direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Oostendam
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0597.BPODAM2010KERN-OH01

2.3 Provinciaal en regionaal beleid

Provinciale Structuurvisie (inclusief herzieningen 2012)

In deze 'Visie op Zuid-Holland' beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De structuurvisie geeft de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. Daarnaast is er een doorkijk naar 2040. De nieuwe Structuurvisie komt in de plaats van de vier streekplannen en de nota Regels voor Ruimte.

De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

Verordening Ruimte (inclusief herzieningen 2012)

In samenhang met de structuurvisie is ook de Verordening Ruimte vastgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. Het volgende artikel is relevant voor dit bestemmingsplan:

Artikel 2 Contouren

Om het stedelijk netwerk te versterken kiest de provincie het uitgangspunt om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee wordt de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden en versterkt. Om dit te bereiken zijn het stedelijk netwerk en alle daarbuiten gelegen kernen in Zuid-Holland voorzien van bebouwingscontouren. Deze geven de grens van de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. De bebouwingscontouren zijn strak getrokken om het bestaand stedelijk gebied en kernen. Er is rekening gehouden met de reeds vastgelegde streekplangrenzen en plannen waar de provincie reeds mee heeft ingestemd. Verstedelijking buiten deze bebouwingscontouren is in principe niet toegestaan.

Artikel 3 Regels voor het gebied buiten de bebouwingscontouren

Bebouwing ten behoeve van stedelijke functies buiten bebouwingscontouren is niet toegestaan, uitzonderingen hierop zijn onder andere:

  • Ruimte voor Ruimte;
  • nieuwe landgoederen;
  • niet-agrarische functies in vrijkomende agrarische bebouwing;
  • functies en bebouwing passend bij stedelijk groen;
  • woningen in bebouwingslinten na sloop van bestaande bebouwing;
  • onder voorwaarden uitbreiden van bestaande niet-agrarische functies met 10% van de inhoudsmaat;
  • onder voorwaarden toestaan van bebouwing voor recreatieve functies tot 1.000 m2.

Artikel 4 Agrarische bedrijven

In de verordening zijn specifieke regels opgenomen waarmee in bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden, namelijk:

  • a. agrarische bebouwing (uitgezonderd kassen) wordt geconcentreerd binnen het bouwperceel dat een maximale omvang heeft van 2 hectare;
  • b. nieuwe bebouwing is alleen mogelijk als deze noodzakelijk en doelmatig is voor de bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijven;
  • c. voor een volwaardig agrarisch bedrijf is maximaal één agrarische bedrijfswoning toegestaan, of het aantal dat al is vergund;
  • d. nieuwe intensieve veehouderij wordt uitgesloten;
  • e. bestaande volwaardige intensieve veehouderijbedrijven mogen in beperkte mate uitbreiden in overeenstemming met door de gemeente te bepalen regels;
  • f. bestaande intensieve veehouderij als neventak bij agrarische bedrijven mag eenmalig met ten hoogste 10% van de inhoud worden uitgebreid, of meer indien dat nodig is om te kunnen voldoen aan wettelijke eisen;
  • g. in bufferzones, zoals aangeduid op kaart 4 van de verordening, in afwijking van het bepaalde onder e en f de oprichting van nieuwe gebouwen voor intensieve veeteelt wordt uitgesloten.

Een bestemmingsplan kan een schuilgelegenheid voor vee buiten het bouwperceel toelaten of een stal voor het hobbymatig houden van vee toelaten, voor zover dat noodzakelijk is voor de agrarische bedrijfsvoering of het welzijn van het vee.

Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten de concentratiegebieden voor glastuinbouw wijzen geen bestemmingen aan die nieuwvestiging van agrarische bedrijven met glastuinbouw mogelijk maken en bevatten bepalingen die erin voorzien dat alleen bij bestaande volwaardige glastuinbouwbedrijven een oppervlakte van ten hoogste 2 hectare aan kassen per bedrijf mogelijk wordt gemaakt.

Een bestemmingsplan kan bepalingen bevatten die erin voorzien dat bij een bestaand volwaardig glastuinbouwbedrijf een oppervlakte van meer dan 2 hectare kassen per bedrijf wordt mogelijk gemaakt. Tegenover de uitbreiding van de bestaande oppervlakte van de kassen staat ofwel in gelijke mate de duurzame sanering van bestaande kassen elders buiten de aangeduide gebieden voor glastuinbouw ofwel een combinatie van duurzame sanering van bestaande kassen en een financiële bijdrage in een (inter)gemeentelijk kwaliteitsfonds.

Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten de bebouwingscontour kunnen bestemmingen aanwijzen die het mogelijk maken om bij agrarische bedrijven nevenactiviteiten te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld zorg, minicampings en overige agro-gerelateerde voorzieningen.

Actualisering Provinciale structuurvisie en Verordening Ruimte (januari 2013)

De actualisatie van de Provinciale structuurvisie en Verordening Ruimte (tot en met januari 2013) bevat geen relevante passages en artikelen waarmee in dit bestemmingsplan specifiek rekening dient te worden gehouden.

Gebiedsvisie Deltapoort 2025 (februari 2012)

De samenwerkende partners in Deltapoort zijn eind 2010 gestart met het opstellen van een Gebiedsvisie voor Deltapoort (IJsselmonde-Oost). De ambitie van de stuurgroep is om de komende jaren te investeren in de ruimtelijke kwaliteit van Deltapoort om daarmee het economisch functioneren en de leefkwaliteit van het gebied te verbeteren.

Deze visie is geschreven met een tweeledige doelstelling namelijk het versterken van de economie in het gebied en het verbeteren van de leefbaarheid door het gebied recreatief aantrekkelijker, beter bereikbaar en toegankelijk te maken.

De polder in het noorden van het plangebied is aangewezen als themagebied 1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0597.BPODAM2010KERN-OH01_0002.png"

Themagebied 1: De Open Landschapskamers (licht groen)

In deze zone staat het agrarisch grondgebruik voorop en recreatief (mede-)gebruik wordt voorgestaan. Vanuit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit is dit een open te houden deelgebied. Grondgebonden landbouw, al dan niet in verbrede vorm, functioneert hier als hoeder van het open landschap. Uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid wordt niet toegestaan, de bedrijvigheid wordt gestimuleerd naar elders te verhuizen. Moderne, grootschalige kassen zijn hier uitdrukkelijk niet gewenst met het oog op de ruimtelijke beleving. Sanering van glas heeft hier hoge prioriteit.

Ontwikkelopgave glastuinbouw

De inzet van de Gebiedsvisie is het verwijderen (saneren) van het glas op die plaatsen waar het de landschappelijke kwaliteit in het bijzonder ten goede komt. De vraag vanuit de sector om tot sanering te komen is groot. De noodzaak voor herstructurering wordt in een recente inventarisatie aangetoond. Verplaatsing van kassen (Glas voor Glas) vindt plaats naar twee locaties, waar het verspreid glas wordt geclusterd/geconcentreerd. Binnen een cluster kan meer worden gewerkt aan een duurzamer bedrijfsvoering. Het wordt eenvoudiger om gezamenlijk te investeren in milieuwinst, waterberging en uitwisseling van energie.

Bij de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit richt de inspanning zich ook op goede inpassing van bestaande bedrijven. Deze inspanning maakt deel uit van een strategie waarbij vollegrondstuinbouw en kassenteelt (Barendrechtse teelt), biologische en verbrede landbouw samengaan. Hiervoor wordt het principe van ‘de Tuin’ geïntroduceerd.

De ambitie komt er kort gezegd op neer om in 10 jaar tijd een sanering van ca. 50 ha verspreid glas te bewerkstelligen. Tegelijkertijd wordt de mogelijkheid onderzocht van het ontwikkelen van een innovatief glascluster in aansluiting op de bedrijven van Nieuw Reijerwaard. Dit betekent ook dat zo’n 50 hectare behouden blijft in het gebied, zoveel mogelijk binnen de twee clusters. Buiten de clusters blijft het huidige restrictieve beleid van kracht. Een ambitie van 35 hectare in 4 jaar (2016) is fors maar gezien de situatie niet onrealistisch.