Plan: | Bestemmingsplan Zoutman e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0595.BedrterZoutman10-BP80 |
Beleidskader
Ter bepaling van de geluidsbelasting dient op grond van artikel 74 van de Wet geluidhinder (Wgh) iedere weg te worden beschouwd, tenzij deze binnen een woonerf ligt of voor de weg een maximum rijsnelheid van 30 km/uur geldt. De te beschouwen wegen hebben een zone: een aandachtsgebied waar binnen een akoestisch onderzoek dient plaats te vinden.
De grootte van de zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de definitie van het gebied (buitenstedelijk of binnenstedelijk). Buitenstedelijk is het gebied buiten de bebouwde kom en het gebied binnen de bebouwde kom voor zover liggend langs een autosnelweg. Het overige gebied is binnenstedelijk.
Op grond van artikel 82, eerste lid, van de Wet geluidhinder bedraagt de voorkeursgrenswaarde op de gevels van geluidgevoelige bestemmingen 48 dB. Op grond van artikel 83 van de Wet geluidhinder kan een hogere waarde worden vastgesteld dan in artikel 82 eerste lid.
Voor binnenstedelijk gebied bedraagt deze waarde ten hoogste 63 dB (op grond van artikel 83 lid 2). Voor buitenstedelijk gebied bedraagt deze waarde ten hoogste 53 dB (op grond van artikel 83 lid 1).
Bij de realisatie van een agrarische bedrijfswoning geldt voor buitenstedelijke gebied ten hoogste 58 dB (op grond van artikel 83 lid 4).
Alvorens aan bovenstaande waarden wordt getoetst, mag op grond van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 artikel 3.6 een factor van de berekende waarde worden afgetrokken: 2 dB voor wegen waarvan de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt en 5 dB voor de overige wegen.
Daarnaast heeft de gemeente een eigen beleid bij het verlenen van een hogere waarde voor het wegverkeerslawaai, indien de aan te vragen hogere waarde is hoger dan 53 dB. Bij vaststelling van hogere grenswaarden wegverkeerslawaai voor nieuw te bouwen woningen van meer dan 53 dB mag de geluidsbelasting van de tot de desbetreffende woningen behorende buitenruimten niet meer dan 48 dB bedragen, tenzij overwegingen van stedebouw of volkshuisvesting zich hiertegen verzetten.
Indien de geluidsbelasting van de buitenruimte niet tot 48 dB kan worden beperkt moet de buitenruimte afsluitbaar worden gemaakt.
Situatie
Uit berekeningen blijkt dat ten gevolge van wegverkeerslawaai ter plaatse van een groot aantal bestaande woningen de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschreden wordt. Voor deze woningen wordt de maximale grenswaarde van 53 dB (inclusief aftrek) voor buitenstedelijk gebied (A12) en 63 dB voor binnenstedelijk gebied (overige wegen) niet overschreden.
Voor wijzigingsgebied 1 en 2 geldt de voorwaarde dat de wijziging naar woningbouw niet mogelijk is zonder het nemen van maatregelen, waaronder het doen van akoestisch onderzoek naar het wegverkeerslawaai. Voor wijzigingsgebied 3 en 4, waarbij geen woningbouw mogelijk wordt gemaakt, geldt deze voorwaarde niet.
Indien in de toekomst op (relatief) korte afstand van de A12 (afstanden kleiner dan 150 m) woningbouw gewenst is, dienen hogere waarden vastgesteld te worden teneinde deze woningbouw mogelijk te maken.