Plan: | Waarder |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0595.KernWaarder10-BP80 |
Aanleiding en doel onderzoek
Het bestemmingsplan is grotendeels consoliderend van aard. Er is in het kader van de Flora- en faunawet (Ffw) onderzoek uitgevoerd naar de effecten van het plan op beschermde soorten. Deze wet beschermt aangewezen dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. Door een ruimtelijke ingreep in of nabij het plangebied, kunnen mogelijk verbodsbepalingen van de Ffw worden overtreden. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kan ontheffing verlenen van de verbodsbepalingen indien aan bepaalde ontheffingscriteria is voldaan. Het is daarom van belang om in deze ecologische paragraaf aan te geven of aan deze ontheffingscriteria kan worden voldaan en daarbij dient tevens te worden ingegaan op de vraag of de ontheffing zal worden verleend.
Naast soortenbescherming dient tevens onderzocht te worden of gebiedsbescherming van toepassing is. Daarbij is het onderzoek gericht op de eventuele gevolgen voor de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) voor op eventuele speciale beschermingszones in het kader van de Natuurbeschermingswet. Beide soorten kennen zowel een interne als een externe werking: indien een ruimtelijke ingreep in of in de nabijheid van zo'n gebied is voorgenomen, kan dit tot significante verstoring voor het gebied leiden.
Samenvatting resultaten
Omdat het plan grotendeels consoliderend van aard is, worden er geen ingrepen mogelijk gemaakt die een negatief effect hebben op nabijgelegen natuurgebieden en de PEHS.
Ten aanzien van de Ffw geldt dat het bestemmingsplan verschillende activiteiten mogelijk maakt die zonder ontheffing kunnen worden uitgevoerd. Toch dient er met kleine ontwikkelingen als bijvoorbeeld uitbreiding van een woning of de plaatsing van een schuur of realiseren van een dakkapel rekening gehouden te worden met de Ffw.
Verder dienen mogelijke werkzaamheden buiten het broedseizoen (15 maart t/m 15 juli) plaats te vinden, zodat broedende vogels niet worden verstoord.
Zowel de Natuurbeschermingswet als de Ffw staan de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.
Het volledige onderzoek is opgenomen in bijlage 6.