Bestemmingsplan Buitengebied
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0588.BPBGA13-VG01 |
Artikel 20 Wonen
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
het wonen daaronder begrepen aan–huis–gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
één woning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ het aantal woningen niet meer mag bedragen dan is aangegeven;
voorzieningen, zoals groen, tuinen, terras, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, (onverharde) paden, wegen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
20.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels.
20.2.1 Algemeen
gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
de afstand tot de as van de weg waaraan wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan 15 m. Indien de bestaande afstand reeds minder bedraagt, geldt deze afstand als minimale afstand;
de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 3 m. Indien de bestaande afstand reeds minder bedraagt, geldt deze afstand als minimale afstand.
20.2.2 Woningen
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
De goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m.
De inhoud mag niet meer bedragen dan 750 m3, met uitzondering van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonen – 1’ .
20.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij woningen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – zonder gebouwen’.
De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,20 m.
De dakhelling mag niet minder bedragen dan 30°.
De dakhelling mag niet meer bedragen dan 65°.
De gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m².
Vrijstaande bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 2 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.
De afstand van vrijstaande bijbehorende bouwwerken tot de woning mag niet meer bedragen dan 15 m.
20.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor de voorgevel van de woning niet meer mag bedragen dan 1 m.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte voor de voorgevel van de woning niet meer mag bedragen dan 1 m.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2.3 onder d met een vergroting van de toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, waarbij voldaan moet worden aan de volgende voorwaarden:
De vergroting van de toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken is noodzakelijk voor de instandhouding van het monumentale ensemble.
De maximale oppervlakte bedraagt 200 m2.
Er dient sprake te zijn van een monument en een monumentaal ensemble van bebouwing.
De vergroting van de bijbehorende bouwwerken is in verhouding met de grootte van het perceel.
20.4 Afwijken van de gebruiksregels
20.4.1 Bed & breakfast
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1teneinde een bed & breakfast mogelijk te maken, met dien verstande dat:
de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past;
ten hoogste 2 kamers zijn toegestaan tot een oppervlakte van in totaal 100 m2, waar maximaal 5 gasten mogen verblijven;
de voorziening ten behoeve van de bed & breakfast binnen de bestaande bebouwing wordt gerealiseerd, waarbij de bed & breakfast alleen in een bijgebouw kan plaatsvinden als de betreffende gebouwen een duidelijke ruimtelijke samenhang met het hoofdgebouw vertonen;
er voldoende parkeergelegenheid is op eigen terrein.
20.4.2 Theetuin
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1 teneinde tevens een theetuin mogelijk te maken met dien verstande dat:
de oppervlakte ten hoogste 40 m² mag bedragen;
de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past;
theetuinen zijn uitsluitend toegestaan binnen bestaande bebouwing;
theetuinen zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van een recreatieve functie.