Plan: | Reeuwijk-Brug |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0595.ReeuwijkBrug10-BP80 |
In deze paragraaf zijn de belangrijkste beleidsconclusies opgenomen. In hoofdstuk 4 wordt hier dieper op ingegaan.
Rijksbeleid
In de Nota Ruimte (2006) worden vier algemene doelen geformuleerd: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid.
Het Groene Hart, waarin Reeuwijk-Brug is gelegen, is aangewezen als nationaal landschap. Binnen nationale landschappen zijn ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of worden versterkt ('ja, mits'-regime). Binnen nationale landschappen is ruimte voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei (migratiesaldo nul) en ruimte voor de aanwezige regionale en lokale bedrijvigheid.
In het Groene Hart is aandacht nodig voor een ontwikkelingsgerichte en gebiedsgerichte benadering. Naast de landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden van dit gebied, moeten de economische en toeristisch-recreatieve aspecten, alsmede de betekenis die het gebied heeft voor wonen en werken, worden betrokken.
Provinciaal beleid
In het Streekplan Zuid-Holland Oost (2003) is het plangebied aangewezen als bestaand stads- en dorpsgebied met als hoofdfunctie wonen, maar waarin ook stedelijke voorzieningen voorkomen. De gemeenten worden uitgedaagd om ruimte te winnen voor de verstedelijkingsopgave, door onder andere woonmilieutransformatie, meervoudig ruimtegebruik en functiemenging.
Binnen de bebouwingscontour van het streekplan is aan de noordzijde van Reeuwijk-Brug nog ruimte voor woningbouw mogelijk.
In de Ontwerpstructuurvisie staat het plangebied grotendeels aangeduid als dorpsgebied. Het wordt doorkruist door twee waterlopen en de zuidzijde van het plangebied is aangeduid als bedrijventerrein.
Gemeentelijk beleid
Uit een analyse van diverse gemeentelijke beleidsdocumenten komt naar voren dat de gemeente onder meer streeft naar het in stand houden van draagvlak voor de aanwezige voorzieningen en het bloeiende verenigingsleven in de kernen naar een evenwichtige bevolkingsontwikkeling. Uit bevolkings- en woningbehoefteonderzoek blijkt dat het aantal jongeren zal dalen en het aantal 55-plussers sterk zal toenemen. Er is een gebrek aan voor senioren geschikte woningen en de bestaande koopwoningen zijn vaak onbereikbaar voor startende huishoudens. Door dure eengezinswoningen aan de woningvoorraad toe te voegen ontstaat er een betere doorstroming.
Uitgangspunt voor toekomstige woningbouwplannen is het geleidelijk meegroeien van de woningvoorraad met de lokale behoefte op basis van het uitgangspunt migratiesaldo nul. Daartoe moeten tot 2015 ten minste 430 woningen (exclusief vervanging voor te slopen woningen) worden gebouwd.
Voor het behoud en ontwikkelen van groenblauwe functies binnen de gemeente, moet woningbouw zoveel mogelijk binnen het stedelijk gebied plaatsvinden. Allereerst is dan ook gezocht om binnen het bestaand stedelijk gebied (door het intensiveren van de woonfunctie, het combineren van functies en het transformeren naar de woonfunctie) deze woningen te accommoderen. Door een in voorbereiding zijnde herstructurering van het centrumgebied in Reeuwijk-Brug, waarbij de stedenbouwkundige kwaliteit en leefbaarheid een belangrijke kwaliteitsimpuls ondergaat en Reeuwijk-Brug een echt dorpshart zal krijgen, kunnen in het stedelijk gebied van Reeuwijk-Brug ongeveer 300 woningen aan de woningvoorraad worden toegevoegd. Na 2015 zal op het binnen de rode bebouwingscontouren gelegen zogenaamde 'witte gebied' van Reeuwijk-Brug (Oude Tol 2e fase), afhankelijk van de te zijner tijd bestaande woningbouwbehoefte, een woningbouwplan worden ontwikkeld. In paragraaf 2.4 wordt dieper op de ontwikkelingen ingegaan.