direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen
Plan: Heinenoord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.SAB61305912-0002

Artikel 17 Wonen

17.1 bestemmingsomschrijving
17.1.1

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bestaande aantal woningen ter plaatse van de aanduidingen:
    vrij vrijstaande woningen;
    tae twee-aaneen woningen;
    aeg aaneengebouwde woningen;
    gs gestapelde woningen;
  • b. een kantoor ter plaatse van de aanduiding kantoor;
  • c. bed and breakfast ter plaatse van de aanduiding bed and breakfast;
  • d. aan huis verbonden beroepen en/of praktijkruimte en aan huis verbonden bedrijven in de categorie 1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

17.1.2

Onder de uitoefening van aan huis verbonden beroepen/bedrijven in samenhang met het wonen wordt verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen/bedrijven voorzover:

  • a. Het vloeroppervlak in gebruik voor aan huis verbonden beroepen niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen en aan- en uitbouwen, tot een maximum oppervlak van 50 m2;
  • b. Ten behoeve van aan huis verbonden beroepen wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • c. Het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en niet gepaard gaat met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan het uitoefenen van het aan huis verbonden beroep of bedrijf.
17.2 bouwregels
17.2.1

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is bij woningen ter plaatse van de aanduidingen:
    vrij aan twee zijden minimaal 3 m;
    tae aan de niet-aangebouwde zijde minimaal 3 m;
    aeg aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoningen minimaal 3 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding maximale goothoogte is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  • d. de minimale dakhelling bedraagt 0º en de maximale dakhelling bedraagt 60º;
  • e. ter plaatse van de aanduiding karakteristiek dient de uitwendige hoofdvorm van het betrokken bouwwerk, bepaald door goothoogte, nokhoogte, nokrichting, dakvorm, dakhelling, gevelindeling en grondoppervlakte gehandhaafd te blijven, zoals deze ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan was.
17.2.2

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. vrijstaande bijgebouwen mogen alleen op het achtererf worden gebouwd;
  • c. de diepte van aan- en uitbouwen of een aangebouwde overkappingen aan de achtergevel van het hoofdgebouw mag, gemeten uit de oorspronkelijke achtergevel van het hoofdgebouw, niet meer bedragen dan 4 m;
  • d. de breedte van een aan- of uitbouw aan de zijgevel, gemeten uit de oorspronkelijke zijgevel, niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • e. de goothoogte bedraagt maximaal 3,25 m;
  • f. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 m;

het gezamenlijke oppervlak, voor zover gebouwd per hoofdgebouw, bedraagt bij woningen ter plaatse van de aanduidingen niet meer dan:

vrij   40 m2   indien het zij- en achtererf gezamenlijk minder bedraagt dan 400 m2;  
  50 m2   indien het zij- en achtererf gezamenlijk meer dan 400 m2 en minder dan 500 m2 bedraagt;  
  70 m2   indien het zij- en achtererf gezamenlijk meer dan 500 m2 en minder dan 700 m2 bedraagt;  
  80 m2   indien het zij- en achtererf gezamenlijk meer dan 700 m2 bedraagt;  
tae   40 m2   bij alle woningen;  
aeg   30 m2   bij tussenwoningen;  
  40 m2   bij eindwoningen.  
  • g. het zij- en achtererf mag bij woningen voor niet meer dan 50% worden bebouwd, dit met uitzondering ter plaatse van de aanduiding vrij, hiervoor geldt dat deze niet meer dan voor:
    40% mag worden bebouwd indien het zij- en achtererf gezamenlijk minder bedraagt dan 400 m2;
    35% mag worden bebouwd indien het zij- en achtererf gezamenlijk meer bedraagt dan 400 m2;
  • h. het overblijvende onbebouwde en onoverdekte gedeelte op het achtererf mag niet minder bedragen dan 25 m2 aaneengesloten oppervlak;
  • i. de afstand van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens danwel de achterbouwperceelgrens dient 0 m danwel minimaal 1 m te bedragen.
17.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het gebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het gebouw 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
17.3 Ontheffing van de bouwregels
17.3.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 17.2.1 onder c voor het verhogen van de goothoogte tot maximaal 6 meter indien stedenbouwkundig aanvaardbaar. ontheffing van de bouwregels, met uitzondering van percelen met de aanduiding karakteristiek;

17.3.2

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 17.2.1 onder e ten behoeve van het veranderen van de vorm van de bouwwerken.

17.4 Ontheffing van de gebruiksregels
17.4.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ontheffing van het bestemmingsplan te verlenen voor het vestigen van aan huis verbonden bedrijven in de categorie 2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;

17.4.2

Ontheffing als bedoeld in artikel 17.4.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
17.5 specifieke procedureregels
17.5.1

Bij de beoordeling van aanvragen voor het verlenen van ontheffingen conform artikel 17.3.2 dient advies bij de monumentencommissie en de Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten ingewonnen te worden.