Plan: | Waarder |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0595.KernWaarder10-BP80 |
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (hierna: Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang (zie bijlage). De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 5.5 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 5.5 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig vanaf |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | 2010 |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | 2005 |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | 2005 |
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007).
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:
Onderzoek en conclusie
Luchtkwaliteit ter plaatse
Het voorliggende bestemmingsplan is voornamelijk consoliderend van aard. Aangezien de bouw van twee nieuwe woningen aan de Kosterdijk 9 niet in betekenende mate bijdraagt aan concentratie luchtverontreinigende stoffen, heeft het plan geen (negatieve) gevolgen voor de luchtkwaliteit in en om het plangebied. Alhoewel een groot deel van de Maximalocatie uit het plan is gehaald, is in het kader van een goede ruimtelijke ordening onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit ter plaatse van de Maximalocatie. In bijlage 4 zijn de resultaten van dit onderzoek weergegeven.
Uit het onderzoek blijkt dat in alle onderzochte jaren (2008, 2010 en 2018) langs de rand van de onderzochte weg ruimschoots voldaan wordt aan alle grenswaarden uit de Wlk. Er wordt voldaan aan de Wlk. De Wlk staat de uitvoering van dit project niet in de weg.
Rijksweg A12
Op korte afstand van het plangebied ligt de A12. Het CAR II-programma is niet geschikt voor het rekenen langs snelwegen. De luchtkwaliteit rond het Rijkswegennet wordt jaarlijks door Rijkswaterstaat bepaald en beschreven in de 'rapportage Blk2006'. Aan de hand van deze rapportage is de concentratie luchtverontreinigende stoffen ter hoogte van de dorpskern Waarder (Prins Mauritslaan) bepaald.
Uit de resultaten van Rijkswaterstaat blijkt dat er direct langs de rand van de A12 (in 2006) grenswaarden uit de Wlk worden overschreden. Dit is het geval wat betreft de jaargemiddelde concentraties voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) De concentraties luchtverontreinigende stoffen zullen, als gevolg van schonere motorvoertuigen en een lagere achtergrondconcentratie, in de toekomst lager worden (zie ook berekeningsresultaten CAR).
De Prins Mauritslaan ligt op een afstand van ruim 100 m uit de rand van de A12. Ter hoogte van deze laan bedraagt de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) 35,1 µg/m³, voor fijn stof (PM10) gaat het om een jaargemiddelde concentratie van 30,2 µg/m³. Aangezien ter hoogte van de Prins Mauritslaan wordt voldaan aan de grenswaarden uit de Wlk zal dit ook binnen het plangebied het geval zijn. De concentratie luchtverontreinigende stoffen wordt immers lager naarmate de afstand tot de weg groter wordt.
Conclusie
Uit beide onderzoeken blijkt dat binnen het plangebied aan alle grenswaarden uit de Wlk wordt voldaan. De Wlk staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg. Het plan voldoet uit het oogpunt van luchtkwaliteit aan de eisen van een goede ruimtelijke ordening.