direct naar inhoud van Artikel 12 Woongebied
Plan: Bolnes Maasoever - Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0597.BPBOLN2012BOLNESMO-OH01

Artikel 12 Woongebied

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en aan-huis-gebonden bedrijven;
  • b. verkeer- en verblijfsfuncties mede ten behoeve van delen van de wegprofielen van de aangrenzende bestemmingen, zoals benoemd in de bestemmingen Verkeer - Verblijfsgebied, Verkeer - Verblijfsgebied - 1, Verkeer - Verblijfsgebied - 2;
  • c. verkeer- en verblijfsfuncties in ieder geval ten behoeve van:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1':
      • ten minste 2 doorgangen vanaf de dijk naar het middengebied;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2':
      • ten minste 2 doorgangen tussen de dijkzone en de rivierzone;
      • ten minste 1 doorgang richting de griend;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3'
      • ten minste 3 doorgangen tussen de dijkzone en de rivierzone;
      • ten minste 1 doorgang richting de griend;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' ten minste 750 m² groenvoorzieningen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, water, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

12.2.1 Algemeen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. gebouwen worden met een begane grond vloerpeil van ten minste 4,45 m boven NAP gebouwd;
  • c. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 190, waarvan ten hoogste 50 gestapeld;
  • d. gestapelde woningbouw is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • e. de diepte van hoofdgebouwen van grondgebonden woningen bedraagt ten hoogste 12 m;
  • f. bebouwing wordt zodanig gesitueerd, dat er ruimte is voor de aanleg van de wegprofielen overeenkomstig het bepaalde in de bestemmingen Verkeer - Verblijfsgebied - 1 en Verkeer - Verblijfsgebied - 2 en voor doorgangen zoals bepaald in 12.2.2 t/m 12.2.4;
  • g. als eenmaal een hoofdgebouw is gerealiseerd, mogen - in afwijking van het bepaalde in dit lid en in lid 12.2.2 t/m 12.2.4 - de maten van dat hoofdgebouw niet worden vergroot.

12.2.2 sba-1

In aanvulling op het bepaalde in lid 12.2.1 gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogtes van hoofdgebouwen bedragen ten hoogste:
bouwtype   goothoogte   bouwhoogte  
2 bouwlagen met kap   7 m   12 m  
3 bouwlagen     11 m  

  • b. gebouwen worden ten minste op 60 cm en ten hoogste 3 m afstand gebouwd tot de perceelsgrens die is gericht naar de openbare weg;
  • c. bebouwing wordt zodanig gesitueerd dat er ruimte is voor de realisatie van ten minste twee doorgangen vanaf de dijk naar het middengebied, waarbij de volgende specificaties gelden:
    • 1. ten minste 1 doorgang heeft een gemiddelde breedte van ten minste 3 m;
    • 2. ten minste 1 doorgang heeft een breedte van ten minste 14,3 m.

12.2.3 sba-2

In aanvulling op het bepaalde in lid 12.2.1 gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogtes van hoofdgebouwen bedragen ten hoogste:
bouwtype   goothoogte   bouwhoogte  
2 bouwlagen met kap   7 m   12 m  
3 bouwlagen met kap     11 m  

  • b. gebouwen worden ten minste op 60 cm en ten hoogste 3 m afstand gebouwd tot de perceelsgrens die is gericht naar de openbare weg;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder b worden gebouwen op ten minste 4 m afstand tot de perceelsgrens gebouwd wanneer deze perceelsgrens is gericht op de griend;
  • d. bebouwing wordt zodanig gesitueerd dat:
    • 1. er ruimte is voor de realisatie van ten minste 2 doorgangen tussen de dijkzone en de rivierzone, waarbij de volgende specificaties gelden:
      • ten minste 1 doorgang heeft een gemiddelde breedte van ten minste 3 m;
      • ten minste 1 doorgang heeft een breedte van ten minste 14,3 m;
    • 2. er ruimte is voor ten minste 1 doorgang/groene verbindingsruimte richting de griend met een breedte van ten minste 15 m;
    • 3. er ruimte is voor ten minste 750 m² groenvoorzieningen;

12.2.4 sba-3

In aanvulling op het bepaalde in lid 12.2.1 gelden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogtes van hoofdgebouwen bedragen ten hoogste:

bouwtype   goothoogte   bouwhoogte   maximum aantal bouwlagen  
grondgebonden woningen   11 m   15 m   3 lagen met kap  
grondgebonden woningen   11 m   14 m   3 lagen + een 4e bouwlaag van ten hoogste 12 m²  
niet grondgebonden woningen (oostzijde)     25 m   7 lagen met kap  
niet grondgebonden woningen (westzijde)     28,5 m   8 lagen met kap  

  • b. bebouwing wordt zodanig gesitueerd dat
    • 1. er ruimte is voor de realisatie van ten minste 3 doorgangen tussen het middengebied en de rivier, waarbij de volgende specificaties gelden:
      • ten minste 1 doorgang heeft een gemiddelde breedte van ten minste 3 m;
      • ten minste 2 doorgangen hebben ieder een gemiddelde breedte van ten minste 4 m;
  • c. er ruimte is voor ten minste 1 doorgang richting de griend met een gemiddelde breedte van ten minste 10 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1 onder a is het toegestaan om buiten het bouwvlak balkons te bouwen.

12.2.5 Aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen

In aanvulling op het bepaalde in lid 12.2.1 t/m 12.2.4 gelden voor aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen bij grondgebonden woningen de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen worden op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd, met uitzondering van erkers;
  • b. de diepte van aan- en uitbouwen, gemeten vanaf de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt:
    • 1. bij vrijstaande woningen: ten hoogste 5 m;
    • 2. bij overige woningen: ten hoogste 3 m;
  • c. het gezamenlijk oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste:
    • 1. 50% van de bij het hoofdgebouw behorende zij- en/of achtererf, met een maximum van 50 m², met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m² van het zij- en achtererf onbebouwd en onoverdekt dient te blijven;
    • 2. 65 m², indien de oppervlakte van het bij het hoofdgebouw behorende zij- en achtererf ten minste 200 m² en ten hoogste 250 m² bedraagt;
    • 3. 75 m², indien de oppervlakte van het bij het hoofdgebouw behorende zij- en achtererf meer dan 250 m² en ten hoogste 500 m² bedraagt;
    • 4. 100 m², indien de oppervlakte van het bij het hoofdgebouw behorende zij- en achtererf meer dan 500 m² bedraagt;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,35 m, met een maximum van 4 m;
  • e. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • f. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • g. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m.

12.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

12.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' zijn verblijfsruimtes vanaf 20 m boven peil uitsluitend toegestaan voor zover deze zich buiten de 0,4 microTesla magneetveldcontour van de hoogspanningsverbingen bevinden;
  • b. het gebruik van gronden voor woningen is uitsluitend toegestaan indien aan de volgende regel wordt voldaan:
    • 1. per woning wordt ten minste 1,9 parkeerplaats binnen de bestemming 'Woongebied', 'Verkeer - Verblijfsgebied - 1' of 'Verkeer - Verblijfsgebied - 2' gerealiseerd, waarbij de volgende specificatie geldt:
      • bij grondgebonden woningen tellen parkeerplaatsen op eigen terrein voor ten hoogste 1 parkeerplaats mee;
      • bij niet-grondgebonden woningen wordt ten minste 1 parkeerplaats per woning onder het hoofdgebouw of op bij het hoofdgebouw behorende gronden gerealiseerd;
  • c. onder strijdig gebruik wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen en/of bijgebouwen voor kantoor- en/of praktijkruimte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en aan-huis-gebonden bedrijven, voor zover:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd wordt;
    • 2. het vloeroppervlak in gebruik voor kantoor- en/of praktijkruimte niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen en erfbebouwing, met een maximum van 70 m²;
    • 3. ten behoeve van de kantoor- en/of praktijkruimte wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
    • 4. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 5. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van toegestane aan-huis-gebonden beroepen;
    • 6. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend;
    • 7. de handel in en opslag van consumentenvuurwerk, softdrugs en hallucinogene middelen is niet toegestaan.