't Struweel, Rijksstraatweg 5 Ridderkerk

Ruimtelijke onderbouwing

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Aan de Rijksstraatweg 5 te Ridderkerk is landschapstuin 't Struweel gevestigd. Het perceel is grotendeels ingericht als landschapstuin, daarnaast staan in het plangebied een woning, een kas en een aantal schuurtjes.

Het plangebied wordt voor diverse doeleinden gebruikt; natuur, educatie, workshops, feesten (waaronder bruiloften) en vergaderingen. De meeste functies op het perceel passen binnen het vigerende bestemmingsplan 'Waalbos'.

Alleen het gebruik van de gronden voor feesten en niet ecologisch gerelateerde workshops en vergaderingen passen niet binnen het vigerende bestemmingsplan. Daarom wordt een omgevingsvergunning aangevraagd om het huidige gebruik van het perceel planologisch te legaliseren. Het gehele perceel wordt meegenomen in de aanvraag.

Ter motivering van de omgevingsvergunning is voorliggende ruimtelijke onderbouwing opgesteld.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied ligt in het buitengebied van Ridderkerk aan de Rijksstraatweg nummer 5. De dichtstbijzijnde dorpskern is Rijsoord ten noorden van het plangebied.

Het plangebied grenst aan de Rijksstraatweg (oostkant) en agrarische bedrijven (noord-, zuid- en westkant).

Afbeelding ligging en begrenzing plangebied

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Het vigerende bestemmingsplan is 'Waalbos', vastgesteld op 24 maart 2010. Het plangebied is hierin bestemd met Agrarische doeleinden (hoofdbestemming) en ecologische tuin (subbestemming). De woning is bestemd met Woondoeleinden (hoofdbestemming) en educatieve bijeenkomsten (subbestemming). De tuin bij de woning is bestemd met Tuinen.

De gronden aangewezen voor Agrarische Doeleinden (A) zijn bestemd voor de bedrijfsvoering van agrarische bedrijven, met dien verstande dat ter plaatse van subbestemming "ecologische tuin" (Ae) tevens een ecologische tuin is toegestaan.

Onder agrarisch bedrijf wordt verstaan; een bedrijf dat (nagenoeg) volledig is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het fokken of houden van vee door gebruik te maken van open grond en/of glasopstallen. Ecologische tuin is niet gedefinieerd.

De gronden op de kaart aangewezen voor Woondoeleinden (W) zijn bestemd voor het wonen met bijbehorende tuinen, erven, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling.

Ter plaatse van de subbestemming "educatieve bijeenkomsten" zijn tevens op ecologie gerichte educatieve bijeenkomsten toegestaan.

Binnen de geldende bestemmingen is het verhuur van delen van het terrein voor feesten en de ruimtes in de woningen voor vergaderingen (niet zijnde educatieve bijeenkomsten) niet toegestaan. Om het afwijkende (bestaande) gebruik te legaliseren wordt een omgevingsvergunning aangevraagd. In deze omgevingsvergunning wordt het gehele perceel betrokken. Het gebruik van de gronden wordt nader toegelicht in Hoofdstuk 2.

Afbeelding uitsnede vigerend bestemmingsplan

1.4 Leeswijzer

In Hoofdstuk 2 wordt de huidige en toekomstige situatie beschreven. In Hoofdstuk 3 wordt het relevante beleid toegelicht en in Hoofdstuk 4 worden de onderzoeken en beoordelingen van omgevingsaspecten beschreven. Tot slot wordt in Hoofdstuk 5 de uitvoerbaarheid van het plan toegelicht.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Huidige situatie

Het plangebied heeft een oppervlakte van 13571 m2 en is grotendeels onbebouwd en onverhard. Ruim 9000m2 is in gebruik als landschapstuin 't Struweel die in 1996 is aangelegd en zich op het achterste deel van het perceel bevindt. De landschapstuin wordt voor verschillende doeleinden gebruikt; educatie, workshops en de open tuin dagen.

In het plangebied bevinden zich naast deze tuin ook weideland, een woning, schuur en een kas (zie hiervoor onderstaande luchtfoto). De bestaande woning dateert van 1910, ook de schuur dateert van dit bouwjaar. De kas is gerealiseerd in 2016. De feesten en workshops vinden plaats in de kas en op het grasveld rondom de kas. De hooizolder bovenop de keuken aan de achterzijde van de woning wordt gebruikt voor vergaderingen, trainingen en workshops.

Vanaf de Rijksstraatweg loopt een erfontsluitingsweg langs de woning richting de kas.

Afbeelding aanzicht plangebied, gezien vanaf de Rijksstraatweg

Afbeelding luchtfoto plangebied - diverse functies

2.2 Toekomstige situatie

In de toekomstige situatie verandert de inrichting van het plangebied niet, de bebouwing blijft behouden en het bestaande gebruik wordt voortgezet. Er wordt geen nieuwbouw gerealiseerd en er worden geen nieuwe functies toegevoegd.

Om inzichtelijk te maken op welke wijze de agrarische functie planologisch wordt gewijzigd en wat daarna planologisch de toegestane functies zijn in het plangebied is een situatietekening gemaakt, zie hiervoor onderstaande afbeelding en Bijlage 1.

Afbeelding situatietekening (zie hiervoor ook Bijlage 1)

Toelichting indeling plangebied

De stal en de hooizolder aan de achterzijde van de woning (oranje gearceerd in de tekening) hebben een oppervlakte van 100m2 en bestaat uit twee bouwlagen. De begane grond wordt gebruikt als keuken, toilet en als stal met daarin ruimtes voor lunches en/of vergaderingen. De stal en ook de tweede verdieping worden gebruikt als vergaderruimte en/of workshopruimte. Het maximaal aantal personen dat gebruik kan maken van de vergader- en/of workshopruimte in de stal bedraagt 18 personen. De hooizolder (tweede verdieping) wordt ook gebruikt voor benefietdiners waarbij circa 30 personen aanwezig kunnen zijn.

De kas wordt gebruikt voor feesten en workshops. De kas heeft een oppervlakte van circa 150m2 en het grasland eromheen heeft een oppervlakte van 250m2. Het grasland wordt, afhankelijk van de weersomstandigheden, ook gebruikt voor feesten en workshops. De kas met bijbehorend grasland is met blauwe arcering aangegeven in de situatietekening. Het aantal personen dat aanwezig is in de kas is afhankelijk van de activiteit. Bij workshops zijn tussen 15 en 20 personen aanwezig. De meeste feesten zijn verjaardagen en familiefeesten waarbij maximaal 50 personen aanwezig zijn. Er vinden circa 7 bruiloften per jaar plaats waarbij tussen 50 en 100 personen aanwezig zijn. Het aantal bruiloften neemt naar verwachting in de toekomst toe omdat na verlening van de omgevingsvergunning het voornemen is om het de plek als officiële huwelijkslocatie aan te merken. Hierdoor neemt ook het aantal aanvragen voor een huwelijk naar verwachting toe.

Het aantal feesten per jaar bedraagt maximaal 35 feesten, waarbij het uitgangspunt is dat de horecafunctie (verhuur voor feesten) ondergeschikt blijft aan de hoofdfunctie landschapstuin.

Aan de noordkant van de kas bevindt zich een bestaand parkeerterrein met ruimte voor 9 auto's, bezoekers van de tuin of deelnemers aan vergaderingen of workshops kunnen hun auto hier parkeren.

Het parkeerterrein is te bereiken via de erfontsluitingsweg van het perceel. In de toekomst wordt, indien dit nodig blijkt te zijn in de praktijk, een tweede ontsluiting aangelegd.

Een deel van het weideland aan de voorzijde van het perceel kan in de toekomstige situatie gebruikt worden voor extra (tijdelijk) parkeren in geval er grote groepen mensen aanwezig zijn. Een oppervlak van circa 800m2 is beschikbaar om in te richten als tijdelijke extra parkeerplaats. Om het terrein te kunnen blijven gebruiken als weideland wordt het terrein niet ingericht als verharde parkeerplaats maar als halfverharde parkeerplaats. Hierdoor neemt het verhard oppervlak ook niet toe. Op deze wijze kan het terrein, als er geen parkeerplaatsen nodig zijn, worden gebruikt als weideland en andersom als parkeerplaats (ook tijdens regenachtige omstandigheden).

Het aspect parkeren wordt nader toegelicht in paragraaf 4.1.

Hoofdstuk 3 Beleid

3.1 Rijks- en provinciaal beleid

Gezien de kleinschaligheid van de planologische functiewijziging wordt het rijksbeleid niet nader toegelicht, uitzondering hierop betreft een toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking welk hieronder wordt toegelicht. Ook het provinciaal beleid wordt nader toegelicht. Het gemeentelijk beleid wordt in de volgende paragraaf behandeld.

Ladder

De ladder is van toepassing bij stedelijke ontwikkelingen. Op basis van jurisprudentie blijkt dat als er enkel sprake is van een planologische functiewijziging dit geen nieuwe stedelijke ontwikkeling betreft (tenzij het een functiewijziging van zodanige aard en omvang betreft (Uitspraak Raad van State ECLI:NL:RVS:2016:1075).

Alleen het afwijkende gebruik van de gronden wordt planologisch gelegaliseerd met de omgevingsvergunning. De bouwmogelijkheden die het vigerende bestemmingsplan biedt blijven ongewijzigd. Daarmee wordt gesteld dat de functiewijziging niet leidt tot nieuwe bouwmogelijkheden en daarom geen stedelijke ontwikkeling betreft. Daarnaast is gelet op de geldende subbestemmingen (educatieve tuin) de functiewijziging ook niet van zodanige aard omdat de gronden niet primair waren bestemd als zijnde agrarisch.

Provinciaal beleid

Uit de kaart van de Omgevingsvisie van de provincie Zuid-Holland blijkt dat het plangebied buiten het bestaand stads- en dorpsgebied ligt. Zoals toegelicht onder ''ladder'' betreft het plan geen stedelijke ontwikkeling. Een laddertoets en daarmee ook de onderbouwing waarom de ontwikkeling niet binnen het bestaand stads- en dorpsgebied gerealiseerd kan worden is daarom niet nodig.

Het plangebied maakt deel uit van een gebied dat is aangewezen als beschermingscategorie 2, Groene buffer. De bijbehorende regels in de Omgevingsverordening hebben betrekking op ruimtelijke ontwikkelingen. Omdat het planvoornemen geen ruimtelijke ontwikkeling betreft worden deze regels niet nader toegelicht.

3.2 Gemeentelijk beleid

Omgevingsvisie Ridderkerk 2035

De gemeente Ridderkerk heeft de kaders van het gemeentelijk beleid tot 2035 vastgelegd in een Omgevingsvisie, vastgesteld in 2017.

In de Omgevingsvisie is geen specifiek beleid opgenomen ten aanzien van de planologische functiewijziging en/of de locatie of directe omgeving. De Omgevingsvisie wordt daarom niet nader toegelicht en deze levert geen belemmering op voor de functiewijziging.

Horecabeleid

Het horecabeleid zoals opgenomen uit de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Ridderkerk is van toepassing op de feesten en bruiloften in het plangebied.

De van toepassing zijnde artikelen moet in acht worden genomen bij de (horeca) activiteiten in het plangebied.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

4.1 Verkeer en parkeren

Het plangebied wordt deels gebruikt als locatie voor feesten waaronder bruiloften en benefietdiners. Deze functie is niet als standaard in de CROW richtlijnen opgenomen. De functie restaurant uit de richtlijnen sluit qua bezoekersaantallen het beste aan op de functie als locatie voor feesten. Het gebruik van de kas voor de feesten is namelijk vergelijkbaar met dat van een restaurant, het aantal personen dat per m2 vloeroppervlak aanwezig is vergelijkbaar. Ook is het autogebruik door bezoekers bij beide functies hoog. Voor de functie als restaurant geldt volgens de CROW publicatie 'Toekomstbestendig parkeren' een parkeernorm van 13 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo, waarvan 99% voor bezoekers (en dus 1% voor werknemers).

De kas en bijbehorend grasland die gebruikt worden voor feesten en workshops hebben een oppervlakte van 250m2, daarom wordt uitgegaan van een minimale parkeervraag van 33 parkeerplaatsen (13*250m2/100m2). De reeds aanwezige 9 parkeerplaatsen op het terrein worden gebruikt door bezoekers van de landschapstuin en/of de vergaderlocatie.

Zoals toegelicht in paragraaf 2.2 kan het weideland (oppervlakte van 800 m2) worden ingericht als tijdelijke extra parkeerplaats in geval er grotere groepen mensen aanwezig zijn, bijvoorbeeld tijdens bruiloften. Een parkeerplaats heeft een gemiddelde oppervlakte van 25m2. Dit betekent dat circa 32 à 33 parkeerplaatsen ingepast kunnen worden op het tijdelijk parkeerterrein. Hierbij is ervan uitgegaan dat een deel van de beschikbare ruimte gebruikt wordt voor de ontsluitingsweg van het parkeerterrein. Op het parkeerterrein worden halfverharde parkeerplaatsen (bijvoorbeeld door de toepassing van grastegels) aangelegd zodat het terrein zowel gebruikt kan worden als weideland (als de parkeerplaatsen niet nodig zijn) en als parkeerterrein, ook tijdens regenachtige weersomstandigheden.

In geval er geen bezoekers van de tuin of er geen vergaderingen zijn dan kunnen de 9 bestaande parkeerplaatsen ook gebruikt worden door de bezoekers van een feest of bruiloft.

Er zijn voldoende parkeerplaatsen beschikbaar binnen het plangebied. Het parkeerterrein is te bereiken via de bestaande ontsluiting die aantakt op de Rijksstraatweg. In de toekomst wordt, indien dit nodig blijkt te zijn in de praktijk, een tweede ontsluiting aangelegd. In de toekomst kunnen ook fietsparkeerplaatsen worden gecreëerd in het plangebied mocht daar behoefte aan zijn.

De functie voor de feesten en/of workshops is qua omvang (slechts 250 m2 bvo) en qua gebruiksfrequentie (ongeveer 1 keer per week en de bruiloften 7 per jaar en in totaal maximaal 35 feesten per jaar) dermate ondergeschikt dat de verkeersaantrekkende werking niet relevant is voor de totale (reeds bestaande) verkeersaantrekkende werking van de landschapstuin en de educatieve bijeenkomsten in de woning en op het terrein. De horecafunctie (verhuur voor feesten) is een ondergeschikte functie ten opzichte van de hoofdfunctie van het gebruik van de landschapstuin.

Het planologisch mogelijk maken van de vergadermogelijkheden, niet zijnde op educatie gericht, in de woning, zorgt dat het planologisch is toegestaan de ruimtes voor meerdere vergader en trainingsdoeleinden te gebruiken. De verkeersgeneratie ten gevolge van de gebruikers van deze faciliteiten neemt niet toe.

De beschikbare ruimte blijft in m2 gelijk waardoor er niet meer personen gebruik kunnen maken van de ruimte. Alleen de mogelijkheden van het gebruik van de ruimte veranderd. Het aantal personen dat gebruik kan maken hiervan blijft onveranderd.

Conclusie

De aspecten verkeer en parkeren leveren geen belemmeringen op voor de omgevingsvergunning.

4.2 Bodem

AGEL adviseurs heeft een vooronderzoek bodem uitgevoerd. Het rapport is als Bijlage 2 bijgevoegd. Het doel van het vooronderzoek is om te bepalen of de locatie al dan niet verdacht is met betrekking tot het voorkomen van bodemverontreiniging.

Onderzoek

Op basis van de resultaten van het vooronderzoek wordt geconcludeerd:

• De onderzoekslocatie (het plangebied) kan als onverdacht aangemerkt worden van het voorkomen van bodemverontreiniging. Verwacht wordt dat de bodemkwaliteit geen belemmering oplevert voor het voortzetten van het gebruik op de locatie.
• De onderzoekslocatie wordt als onverdacht aangemerkt ten aanzien van het voorkomen van asbest in de bodem. Op basis van de beschikbare bodeminformatie zijn geen concrete aanwijzingen geconstateerd waaruit blijkt dat op of in de bodem substantiële hoeveelheden verdacht puin en/of asbestverdacht materiaal aanwezig is.

Conclusie

Het aspect bodem levert geen belemmering op.

4.3 Externe veiligheid

AGEL adviseurs heeft een onderzoek externe veiligheid uitgevoerd. Het rapport is als Bijlage 3 bijgevoegd. Op basis van de risicokaart zijn in de omgeving van het plangebied verschillende risicobronnen aanwezig, te weten: een hogedrukgasleiding, twee transportroutes externe veiligheid en het rangeerterrein Kijfhoek.

Onderzoek

Hogedrukgasleiding

Het plangebied ligt volledig binnen het invloedsgebied van 490 meter van de doorgaande hogedrukgasleiding A-555. Daarom is door middel van een groepsrisicoberekening de hoogte en toename van het groepsrisico berekend. Ook is een motivering naar zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid opgesteld, zie hiervoor Bijlage 3.

Transportroutes

Het plangebied ligt op ongeveer 600 meter van de Rijksweg A16 (ten noordoosten van het plangebied) en op ruim 800 meter van de spoorlijn Barendrecht - Zwijndrecht (ten zuiden van het plangebied). Omdat het plangebied niet binnen 200 meter van deze transportroutes gevaarlijke stoffen ligt, is het uitvoeren van een groepsrisicoberekening niet benodigd. Op basis van artikel 7 van het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) is vanwege het vervoer van toxische stoffen over deze routes wel een motivering opgesteld die ingaat op de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid, zie hiervoor Bijlage 3.

Rangeerterrein Kijfhoek

De terreingrens van het Rangeerterrein Kijfhoek ligt op ongeveer 800 meter van het plangebied. Gelet op de afstand van het plangebied tot aan het rangeerterrein is geen toename van het groepsrisico te verwachten. Het beheersplan geeft ook aan dat naast inzicht in het groepsrisico ook aandacht moet worden besteed aan de aspecten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid, zie hiervoor Bijlage 3

Onderzoeksresultaten

Het plangebied ligt in de omgeving van verschillende risicobronnen. Gelet op de afstand tot de hogedrukgasleiding A-555 is een groepsrisicoberekening uitgevoerd. Voor de overige risicobronnen is alleen een motivering zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid opgesteld , zie hiervoor Bijlage 3.

Plaatsgebonden risico

Uit het onderzoek blijkt dat de PR 10-6 contour niet over het plangebied loopt. Het plaatsgebonden risico is geen beperking voor de realisatie van een kwetsbaar object binnen het plangebied.

Groepsrisico

Als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling is geen sprake van een toename van de hoogte van het groepsrisico.

Motivering zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid

In hoofdstuk 5 van het rapport (zie hiervoor Bijlage 3) is de verantwoording van het groepsrisico voor de hogedrukgasleiding A-555 beschreven. Daarnaast is ook een motivering zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid opgesteld vanwege een toxisch scenario voor een ongeval op de Rijksweg A16, de spoorlijn Barendrecht - Zwijndrecht en het Rangeerterrein Kijfhoek.

Conclusie

Op basis van de onderzoeksresultaten is gesteld dat na het planologisch maken van de functies in het plangebied het plaatsgebonden risico en de hoogte van het groepsrisico een aanvaardbaar veiligheidsniveau garanderen.

Het aspect externe veiligheid levert geen belemmering op.

4.4 Bedrijven en milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet worden beoordeeld of bedrijven in de omgeving worden belemmerd door de ontwikkeling en of er ter plaatse van gevoelige functies, zoals woningen, sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Voor de beoordeling is gebruik gemaakt van de Handreiking Bedrijven en milieuzonering (VNG, editie 2009). Per milieucategorie geldt een minimaal gewenste afstand, de richtafstand. Deze richtafstand geldt tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven (of andere milieubelastende functies) toelaat en anderzijds als uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het bestemmingsplan of via vergunning vrij bouwen mogelijk is. De in de handreiking opgenomen afstanden zijn indicatief en kunnen per gebiedstype, waarin de ontwikkeling zal plaatsvinden, verschillen. Hierbij is het uitgangspunt dat deze afstanden gemotiveerd worden toegepast.

De richtafstanden zijn afhankelijk van het omgevingstype waarbinnen de milieugevoelige bestemming ligt. De VNG-handreiking gaat uit van de omgevingstypes rustige woonwijk/rustig buitengebied of gemengd gebied.

Beoordeling

Voor de beoordeling of wordt voldaan aan de richtafstand is uitgegaan van het omgevingstype 'rustig buitengebied'.

Het verhuur van de kas en bijbehorende gronden voor bijvoorbeeld feesten kan zorgen voor geluidshinder tot de omgeving. Om te bepalen of het plangebied op voldoende afstand ligt van omliggende woningen is uitgegaan van een richtafstand van 30 meter (milieucategorie 2 voor ''middelzware'' horeca). Er is gemeten vanaf de grens van het perceel tot aan de dichtstbijzijnde gevels van de desbetreffende woningen.

Het verhuren van de ruimtes voor vergaderingen en workshops in de woning betreft geen geluidsproducerende activiteit omdat dit aangemerkt kan worden als kantoor functie, hetgeen geen milieucategorie kent. Daarnaast is gemeten vanaf de plangrens waarmee in zijn algemeenheid is beoordeeld of het plangebied op een afstand van 30 meter ligt.

Voor de woonfunctie zelf op het terrein geldt geen bescherming omdat de woning deel uitmaakt van de inrichting in het plangebied.

Woningen. adres		Milieucategorie	Richtafstand	Werkelijke afstand
Rijksstraatweg 5b		2	30 meter	35 meter
Rijksstraatweg 7		2	30 meter	57 meter
Rijksstraatweg 42B		2	30 meter	34 meter

Afbeelding afstand tussen grens plangebied tot nabijgelegen woningen

Conclusie

Gelet op bovenstaande tabel wordt geconcludeerd dat het plangebied op voldoende afstand van omliggende woningen ligt en dat daarmee voldaan wordt aan de richtafstand.

4.5 Luchtkwaliteit

Het planvoornemen voorziet niet in de realisatie van een gevoelige functie en het aantal verkeersbewegingen neemt niet significant toe. Daarmee wordt gesteld dat het planvoornemen niet in betekende mate bijdraagt aan de verslechtering van luchtkwaliteit en dat een luchtkwaliteitonderzoek niet nodig is

Om inzicht te geven in de mate van blootstelling aan luchtverontreiniging als gevolg van het plan zijn de concentraties uit de digitale monitoringstool, die behoort bij het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) bekeken. Uit de monitoringstool (2017) blijkt dat de concentraties stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) ter plaatse van de dichtstbij gelegen doorgaande wegen, Rijksstraatweg en Langeweg, nergens meer bedragen dan grenswaarden 40 ug/m3. De concentratie NO2 bedraagt maximaal 24,8 ug/m3 en concentratie PM10 bedraagt maximaal 18,8 ug/m3. De fijnstof (PM2,5) concentraties zijn nergens hoger dan 11,4 ug/m3 (grenswaarde 25 ug/m3). Het aantal overschrijdingsdagen van de 24 uurgemiddelde concentratie is maximaal 6,7 waardoor het maximum van 35 dagen eveneens niet wordt overschreden.

Het is de verwachting dat door het schoner worden van de autotechniek de concentratie van met name stikstofdioxide in de toekomst nog lager is.

Conclusie

Het aspect luchtkwaliteit levert geen belemmering op.

4.6 Akoestiek, water, archeologie, flora en fauna en m.e.r.

Akoestiek

De functies in het plangebied betreffen geen gevoelige functies gezien vanuit de Wet Geluidhinder.

Zoals toegelicht in paragraaf 4.4 wordt voldaan aan de richtafstand van 30 meter (milieucategorie 2 voor ''middelzware'' horeca). Hierbij is gemeten tot aan de plangrens. De afstand tot de kas (waar de bruiloften en feesten plaatsvinden) bedraagt meer dan 70 meter, zoals weergegeven op onderstaande afbeelding. Hiermee wordt ruim voldaan aan de richtafstand.

Afbeelding afstanden tussen bestaande woningen en de geluidsproducerende functies in het plangebied

Daarnaast wordt geluid vanuit de kas op de woning Rijksstraatweg 5B afgeschermd door de aanwezigheid van de kassen op het perceel van de Rijksstraatweg 5B. Deze kassen liggen tussen de kas in het plangebied en de woning.

De afstand tussen de woning Rijksstraatweg 42B bedraagt ruim 100 meter, geluidshinder wordt gezien deze ruime afstand niet verwacht.

Gezien de ruime afstand tussen de kas en de woningen en de afscherming van geluid door de kassen op het perceel Rijksstraatweg 5B wordt geluidshinder door feesten en bruiloften niet verwacht.

De feesten en bruiloften vinden een paar keer per jaar plaats (maximaal 35 keer per jaar). Mogelijke geluidsmaatregelen die getroffen worden zijn dat de feesten tot maximaal 24.00 uur duren en dat het geluid van installaties wordt beperkt waarbij er rekening wordt gehouden met omwonenden. Deze maatregelen dragen er aan bij dat mogelijke geluidshinder, die al niet wordt verwacht door de grote afstand tussen de kas en de woningen, tot een minimum wordt beperkt. Ook door bijvoorbeeld bezoekers erop wijzen om niet een draaiende auto te wachten op het terrein kan bijdragen aan de beperking van geluidshinder tot een minimum.

Naast de geluidshinder van feesten en bruiloften kan mogelijk ook geluidshinder van het (tijdelijke) parkeerterrein worden ondervonden.

De milieucategorie voor een parkeerplaats is 2 en de richtafstand bedraagt 30 meter. Uit bovenstaande afbeelding is op te maken dat de woningen op meer dan 30 meter liggen. Als het weideland tijdelijk wordt gebruikt als parkeerterrein dan wordt geluidshinder gezien deze afstand niet verwacht.

Gelet op bovenstaande onderbouwing wordt geluidhinder, ten gevolge van het gebruik van het plangebied, niet verwacht.

Water

Er vinden geen werken of werkzaamheden plaats in het plangebied of aan bestaande watergangen. De bestaande waterhuishoudkundige situatie blijft daarmee onveranderd, een waterparagraaf is daarom niet opgesteld.

Archeologie

Er vinden geen ontwikkelingen plaats in het plangebied. Daarnaast geldt geen archeologische dubbelbestemming ter plaatse van het plangebied. Een archeologisch onderzoek kan daarmee achterwege blijven.

Flora en fauna

Er vinden geen ontwikkelingen plaats in het plangebied. Daarmee wordt gesteld dat er ook geen verstoringen plaats vinden van mogelijk aanwezige flora en fauna. Een quickscan flora en fauna is niet nodig.

M.e.r.

Plannen en activiteiten kunnen nadelige gevolgen hebben voor het milieu. In hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en in het Besluit milieueffectrapportage is geregeld dat in zulke gevallen een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Het Besluit m.e.r. bestaat uit een hoofddeel en vier bijlagen. De vier bijlagen staan aangeduid als de onderdelen A, B, C en D:

• Onderdeel A bevat de omschrijving van diverse begrippen die in het Besluit m.e.r. genoemd worden.
• Onderdeel B is reeds vervallen.
• Onderdeel C bevat activiteiten, plannen en besluiten waarvoor het doorlopen van een m.e.r. verplicht is.
• Onderdeel D bevat activiteiten, plannen en besluiten waarvoor het maken van een m.e.r.-beoordeling verplicht is.

Het planvoornemen betreft geen activiteit genoemd in de D-lijst in de bijlage van het Besluit m.e.r. De aard en omvang van de functiewijziging zijn beperkt, 150m2 van het totale perceel wordt gebruikt (bestaand gebruik) voor de feesten en het legaliseren van vergadermogelijkheden vindt plaats in de bestaande vergaderfaciliteit van de woning. Daarnaast blijven de bebouwingsmogelijkheden ongewijzigd. Er is daarom geen sprake van de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject. Een vormvrije m.e.r. beoordeling is niet nodig.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Juridische planopzet

De legalisatie van de functies in het plangebied wordt mogelijk gemaakt met een omgevingsvergunning. Ten behoeve van deze afwijking is voorliggende ruimtelijke onderbouwing opgesteld als zijnde motivatiedocument. Op basis van dit document wordt geconcludeerd dat de legalisatie van de functies, gezien vanuit een goede ruimtelijke ordening, aanvaardbaar is.

5.2 Economische uitvoerbaarheid

De aanvraag omgevingsvergunning komt geheel voor rekening en risico van de initiatiefnemer. De verwezenlijking van het plan is niet afhankelijk van gemeentelijke investeringen.

5.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

De ontwerp omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing is ter visie gelegd. Gedurende een periode van 6 weken lagen de stukken ter visie op het gemeentehuis en konden door een ieder zienswijzen worden ingediend.

Gedurende de termijn is een zienswijze ingediend. Deze zienswijze heeft geleid tot aanpassingen ten opzichte van het ontwerpbesluit. In de voorschriften van de omgevingsvergunning zijn wijzigingen aangebracht. Er is naar aanleiding van de zienswijze overleg geweest tussen de indiener van de zienswijze, gemeente en de initiatiefnemer. In navolging hierop is door de indiener aangegeven dat de zienswijze wordt ingetrokken mits de voorgestelde aanpassingen in de voorschriften worden doorgevoerd. Dit is gebeurd, waarna de zienswijze is ingetrokken.

De omgevingsvergunning is op 16 november 2020 ongewijzigd verleend.