direct naar inhoud van 6.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: Hekendorperweg 36
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0589.1579000-VA01

6.2 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is een schriftelijke reactie binnengekomen van de provincie Utrecht.

De reactie van de provincie is opgenomen in Bijlage 13, hieronder is deze reactie samengevat en beantwoord.

Samenvatting

  • 1. Hoewel het aantal woningen op zich fors is te noemen, vindt in feite geen uitbreiding van het ruimtebeslag plaats. Gelet op de provinciale belangen acht de provincie het verantwoord om mee te werken aan de transformatie. Het project voegt zich landschappelijk in de omgeving.
  • 2. Het verzoek van de gemeente om toepassing te geven aan artikel 4.1 lid 5 van de provinciale ruimtelijke verordening Utrecht 2009 is niet noodzakelijk. Daarnaast is dit zelfs ruimtelijk onwenselijk om een ontheffing te verlenen, waarmee wordt afgeweken van de rode contour. Deze afwijkingsprocedure is bedoeld om te anticiperen op een verruiming van de rode contour. Vanuit ruimtelijk oogpunt krijgt de rode contour in dat geval een onlogische uitstulping en bij het overnemen van de bestemmingsplangrens als bepalend voor de contourverlegging wordt de mogelijkheid gecreëerd om het tussengelegen groengebied te bebouwen. Bebouwing van dit tussenliggende gebied is landschappelijk niet aanvaardbaar. Gelet op de uniciteit van het project is het beleidsmatig verantwoord en wenselijker om aan de voorliggende ontwikkeling mee te werken door het complex aan te merken als bebouwingsenclave.
  • 3. Verstedelijking binnen bebouwingsenclaves kan plaatsvinden mits dit resulteert in verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, bebouwing niet plaatsvindt buiten de bestaande bebouwingsenclave en de belangen van omringende functies niet onevenredig wordt aangetast. Daarnaast dient een beeldkwaliteitsparagraaf onderdeel uit te maken van de ruimtelijke onderbouwing. Geconcludeerd wordt dat wordt voldaan aan deze eisen en dat geen ontheffing noodzakelijk is. Verzocht wordt het ontheffingsverzoek in te trekken.
  • 4. Aanbevolen wordt in de plantoelichting meer aandacht te schenken aan het aspect cultuurhistorie aangezien op summiere wijze ingegaan wordt op de ontstaansgeschiedenis van de touwfabriek en de monumenten. Daarnaast verschaft de uniciteit van het complex mogelijkheden voor toepassing van artikel 4.2 (bebouwingsenclaves). Om die reden is het goed om de samenhang in planologisch opzicht te benadrukken. Dit kan door middel van het opnemen en conserverend bestemmen van de oude lijnbaan, de huidige productieruimten en de bedrijfswoning.
  • 5. In de toelichting wordt verwezen naar een bouwhistorisch onderzoek. Dit onderzoek ontbreekt echter.
  • 6. Aan het aspect recreatie/toerisme wordt in de plantoelichting voorbij gegaan. Onduidelijk is wat het doel is van de vestiging van het bezoekerscentrum. Daarnaast vraagt de provincie op welke wijze een relatie wordt gelegd met het in de kern van Oudewater gevestigde touwmuseum. Aanbevolen wordt aandacht te besteden aan dit aspect.
  • 7. In het bestemmingsplan wordt verwezen naar oud beleid op het gebied van landschap. Verzocht wordt dit aan te passen. De kernkwaliteiten van het Groene Hart zijn uitgewerkt in de kwaliteitsgids Utrechtse landschappen, katern Groene Hart.
  • 8. De sloten hebben aan de noordkant deels een groenbestemming. Dit is niet in overeenstemming met de ontwerpschetsen in de toelichting.
  • 9. De ontsluiting is landschappelijk niet aanvaardbaar vanwege de twee bochten met een diagonale oversteek naar de woonwijk. Landschappelijk is een rechte doorsteek goed ingepast in de verkavelingsstructuur.

Beantwoording

  • 1. De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.
  • 2. De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.
  • 3. Het ontheffingsverzoek wordt naar aanleiding van deze reactie ingetrokken.
  • 4. De toelichting wordt op dit punt aangevuld. Daarnaast wordt op verzoek van de provincie het plangebied uitgebreid waarbij het complex als geheel wordt bestemd.
  • 5. Het onderzoek wordt toegevoegd als bijlage.
  • 6. Het idee voor een bezoekerscentrum is in de beginfase ingebracht om de gemeente een extra mogelijkheid te bieden voor een toeristische trekpleister. De organisatie, het beheer en de inrichting van het bezoekerscentrum moet nog nader worden ingevuld. Vanuit de Touwfabriek wordt samenwerking met het Touwmuseum in Oudewater gezocht of andere opties bekeken voor de exploitatie van het bezoekerscentrum. Voor wat betreft wandel- en fietsroutes wordt opgemerkt dat deze in overleg met de gemeente kunnen worden opgenomen.
  • 7. De toelichting van het bestemmingsplan wordt aangepast.
  • 8. In de toelichting wordt de laatste versie van het schetsontwerp opgenomen. Op de plankaart wordt de sloot als 'Water' bestemd.
  • 9. Voor het ontwerp van de ontsluitingsweg is door middel van een verkeerskundige analyse onderzocht wat de beste manier is om de ontsluiting van het gebied vorm te geven. In deze verkeerskundige analyse zijn voor de toekomstige situatie twee ontsluitingsvarianten bekeken: een ontsluiting via de huidige parallelweg Touwbaan en ontsluiting via de Papenhoeflaan. Gekozen is voor de meest veilige variant via de Papenhoeflaan door middel van een schuine doorsteek van het weiland waardoor er geen haakse bochten ontstaan. Een ontsluiting langs de Touwbaan is niet mogelijk. Hierdoor kan schade ontstaan door het passeren van verkeer dicht langs het oude gebouw. Het fabrieksterrein is daarnaast nog in werking. De vormgeving van de weg is dusdanig gekozen dat deze het landschap (weiland) zo min mogelijk aantast. De weg heeft een zo laag mogelijke ligging. De straatverlichting wordt alleen aan het begin en einde van de weg gerealiseerd. De reactie leidt dan ook niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.