Plan: | Terbregsehof |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1002Terbregshof-oh02 |
Geluidhinder kan ontstaan door verschillende activiteiten. In de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer zijn geluidsnormen opgenomen voor wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai. Deze normen geven de hoogst acceptabele geluidsbelasting bij geluidsgevoelige functies zoals woningen.
Bij het bepalen van de maximaal toegestane geluidsbelasting maakt de Wet onderscheid tussen bestaande situaties en nieuwe situaties. Nieuwe situaties zijn nieuw te bouwen geluidsgevoelige functies of nieuwe geluidhinder veroorzakende functies.
Gemeentelijk ontheffingsbeleid
In het ontheffingsbeleid geldt een stelsel van voorkeurswaarden en grenswaarden voor geluid. Vanaf 1-1-2007 is niet de provincie, maar de gemeente Rotterdam verantwoordelijk voor het ontheffingsbeleid. In het Rotterdamse beleid staat een goede leefomgevingskwaliteit voor bewoners voorop.
Bij beperking van geluidhinder hanteert de gemeente een volgorde in prioriteit: eerst bronmaatregelen, daarna overdrachtsmaatregelen en dan ontvangersmaatregelen. Bij het beoordelen van ontheffingsaanvragen besteedt het gemeentebestuur aandacht aan de mate waarin het stedenbouwkundig ontwerp bijdraagt aan de beperking van geluidsoverlast. Zo wordt in ieder geval nagegaan of er minimaal één geluidluwe gevel mogelijk is. In een compacte stad blijven ontheffingen van de voorkeurswaarde geregeld nodig om nieuwbouw te kunnen realiseren. Door beperking van geluidsoverlast vanaf het begin mee te nemen bij gewenste stedelijke ontwikkelingen, gaat de gemeente ervan uit dat de aantrekkelijkheid van de stad gewaarborgd blijft.
Als in een zone langs een weg nieuwe geluidsgevoelige situaties mogelijk worden gemaakt, dan moet een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. De breedte van de zone is afhankelijk van het aantal rijstroken, het stedelijk gebied en de maximum snelheid. In het akoestisch onderzoek kunnen wegen waar een snelheid van maximaal 30 km/u geldt buiten beschouwing blijven. In de onderstaande tabel is de zonebreedte aangegeven.
Breedte geluidszones langs wegen
Het plangebied Terbregsehof ligt binnen de geluidszones van de rijkswegen A16 en A20, van de Bosdreef/Hoofdweg en van de Terbregseweg/Boszoom. De overige wegen in het plangebied zijn niet relevant. In de onderstaande tabel is een opsomming gegeven van de zoneplichtige wegen en de bijbehorende zonebreedte.
Zoneplichtige weg | Zonebreedte |
Rijksweg 16 | 600 meter |
Rijksweg 20 | 350 meter |
Terbregseweg/Boszoom | 200 meter |
Bosdreef/Hoofdweg | 350 meter |
In nieuwe geluidsgevoelige situaties is de voorkeursgrenswaarde aan de gevel 48 dB. Het college van Burgemeester en Wethouders hebben volgens artikel 83 van de Wet geluidhinder de bevoegdheid om een hogere waarde vast te leggen. De onderbouwing van dit voornemen, het ontwerpbesluit, wordt tegelijkertijd met het ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Om na te gaan in hoeverre aan de normen van de Wet geluidhinder kan worden voldaan zijn geluidsberekeningen uitgevoerd.
Ten aanzien van de geluidsinvloed van omliggende wegen op eventuele 'nieuwe' geluidsgevoelige situaties in het plangebied dient akoestisch onderzoek plaats te vinden. De nieuwe kantoren en aanwezige bedrijven zijn geen geluidgevoelige objecten dus er hoeven geen geluidsonderzoeken te worden uitgevoerd. Wel stelt de ARBO-regelgeving eisen aan het maximale geluidsniveau op de werkplek.
Omdat de woningen in de Terbregsehof een 'bestaande situatie' zijn, hoeft geen toetsing aan de Wet geluidhinder plaats te vinden. Wel dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening in het bestemmingsplan aandacht besteed te worden aan de geluidssituatie. Voor de argumentatie kan de actuele geluidssituatie door middel van een geluidsonderzoek of op andere wijze in beeld worden gebracht.
Volgens opgave van DCMR staan de woningen aan Terbregseweg 179, 191 en 193 op de saneringslijst verkeerslawaai, de raillijst. De woningen waren op 1 maart 1986 aanwezig en er was op dat moment sprake van een geluidsbelasting van minimaal 60 dB(A). Derhalve zijn de woningen opgenomen in de gemeentelijke saneringslijst (artikel 88 e.v. Wet geluidhinder). Dit betekent dat de woningen voor maatregelen in het kader van de sanering verkeerslawaai in aanmerking komen.
Woningen op het opslagterrein
Het opslagterrein ten behoeve van kermisexploitanten krijgt een bedrijfsbestemming. De gronden zijn bestemd voor bedrijven in de categorie tot en met 3.1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten. Daarnaast is op dit terrein winterberging van materialen en voertuigen van kermisexploitanten mogelijk.
Het hebben van een tijdelijke woning ten behoeve van kermisexploitanten in de vorm van een woonwagen of caravan is gedurende het winterseizoen ook toegestaan. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een zonering toegepast binnen het terrein, waardoor het wonen op een zo gunstig mogelijke plek, afstand tot de snelweg, zal worden gerealiseerd om geluidhinder te voorkomen.
De woningen en het kermisexploitantenterrein zijn gelegen binnen de geluidszone van de spoorweg Rotterdam - Utrecht. De geluidsbelasting op de gevels van de woningen en op de eventuele woonwagenstandplaatsen is hoger dan de voorkeurswaarde. De voorkeurswaarde voor nieuwe woningen langs een bestaande spoorlijn bedraagt 55 dB.
Kantoren en bedrijven zijn geen geluidgevoelige bestemmingen. Hiervoor hoeft dus geen akoestisch onderzoek gedaan te worden. Wel stelt de ARBO-regelgeving eisen aan het maximale geluidsniveau op de werkplek. In dat kader is het wellicht wel noodzakelijk om een akoestisch onderzoek uit te voeren.
Voor de bestaande woningen, geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen is in het Besluit geluidhinder (art 4.1. lid 3) aangegeven dat de geluidsgrenswaarden niet in acht genomen dienen te worden. De bestemmingen zijn reeds aanwezig en worden niet gewijzigd en er is geen sprake van wijziging van de spoorweg.
Het plan ligt niet binnen de zone van een industrieterrein, zodat voor dit aspect geen onderzoek nodig is.
De Luchtvaartwet en het Besluit geluidbelasting grote luchtvaart, op grond waarvan het aanwijzingsbesluit Rotterdam Airport is vastgesteld, zijn op 24 december 2008 komen te vervallen en tegelijkertijd zijn de "Wijzigingswet Wet luchtvaart (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens)" en het "Wijzigingsbesluit luchtvaartwet (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens)" in werking getreden. Conform de Wijzigingswet Wet luchtvaart blijft het besluit "Aanwijzig luchtvaartterrein Rotterdam Airport", genomen op 17 oktober 2001 en onherroepelijk geworden op 21 juni 2006, geldig tot het tijdstip waarop voor de Luchthaven Rotterdam Airport, de naam is inmiddels gewijzigd in "Rotterdam The Hague Airport", een nieuw aanwijzingsbesluit wordt genomen. Conform de genoemde wijzigingswet moet voor Rotterdam The Hague Airport binnen 5 jaar, uiterlijk 24 december 2013, een nieuw aanwijzingsbesluit worden genomen.
Sinds november 2009 zijn onder andere het "Besluit burgerluchthavens" en de "Regeling burgerluchthavens" in werking getreden. Conform het Besluit burgerluchthavens moeten rond Rotterdam The Hague Airport bij een nieuw aanwijzingsbesluit de geluidcontouren van 48 dB(A), 56 dB(A) en 70 dB(A) worden vastgesteld.
Vooruitlopend op de nieuwe wet- en regelgeving is voor (destijds genoemde) Rotterdam Airport het Milieueffectrapport zoneaanpassing 2008 deelrapport geluid, van juni 2008, opgesteld. In dit MER zijn verschillende varianten onderzocht. Gebleken is dat variant 4c de voorkeur verdient. Voor deze variant zijn (conform de inmiddels vervallen wet- en regelgeving) de geluidcontouren van 20 Ke tot en met 65 Ke en (conform de nu geldende wet- en regelgeving) de geluidcontouren van 45 dB(A) tot en met 70 dB(A) berekend. Deze geluidcontouren zijn opgenomen in figuur 20 respectievelijk figuur 48 van het genoemde MER. Momenteel is een nieuw aanwijzingsbesluit in voorbereiding waarmee de dB(A)-geluidcontouren conform variant 4c van het MER zullen worden vastgesteld.
Het bestemmingsplangebied Terbregsehof valt niet binnen de hiervoor genoemde Ke- en dB(A)-geluidcontouren. Het luchtvaartlawaai is derhalve niet relevant voor dit bestemmingsplan.
Voor wat betreft de kantoren en bedrijven is geluid als gevolg van de spoorlijn of de zoneplichtige wegen geen belemmering.
De aanwezige woningen en het kermisexploitantenterrein liggen binnen de geluidszone van een bestaande weg of een bestaand spoor. Voor de betreffende woningen en de legale woningen op het exploitantenterrein is geen nader onderzoek noodzakelijk.