direct naar inhoud van Artikel 13 Recreatie
Plan: Mijnsheerenland/Westmaas
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.SAB61305911-0002

Artikel 13 Recreatie

13.1 bestemmingsomschrijving
13.1.1

De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. de bedrijfsmatige exploitatie van een kampeerterrein ter plaatse van de aanduiding kampeerterrein;
  • c. een watersportvereniging ter plaatse van de aanduiding jachthaven;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, sanitaire voorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

13.1.2

in aanvulling van het bepaalde in artikel 13.1.1 onder b en c mogen de gebouwen ter plaatse van de aanduidingen jachthaven en kampeerterrein worden gebruikt voor detailhandel en horeca.

13.2 bouwregels
13.2.1

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding maximale goothoogte is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;
  • c. minimale dakhelling bedraagt 0º en de maximale dakhelling bedraagt 60º;
  • d. inhoud van de bedrijfswoning maximaal 650 m³.
13.2.2

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. Gebouwd binnen het bouwvlak op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning;
  • b. Gezamenlijke oppervlakte per bedrijfswoning maximaal 30 m2;
  • c. Goothoogte bedraagt:
    • 1. Bij een inpandige bedrijfswoning maximaal 6 m;
    • 2. Bij een niet-inpandige bedrijfswoning maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning + 0,25 m;
  • d. Bouwhoogte bedraagt:
    • 1. Bij een inpandige bedrijfswoning maximaal 6 m;
    • 2. Bij een niet-inpandige bedrijfswoning maximaal de bouwhoogte van de bedrijfswoning - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
13.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het gebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het gebouw 2 m;
  • c. lichtmasten, speelvoorzieningen, vlaggenmasten 6 m;
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.