Plan: | Bolnes |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0597.BPBOLNES2010-OH01 |
Beleid en normstelling
Bij de vaststelling van bestemmingsplannen moet rekening worden gehouden met eventuele milieuhinder van bedrijfsactiviteiten. Uitgangspunt daarbij is dat bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van de woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor deze afstemming tussen milieugevoelige en milieuhinderlijke functies wordt milieuzonering toegepast. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering. In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieuhinder. Voor elke bedrijfsactiviteit is de minimale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaats gevonden. In Bijlage 2 bij de regels is een Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen met daarin de lijst van bedrijfsactiviteiten.
De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype "rustige woonwijk". Voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk kunnen kleinere richtafstanden worden gehanteerd. Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.
Op basis van de systematiek van milieuzonering wordt voor bedrijfslocaties bepaald welke categorie bedrijfsactiviteiten kan worden uitgeoefend zonder dat er sprake is van een kans op onaanvaardbare milieuhinder. Deze categorie, die per bedrijfsbestemming wordt bepaald, wordt de algemene toelaatbaarheid genoemd. In Bijlage 2 is een toelichting op de systematiek van milieuzonering opgenomen.
Onderzoek
In het noordelijke deel van het plangebied ligt een deel van het bedrijventerrein De Boelewerf. De algemene toelaatbaarheid voor dit bedrijventerrein is gebaseerd op de systematiek van inwaartse milieuzonering. In dit geval zijn de richtafstanden aangehouden ten opzichte van de woningen ten zuiden van het bedrijventerrein die worden getypeerd als 'rustige woonwijk'. Dit resulteert in een algemene toelaatbaarheid tot en met categorie 3.1 en 3.2, afhankelijk van de afstand tot de woningen. Voor zover bekend (op basis van gegevens van de DCMR) passen de voorkomende bedrijfsactiviteiten binnen de algemene toelaatbaarheid. Voor de huidige bedrijfsactiviteiten hoeven dan ook geen specifieke bestemmingsregelingen te worden opgenomen.
Verder komen in het plangebied enkele verspreid liggende bedrijven voor. Uitgangspunt is dat de algemene toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten is afgestemd op de omgeving.
Voor enkele gebieden geldt dat er sprake is van een redelijke mate van functiemenging. Deze gebieden liggen langs infrastructuur. Het betreft het gebied langs de Kievitsweg en de bebouwing langs het Dijkje. Voor de Kievitsweg geldt dat er een menging van functies voorkomt. Vanwege de aanwezige (hoofd)infrastructuur (Rotterdamseweg) is er reeds sprake is van een verhoogde milieubelasting. Voor het Dijkje geldt dat er sprake is van een oud bebouwingslint waar historisch gezien woon- en werkfuncties naast elkaar voorkomen. Voor beide gebieden geldt dat bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 2 direct naast woningen zijn toegestaan. Voor huidige bedrijfsactiviteiten die niet binnen de algemene toelaatbare categorieën 1 en 2 passen is een specifieke bedrijfsbestemming opgenomen.
Voor het bedrijf textielreiniging Van Horsen aan de De la Reijstraat 2 is een specifieke bedrijfsbestemming opgenomen (zie Bijlage 4). Bij beëindiging van het bedrijf kunnen alleen nieuwe bedrijfsactiviteiten worden ondernomen die passen binnen de algemene toelaatbaarheid of bedrijfsactiviteiten die overeenkomen met de specifieke bedrijfsbestemming.
De rest van het plangebied wordt getypeerd als rustige woonwijk. In dit gebied dient te worden voldaan aan de richtafstanden ten opzichte van een rustige woonwijk. Direct naast woningen zijn daarom alleen bedrijfsactiviteiten uit categorie 1 algemeen toelaatbaar. Naast de woonbestemmingen komen maatschappelijke bestemmingen, nutsvoorzieningen en één enkele bedrijfsbestemming voor. Voor deze bedrijfsbestemming is een algemene toelaatbaarheid tot en met categorie 1 opgenomen.
Conclusie
Voor de bedrijfsbestemmingen in het bestemmingsplan is een milieuzonering uitgewerkt op basis van de VNG-publicatie bedrijven en milieuzonering. Met het toekennen van een algemene toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten worden knelpunten ten aanzien van milieuhinder in de toekomst voorkomen. Met het opnemen van een specifieke bedrijfsbestemming voor bedrijfsactiviteiten die niet in de algemene toelaatbare categorieën passen is een specifieke bedrijfsbestemming opgenomen, zodat deze bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt. Geconcludeerd wordt dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Het aspect bedrijven en milieuhinder staat de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.