Plan: | Reeuwijk-Brug |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0595.ReeuwijkBrug10-BP80 |
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 6.1 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 6.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 48 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer per jaar meer dan 75 µg/m³ | tot en met 10 juni 2011 | |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer per jaar meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:
Onderzoek en resultaten
Luchtkwaliteit ter plaatse
Nieuwe ontwikkelingen die kunnen leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit moeten worden getoetst aan de in de Wet luchtkwaliteit opgenomen grenswaarden. Het voorliggend bestemmingsplan is overwegend consoliderend van aard. De enkele ontwikkelingen die mogelijk gemaakt worden treden niet in betekenende mate bij aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Formele toetsing aan de Wlk kan derhalve achterwege blijven.
In het kader van goede ruimtelijke ordening is wel nagegaan wat de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied is. Dit is gedaan aan de hand van de saneringstool (www.saneringstool.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchkwaliteit hoort. Hiermee wordt inzicht gegeven in de concentraties stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Dit is gedaan langs de A12, een maatgevende weg die langs het plangebied loopt. In 2011 bedraagt de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) hier 30,8 µg/m³. In datzelfde jaar bedraagt de jaargemiddelde concentratie fijn stof (PM10) hier 24,5 µg/m³. De concentraties luchtverontreinigende stoffen liggen langs de weg onder de grenswaarden uit de Wlk. Omdat direct langs de weg voldaan wordt aan de grenswaarden, zal dit ter hoogte van het plangebied ook het geval zijn. De concentraties van luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate de locatie verder van de weg is gelegen.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat de Wlk de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Uit het oogpunt van luchtkwaliteit is ter hoogte van het plangebied sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.