Bestemmingsplan Buitengebied
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0588.BPBGA13-VG01 |
Artikel 12 Natuur
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden;
behoud, herstel en/of ontwikkeling van de landschappelijke waarden;
agrarisch medegebruik;
extensief recreatief medegebruik;
een natuurkampeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘kampeerterrein’;
voorzieningen, zoals groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
natuurspeelterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van natuur – natuurspeelterrein’.
12.2 Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
eenvoudige, kleinschalige voorzieningen in de vorm van bouwwerken ten behoeve van het natuurkampeerterrein en het beheer en/of extensief recreatief medegebruik, waarbij de volgende regels gelden:
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m;
de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m²;
erfafscheidingen, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.
12.3 Specifieke gebruiksregels
De oppervlakte van parkeervoorzieningen mag niet meer bedragen dan 400 m2 per parkeervoorziening.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.4.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
het diepploegen, diepwoelen of uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan 0,5 m onder maaiveld, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage;
het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins wijzigen van de waterstand;
het verwijderen van landschapselementen;
het verwijderen van onverharde wegen of paden;
het aanleggen en/of verharde van wegen of paden, dan wel het aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan 100 m²;
het aanleggen van oeverbeschoeiingen;
het scheuren van grasland;
het vellen, rooien en beschadigen van houtgewas;
het aanleggen van dijken en taluds.
12.4.2 Uitzonderingen
Het in lid 12.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
Reeds in uitvoering zijn krachtens een verleende omgevingsvergunning, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
12.4.3 Toelaatbaarheid
De in lid 12.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het bos, de bosgroeiplaats, de landschappelijke waarden, natuurwaarden van de gronden.