direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Uitbreiding Piershil
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0588.BPPHB13-VG01

2.2 Provinciaal en regionaal beleid

Provinciale Structuurvisie (2010, herziening 2011)

De provincie heeft een integrale structuurvisie voor de ruimtelijke ordening in Zuid-Holland vastgesteld. In deze Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De structuurvisie geeft de provincie de visie tot 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie en een doorkijk naar 2040.

De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten. De visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

Intensief benutten, meervoudig ruimtegebruik, herstructurering en transformatie

De provincie Zuid-Holland wil dat voor alle stedelijke ontwikkelingen het principe geldt: eerst intensiveren van bestaand gebruik, vervolgens nagaan of door herstructureren de beschikbare ruimte in het bestaand bebouwd gebied beter benut kan worden en pas dan uitbreiden. Intensiveren betekent in de praktijk vaak het combineren van verschillende functies. Dit kan door stapeling of bestaande bebouwing voor meerdere functies geschikt te maken.

Gebiedsopgaven Hoeksche Waard

De Hoeksche Waard is een nationaal landschap op de overgang van de Randstad naar de Zuid-Hollandse delta. De aanwijzing tot nationaal landschap betekent dat behoud en herstel van de kernkwaliteiten van dit landschap belangrijke beleidsopgaven zijn. De provincie stelt daarin behoud van het open agrarisch landschap centraal, gericht op een duurzame ontwikkeling van de landbouw, met versterking van de gebiedsspecifieke landschapskenmerken zoals de kreken, de dijken en het patroon van verspreide dorpen. Uitbreidingen van kleine kernen zijn in beginsel niet uitgesloten, maar worden in de meest kwetsbare delen van het nationaal landschap terughoudend benaderd.

De ligging van de Hoeksche Waard in de delta en nabij de Randstad heeft in het gebied zelf tot verschillen in karakter en dynamiek geleid. In het zuiden en westen staan rust, ruimte en ervaring van de delta centraal, terwijl het noorden en oosten meer onder invloed van het stedelijk gebied staan. De ligging in de delta betekent een opgave voor de versterking van de toeristische kwaliteiten en mogelijkheden voor extensieve en verblijfsrecreatie in het zuiden van de Hoeksche Waard.

Verordening Ruimte (2010, geconsolideerde versie 2011)

In samenhang met de structuurvisie is de Verordening Ruimte opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. Het volgende is relevant voor het bestemmingsplan.

Artikel 2 Contouren

Om het stedelijk netwerk te versterken kiest de provincie het uitgangspunt om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee wordt de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden en versterkt. Om dit te bereiken zijn het stedelijk netwerk en alle daarbuiten gelegen kernen in Zuid-Holland voorzien van bebouwingscontouren. Deze geven de grens van de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. De bebouwingscontouren zijn strak getrokken om het bestaand stedelijk gebied en kernen, rekening houdend met de al vastgelegde streekplangrenzen en plannen waar de provincie al mee heeft ingestemd. Verstedelijking buiten de in figuur 2.1 weergegeven bebouwingscontouren is in principe niet toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0588.BPPHB13-VG01_0002.png"

Figuur 2.1 Bebouwingscontouren

Artikel 2 lid 7 Beeldkwaliteitsparagraaf in bestemmingsplan

Bestemmingsplannen voor gronden gelegen buiten de bebouwingscontouren of binnen maar aansluitend aan de bebouwingscontouren, die een ontwikkeling mogelijk maken waarbij er ruimtelijke effecten te verwachten zijn die uitstralen naar het buitengebied, bevatten in de toelichting een beeldkwaliteitsparagraaf. In de beeldkwaliteitsparagraaf is aangegeven hoe de ontwikkeling een bijdrage levert aan de ambities die zijn aangeduid op de kwaliteitskaart van de provinciale structuurvisie door de kernkwaliteiten van het gebied te behouden en te versterken. Als sprake is van negatieve effecten op de beschreven kwaliteiten, dan moet in het bestemmingsplan een beschrijving worden opgenomen van de maatregelen die worden getroffen om de negatieve effecten op te heffen of zoveel mogelijk te beperken.

In paragraaf 3.2 is een beeldkwaliteitsparagraaf opgenomen, die op bovenstaande punten ingaat in relatie tot de ontwikkeling die dit bestemmingsplan mogelijk maakt.

Artikel 6 Regionale afstemming en toepassing SER-ladder woningbouw

In de toelichting bij het bestemmingsplan wordt met het oog op het voorzien in een aantoonbare, regionaal of intergemeentelijk afgestemde behoefte aan woningbouwlocaties beschreven op welke wijze rekening is gehouden met de navolgende voorkeursvolgorde:

  • het voorzien in de behoefte binnen bestaand stedelijk en dorpsgebied 2010, zoals aangeduid op kaart 4a, door locaties voor herstructurering of transformatie te benutten;
  • het voorzien in de behoefte direct aansluitend aan bestaand stads- en dorpsgebied 2010, zoals aangeduid op kaart 4a, op locaties die passend, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.

In dit bestemmingsplan is in paragraaf 3.4 een paragraaf opgenomen die voorziet in de toepassing van de SER-ladder woningbouw.

Ontwerp Woonvisie 2011-2020

De provincie vindt dat iedereen in Zuid-Holland moet kunnen beschikken over een passende woning in een passend woonmilieu, nu en in de toekomst.

Op dit moment staat er in het algemeen druk op de woningmarkt, terwijl er ook gebieden zijn met een ontspannen of zelfs krimpende woningmarkt. De omvang en de kwaliteit van de woningvoorraad is niet in balans. Daarvoor moet de bestaande voorraad kwalitatief verbeteren, vraag en aanbod van woonmilieus beter op elkaar worden afgestemd en meer binnenstedelijk worden gebouwd. Herijking van het nieuwbouw- en herstructureringsprogramma is nodig om in 2020 de gewenste voorraad te hebben.

De Woonvisie 2011-2020 is mede gebaseerd op een evaluatie van bestaand beleid en een analyse van de werking van de huidige woningmarkt. De provincie constateert dat:

  • de crisis de woningmarkt voor een groot gedeelte heeft veranderd van een aanbod naar een vraagmarkt. Dat geldt echter niet voor iedereen. Mensen met een inkomen net boven modaal worden ernstig beperkt in hun mogelijkheden een passende woning te vinden: sociaal huren is niet meer mogelijk en er zijn voor hen geen betaalbare koopwoningen beschikbaar;
  • het afgesproken woningbouwprogramma niet meer voldoet. Er zijn meer nieuwbouwwoningen gepland dan nodig, onder meer omdat er minder woningen worden gesloopt dan verwacht. Dat vraagt om nieuwe prioriteiten in de uitvoering;
  • de kwaliteit van de huidige voorraad beter kan. Deze verbetering is gewenst voor de woning zelf (zoals weinig energieverbruik) en voor de woonomgeving (zoals het gewenste woonmilieu);
  • alle partijen op de woningmarkt terughoudend zijn, waardoor weinig risico's worden genomen en er niet veel van de grond komt. Er is behoefte aan samenwerkingsvormen waarin partijen met elkaar de voorwaarden voor uitvoering scheppen op basis van vertrouwen.

Regionale Woonvisie

In de regionale woonvisie 'samen voor kwaliteit', welke is vastgesteld in maart 2010, is een uitwerking op kernniveau beschreven. Over de koers voor Piershil is het volgende opgenomen:

  • De aandacht gaat uit naar de versterking van de bestaande structuur en het voorzieningenniveau in het centrum van het dorp. De recreatieve functie is hierbij van belang. Er is mogelijkheid om in de vorm van inbreiding en/of herstructurering enkele tientallen woningen te bouwen. Daarnaast zijn er uitbreidingsplannen voor de oostzijde.
  • Aansluiten bij regionale differentiatie, geen sterker accent op bepaalde doelgroepen.
  • Verdere ontwikkeling van zorgwoningen en seniorenwoningen, mits het van toegevoegde waarde is in vergelijking met de huidige aanwezige voorzieningen.
  • Onderdeel is een nadere uitwerking van het opplusprogramma van de corporatie.
  • Richtsnoer: 15 woningen per ha bij uitbreiding en daarnaast ook nadruk op wonen in een groene setting.

Binnen de Hoeksche Waard wordt momenteel gewerkt aan een regionaal woningbouwprogramma en een herziening van de regionale Woonvisie.

Structuurvisie Hoeksche Waard

Met de Structuurvisie Hoeksche Waard laat de regio (bestaande uit vijf gemeenten) zien wat haar visie is op de toekomst. In de Structuurvisie wordt een visie gegeven op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de regio tot 2030 (figuur 2.2).

Doel is de gelijktijdige versterking van de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaarheid en de economische vitaliteit van het Nationaal Landschap Hoeksche Waard. Nieuwe ontwikkelingen horen bij een landschap en kunnen bijdragen aan versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Het gaat om meer dan de openheid en de kreken en dijken, maar ook om de ruimtelijke kwaliteit van de kernen en feitelijk om de leefomgeving als geheel.

De Structuurvisie is in het voorjaar van 2009 definitief vastgesteld door de vijf gemeenteraden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0588.BPPHB13-VG01_0003.png"

Figuur 2.2 Uitsnede structuurvisiekaart Hoeksche Waard

Uitbreiding Piershil

De oostelijke uitbreiding van Piershil is beschreven in de structuurvisie. Dit bestemmingsplan voorziet in een verdere uitwerking van de in de structuurvisie benoemde uitgangspunten ten aanzien van de inpassing in het landschap en de uitbreidingslocatie.

Overig regionaal beleid

Voor het overige heeft de toeristisch- recreatieve visie 'De Hoeksche waard om te beleven' betrekking op de kern Piershil. In de toelichting wordt, voor zover relevant, ingegaan op dit beleid.