direct naar inhoud van Artikel 23 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Mijnsheerenland/Westmaas
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.SAB61305911-0002

Artikel 23 Waarde - Cultuurhistorie

23.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - cultuurhistorie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, herstel en ontwikkeling van de met de beschermde complex/buitenplaats verbonden cultuurhistorische waarde, zoals nader omschreven in de toelichting bij het Hof van Moerkerken (paragraaf 3.5.4.);

23.2 bouwregels
23.2.1

Bouwwerken mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, slechts worden vernieuwd, veranderd of uitgebreid, indien en voor zover het betrokken bouwplan mede strekt tot behoud of versterking van het uitwendige karakter van het bouwwerk, zoals aanwezig op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan, wat betreft:

  • bouwmassa naar hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen;
  • dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoverstekken, goot- en daklijsten en schoorstenen (voor zover van toepassing);
  • gevelindelingen door ramen, deuropeningen en erkers (voor zover van toepassing).
23.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van gronden die vallen binnen de dubbelbestemming Waarde - cultuurhistorie. Toepassing van de bevoegdheid mag niet leidden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.

23.4 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 23.2.1 ten behoeve van het veranderen van de vorm van de bouwwerken mits deze verandering een herstel of verbetering van de historisch wenselijke eigenschappen betreft.

23.5 aanlegvergunning
23.5.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikelĀ 23.1 bedoelde gronden hoog opgaande beplanting aan te brengen, gronden te bebossen en/of het aanplanten van gronden met bos of andere houtgewassen.

23.5.2

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

23.5.3

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

  • a. bouwwerken, geen gebouw zijnde, die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.
23.6 sloopvergunning
23.6.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een sloopvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 23.1 bedoelde gronden te slopen zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders.

23.6.2

Geen sloopvergunning is vereist voor:

  • 1. het slopen ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders;
  • 2. sloopwerkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
  • 3. sloopwerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het gedeeltelijk veranderen of vernieuwen van een bouwwerk overeenkomstig een onherroepelijke bouwvergunning.
23.7 specifieke procedureregels
23.7.1

Bij de beoordeling van aanvragen voor aanlegvergunningen, het verlenen van ontheffingen, het toepassen van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen en van aanvragen voor sloopvergunningen wordt de cultuurhistorische waarde van het complex/buitenplaats Hof van Moerkerken zoals in artikel 23.1 bedoeld mede in overweging genomen.

23.7.2

Bij de beoordeling van aanvragen voor aanlegvergunningen, het verlenen van ontheffingen, het toepassen van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen en het aanvragen voor sloopvergunningen dient advies bij de monumentencommissie en de Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten ingewonnen te worden.