oppervlak zal worden toegevoegd. In overeenstemming met de waterbeheerder kan van de provinciale richtlijn worden afgeweken
Commentaar:
Voor het Masterplan Hart, dat ten grondslag ligt aan dit bestemmingsplan, is in 2005 een Keurvergunning afgegeven door het Waterschap. Daarmee is de compensatie voor het toenemen van het verhard oppervlak in het centrum geregeld. Voor het overige is er geen sprake meer van nieuwe ontwikkelingen.
1.8 In paragraaf 5.1 beleidskader water van de toelichting is vermeld dat in het deelgemeentelijk waterplan IJsselmonde maatregelen zijn opgenomen met betrekking tot de waterhuishouding. Ook ruimtelijke maatregelen worden genoemd, waaronder uitbreiding van het wateroppervlak. In de waterparagraaf wordt hier niet verder op ingegaan.
Verzocht wordt de uit het waterplan voortvloeiende ruimtelijke consequenties voor watercompensatie op de plankaart weer te geven en in de voorschriften te vermelden.
Ditzelfde geldt voor de bij het bestemmingsplan gevoegde notitie ( kenmerk KRE770 OCE1) waarin een aantal wateraspecten worden uitgewerkt. Ook ontbreekt een overzichtskaartje van de in de notitie genoemde gebieden.
Commentaar:
In de waterschapsvergunning uit 2005 is de compensatie geregeld. Omdat de compensatie van water in een ander bestemmingsplangebied in IJsselmonde (t.w Groenenhagen - Tuinenhoven) wordt mogelijk gemaakt, is dit niet terug te vinden op de plankaart van het bestemmingsplan IJsselmonde-Centrum.
1.9 Voorts ontbreekt een beschrijving van het inundatierisico (vanuit de rivieren). Dit dient in het plan te worden opgenomen.
Commentaar:
Aangezien het hier niet gaat om buitendijks gebied is er geen aandacht besteed aan het inundatierisico.
1.10 In artikel 18 van de voorschriften is vermeld dat naast waterhuishoudkundige doeleinden de bestemming "water" ook bestemd is voor groen en andere zaken. In het voorschrift dient te worden opgenomen dat een vermindering van de bestaande oppervlakte aan water niet is toegestaan.
Commentaar:
In de omschrijving van de bestemming Water-1 komt de functie groen niet meer voor. Een vermindering van het wateroppervlak is niet toegestaan.
2. VROM-inspectie, regio zuidwest
2.1 T.a.v. de hoge druk aardgasleiding adviseert de inspectie om het bouwen binnen de toetsingsafstand goed te onderbouwen.
Dringend wordt verzocht de voorschriften en plankaart zo aan te passen dat gebouwd wordt buiten de bebouwingsafstand of pas nadat gebruik is gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid om de leiding te verplaatsen.
Aanbevolen wordt contact op te nemen met de leidingbeheerder teneinde aan de hand van de laatste inzichten een berekening te maken van de individuele risicocontour en het groepsrisico.
Commentaar:
In het bestemmingsplan wordt geanticipeerd op de AMvB externe veiligheid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen, die naar verwachting per 1 januari 2011 in werking zal treden. In deze AMvB wordt geregeld dat het plaatsgebonden risico voor een kwetsbaar object, veroorzaakt door een buisleiding, op 5 meter vanuit het hart van de buisleiding niet hoger mag zijn dan 10 -6 per jaar.
Door de Gasunie is berekend dat het plaatsgebonden risico van de onderhavige leiding op 0 meter afstand ligt. Het groepsrisico stijgt van 0.24 naar 0.67.
Op grond van genoemde AMvB dient tevens een belemmeringenstrook voor het onderhoud van de buisleiding te worden opgenomen van ten minste 5 meter (gemeten vanuit het hart van de buisleiding) aan weerszijden van de buisleiding. Deze belemmeringenstrook maakt onderdeel uit van de bestemming "Leiding-Gas".
2.2 Het luchtonderzoek is verricht met een verouderd CAR model. Geadviseerd wordt ten tijde van de vaststelling een hernieuwd rapport op te nemen, om eventuele planrisico's te beperken.
Commentaar:
Het luchtonderzoek is geactualiseerd.
3. DCMR Milieudienst Rijnmond
3.1 Ten aanzien van geluid dient per ontwikkelingslocatie te worden aangegeven welke stappen doorlopen zijn in het kader van toetsing aan de Wet geluidhinder. Eerder genomen hogere waarden besluiten dienen te worden opgenomen in het bestemmingsplan.
Commentaar:
In bestemmingsplan IJsselmonde Centrum is de enige nieuwe geluidgevoelige ontwikkeling, de woningbouw in het Hart. Hiervoor is een nieuw hogere waardebesluit opgesteld, op basis van het meest recente geluidonderzoek. Het ontwerp hiervan ligt samen met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage.
3.2 Het onderzoek luchtkwaliteit dient te worden uitgevoerd met de meest recente versie van het rekenprogramma CAR.
Commentaar:
Het onderzoek naar luchtkwaliteit is geactualiseerd.
4. Waterschap Hollandse Delta
4.1 De in paragraaf 4.4. van de toelichting genoemde integrale benadering van de wateropgave heeft niet alleen betrekking op het realiseren van een nieuwe open waterverbinding, doch ook op de waterkwaliteit en kwantiteit. Om de aangegeven gebruiksfuncties mogelijk te maken, moet ook aan de daarvoor vastgestelde waterkwaliteit worden voldaan. Daarnaast moet er ook ruimte komen voor de aanleg van extra oppervlaktewater, teneinde ongewenste inundatie te voorkomen.
In paragraaf 5.1 wordt gesteld dat de waterkwaliteit moet voldoen aan de KRW. Ter verduidelijking moet hier worden aangegeven dat wordt bedoeld de ecologische waterkwaliteit.
Verder wordt in de tekst gesproken over het nog op te stellen Waterplan Rotterdam 2006-2010. Dit plan is evenwel gereed en wordt binnenkort bestuurlijk vastgesteld.
Commentaar:
De tekst is geactualiseerd.
4.2 De opmerking in paragraaf 5.3.3 dat er in het plangebied geen waterkeringen zijn, is niet juist; de boezemkade langs de Kreekseboezem (gedeelte tussen Dwarsdijk en Olympiaweg) moet nog in het plan worden benoemd.
Commentaar:
De waterkering Kreekse Boezem is als zodanig bestemd door middel van de dubbelbestemming "Waterstaat-Waterkering".
4.3 De opmerking dat bij afkoppeling door infiltratie of de aanleg van daktuinen geen compenserend water nodig is, is niet volledig. Conform de Keur van Hollandse Delta is het verboden om meer dan 250 m2 verharding zonder vergunning direct of indirect op het oppervlaktewater te lozen. Dus ook bij infiltratie of daktuinen moet er toestemming van de waterbeheerder zijn.
Commentaar:
De opmerking is inmiddels achterhaald, er is geen sprake meer van daktuinen.
4.4 Ten aanzien van de plankaart wordt verzocht de beschermingszone aan te geven langs de Kreekseboezem, vanaf de Dwarsdijk tot aan de Olympiaweg. Omdat het deel ten westen van Vikingoord 45 niet als hoofdwatergang is aangemerkt, kan de speciale beschermingszone vervallen.
Commentaar:
Op de plankaart is langs de Kreekse Boezem de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterkering" aangegeven.
4.5 T.a.v. de voorschriften ontbreekt bij artikel 18 de NB t.a.v de speciale beschermingszone.
Commentaar:
De NB's zijn vervallen, omdat de regels zijn aangepast aan de landelijke standaard hiervoor; langs de hoofdwatergangen is de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterstaatkundige functie" gelegd.
7. Ministerie van Defensie, dienst gebouwen, werken en terreinen
Deelt mede geen opmerkingen te hebben terzake van het plan.
9 K.P.N. Telecom
Verzoekt rekening te houden met de belangen van de KPN, zoals mogelijke straalverbindingspaden.
Commentaar:
Er is kennisgenomen van de opmerking. In IJsselmonde-Centrum liggen geen straalpaden.
10 Kamer van Koophandel Rotterdam
10.1 De beoogde versterking van het gebied rondom het winkelcentrum Keizerswaard met kantoren, bedrijven, maatschappelijke voorzieningen en circa 340 woningen, alsmede de versterking van het openbaar vervoer (Tramplus), zal naar alle waarschijnlijkheid ten goede komen aan de omzet van de winkeliers in voornoemd winkelcentrum. Dit laat onverlet dat deze ondernemers gedurende de grootschalige bouwwerkzaamheden omzetverlies zullen lijden. Immers de bereikbaarheid en de uitstraling van het winkelcentrum zal tijdens de bouwwerkzaamheden sterk verminderen, hetgeen de omzet negatief zal beïnvloeden. Voorts zijn de kosten als gevolg van de werkzaamheden in de buitenruimte (extra schoonmaakkosten, meer reclame) toegenomen. De Kamer vindt dat dit nadeel moet worden gecompenseerd, omdat dit nadeel het normale ondernemersrisico zou overstijgen. Rekening moet worden gehouden met een reservering van evt. nadeelcompensatie.
Commentaar:
Voorafgaand aan de uitvoering van het bouwrijpmaken van de locatie voor de bouw van de eerste fase van het gebied rondom het winkelcentrum Keizerswaard is een zogenaamd stappenplan "bereikbaarheid Hart van IJsselmonde" opgesteld.
Met behulp van dit stappenplan zijn de werkzaamheden zodanig uitgevoerd dat het winkelcentrum Keizerswaard tijdens de uitvoering goed bereikbaar was en de hoeveelheid parkeerplaatsen minimaal gelijk is gebleven. De uitvoering van dit stappenplan is op een intensieve wijze met de omgeving (eigenaren, ondernemers en bewoners) gecommuniceerd en nauwlettend gevolgd in een periodiek terugkerende klankbordgroep waarin naast de gemeente en deelgemeente ook de bewoners, eigenaren en ondernemers van het winkelcentrum zitting hebben.
De communicatie heeft naar tevredenheid plaatsgevonden middels informatieavonden, nieuwsbrieven en uitvoeringbrieven voor eigenaren, ondernemers en bewoners.
Het vervolg van de werkzaamheden in het kader van de uitvoering van de ontwikkellocatie (uitbreiding winkelcentrum Keizerswaard, aanleg openbaar gebied en tramplus binnenlus Keizerswaard) zal op eenzelfde wijze worden uitgevoerd door de uitvoerende partijen te weten de (deel)gemeente, Stadsregio en ontwikkelaar.
Belangrijk uitgangspunt hierbij blijft dat tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het winkelcentrum Keizerswaard goed bereikbaar is en dat het aantal parkeerplaatsen ten behoeve van het winkelcentrum niet zal verminderen.
De (deel)gemeente houdt de klankbordgroep in stand om dit uitgangspunt te realiseren. Ook de andere communicatie-instrumenten blijven ingezet worden door de uitvoerende partijen. Gezien de opgedane ervaring en positief (communicatie) verloop van de eerste fase zal dit volstaan.
10.2 In artikel 5 (Centrumvoorzieningen) wordt de mogelijkheid geboden bedrijven t/m categorie 2 te vestigen tot een maximum van 2500 m2. De kamer moedigt dit aan en pleit ervoor oog te blijven houden voor voldoende bedrijfsruimte. De vraag kan zich immers zodanig ontwikkelen dat de vraag naar dergelijke ruimte het aanbod van 2500 m2 overstijgt.
Commentaar:
Er is in dit bestemmingsplan maximaal 4.885m2 b.v.o. aan bedrijven opgenomen conform de huidige situatie.
11 Tennet Zuid-Holland
11.1 Deelt mede dat in de Kreekhuizenlaan en Groeninx van Zoelenlaan de 150 KV hoogspanningsverbinding en telecommunicatieverbindingen Krimpen a/d IJssel - Rotterdam/Zuidwijk aanwezig zijn. In de planregels en op de verbeelding is hiermede rekening gehouden, doch niet in de toelichting. Verzocht wordt de toelichting op dit punt aan te vullen.
Commentaar:
De toelichting is op dit punt aangevuld.
12 N.V. Nederlandse Gasunie
12.1 Deelt mede dat de hogedruk aardgasleiding niet geheel volgens het juiste tracé is weergegeven. De Gasunie heeft het juiste tracé in rood op de meegezonden kaart aangegeven. Verzocht wordt de plankaart hierop aan te passen.
Commentaar:
De aardgasleiding is thans conform de toegezonden gegevens van de Gasunie op de plankaart aangegeven.
12.2 De Gasunie merkt op dat in artikel 20 ("leiding") van de voorschriften de vrijstellingsbevoegdheid om af te wijken van de toetsingsafstand een foutieve interpretatie bevat van de circulaire.
Binnen de toetsingafstand dient te worden vastgesteld wat de gebiedsklasse is. Deze gebiedsklasse is bepalend voor de aan te houden minimale bebouwingsafstand.
Bebouwing behorende bij gebiedsklasse 1 en 2 (overige bebouwing etc.) mag niet worden opgericht binnen de minimale bebouwingsafstand behorende bij gebiedsklasse 3 en 4, indien voor dat gebied gebiedsklasse 3 of 4 van toepassing is. Verzocht wordt de voorschriften hierop aan te passen.
Commentaar:
In dit bestemmingsplan wordt gewerkt met de AMvB Buisleidingen en is de regelgeving uit de circulaire achterhaald. De toelichting en de regels zijn aangepast op de nieuwe regelgeving.
17 Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond
17.1 In en rond het plangebied is één risicobron aanwezig, t.w. de hogedruk aardgastransportleiding van de Gasunie over de Groeninx van Zoelenlaan. De Gasunie heeft een risicoberekening uitgevoerd voor deze gasleiding, hetgeen heeft geresulteerd in een plaatsgebonden risicocontour (10-6) van 0 meter vanaf het hart van de leiding.
Het nieuwe winkelcentrum Keizerswaard ligt nog wel binnen de toetsingsafstand (30 meter) en de bebouwingsafstand (14 meter). De gemeente heeft in overleg met de Gasunie besloten dat dit gedeelte alleen gebouwd kan worden nadat de gasleiding in zuidelijke richting is verlegd. Voor de nieuwe ligging is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.
Commentaar:
In het bestemmingsplan wordt geanticipeerd op de AMvB Buisleidingen externe veiligheid transport gevaarlijke stoffen door buisleidingen. Hierin staat dat de bebouwingsafstand voor gasleidingen 5 meter is. Dit betekent dat de leiding ter hoogte van het winkelcentrum geen belemmering meer vormt om de woontorens te kunnen bouwen.
17.2 Het groepsrisico zal toenemen na realisatie van de twee woontorens langs de Groeninx van Zoelenlaan bij het winkelcentrum Keizerswaard. Uit de risicoberekening voor het groepsrisico blijkt dat de oriënterende waarde niet zal worden overschreden. De VRR adviseert de Champ methode te gebruiken om de toename van het groepsrisico te verantwoorden.
Commentaar:
Het groepsrisico is opnieuw berekend door de Gasunie op basis van de AMvB Buisleidingen. De VRR heeft naar aanleiding van het rekenresultaat hun advies uitgebracht in hun brief van 14 oktober 2010. In deze brief stellen zij dat het groepsrisico geen aanleiding meer geeft om die door middel van de Champ-methode te verantwoorden.
17.3 Met betrekking tot het plangebied dienen de volgende voorzieningen te worden getroffen, teneinde de zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor hulpverlening bij calamiteiten te vergroten:
a. om de kans op een leidingbreuk te verkleinen zou het bevoegd gezag in overleg met de leidingbeheerder dienen vast te stellen of afdoende constructieve en veiligheidsmaatregelen zijn getroffen om de ongestoorde ligging van de gasleiding te garanderen.
b. voorziene objecten binnen het invloedsgebied van 75 meter van de gasleiding dienen te beschikken over voldoende gedimensioneerde ontvluchtingsroutes, waarvan er minimaal één van de risicobron af is gericht, die zijn aangesloten op de bestaande infrastructuur buiten het plangebied.
c. het bevoegd gezag draagt zorg voor een goede voorlichting en instructie van de aanwezige personen, zodat men weet hoe te handelen tijdens een calamiteit.
Commentaar:
In de voorschriften is geregeld dat binnen een zone van 100 meter gemeten uit de hartlijn leiding-gas van bebouwing minimaal één (nood)uitgang van de rivierbron (hogedruk gasleiding) afgekeert dient te worden gerealiseerd. Bovengenoemde aspecten betreffen uitvoeringskwesties die niet in een bestemmingsplan geregeld worden.