Bestemmingsplan Buitengebied
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0588.BPBGA13-VG01 |
Artikel 19 Water
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
water ten behoeve van de waterhuishouding;
behoud, herstel en ontwikkeling van natuur– en landschapswaarden ter plaatse van de aanduiding ‘natuur- en landschapswaarden’;
tevens een jachthaven ter plaatse van de aanduiding ‘jachthaven’;
een werkhaven ter plaatse van de aanduiding ‘water – werkhaven’.
19.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en aanlegsteigers worden gebouwd;
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
19.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.3.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren ter plaatse van de aanduiding ‘natuur- en landschapswaarden’:
het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins wijzigen van wateren;
het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
het aanleggen van boven– of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
het verwijderen van oevervegetaties.
19.3.2 Uitzonderingen
Het in lid 19.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
Reeds in uitvoering zijn krachtens een verleende omgevingsvergunning, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
19.4 Specifieke gebruiksregels
Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van water – werkhaven’ is een ligplaats voor een schip toegestaan met een hoogte van maximaal 3 m boven de waterlijn.